Home

Verordening (EU) 2022/263 van23 februari 2022 van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de illegale erkenning, bezetting of annexatie door de Russische Federatie van bepaalde niet onder regeringsgezag vallende gebieden van Oekraïne

Verordening (EU) 2022/263 van23 februari 2022 van de Raad betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de illegale erkenning, bezetting of annexatie door de Russische Federatie van bepaalde niet onder regeringsgezag vallende gebieden van Oekraïne

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening, wordt verstaan onder:

  1. “tussenhandeldiensten”:

    1. het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologieën, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of

    2. het verkopen of aankopen van goederen en technologieën, of van financiële en technische diensten, ook als ze zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

  2. “vordering”: elke voor of na 24 februari 2022 ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en in het bijzonder:

    1. een vordering tot nakoming van elke verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

    2. een vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

    3. een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

    4. een reconventionele vordering;

    5. een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

  3. “contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

  4. “genoemde gebiedsdelen”: de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van Oekraïne in de oblasten Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja;

  5. “entiteit in de genoemde gebiedsdelen”: elke entiteit die haar statutaire zetel, centrale administratie of hoofdvestiging in de genoemde gebiedsdelen heeft, haar dochterondernemingen of filialen onder haar zeggenschap in de genoemde gebiedsdelen, en bijkantoren en andere entiteiten die werkzaam zijn in de genoemde gebiedsdelen;

  6. “goederen van oorsprong uit de genoemde gebiedsdelen”: goederen die geheel en al verkregen zijn in de genoemde gebiedsdelen of die daar hun laatste ingrijpende be- of verwerking hebben ondergaan, overeenkomstig, mutatis mutandis, artikel 60 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie(1);

  7. “beleggingsdiensten”: de volgende diensten en activiteiten:

    1. het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot een of meer financiële instrumenten,

    2. het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten,

    3. het handelen voor eigen rekening,

    4. portefeuillebeheer,

    5. beleggingsadvies,

    6. het overnemen van financiële instrumenten en/of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie,

    7. het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie;

  8. “technische bijstand”: technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten en omvat ook mondelinge vormen van bijstand;

  9. “grondgebied van de Unie”: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;

  10. “bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan de naam bekend is gemaakt op de in bijlage I vermelde websites.

Artikel 2

1.

Er geldt een verbod op:

  1. de invoer in de Europese Unie van goederen van oorsprong uit de genoemde gebiedsdelen;

  2. het rechtstreeks of onrechtstreeks verlenen van financiering of financiële bijstand, alsmede het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen in verband met de invoer van de in punt a) bedoelde goederen.

2.

De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op:

  1. de uitvoering, tot 24 mei 2022, van handelscontracten die zijn gesloten vóór 23 februari 2022, of van aanvullende contracten die voor de uitvoering van die contracten noodzakelijk zijn, mits natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die het contract willen uitvoeren, de activiteit of transactie ten minste tien werkdagen vooraf hebben aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn;

  2. van oorsprong uit de genoemde gebiedsdelen zijnde goederen die ter inspectie aan de Oekraïense instanties zijn aangeboden, waarvan de naleving van de voorwaarden voor het verlenen van het recht op preferentiële oorsprong is gecontroleerd en waarvoor een certificaat van oorsprong is afgegeven overeenkomstig de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne.

Artikel 3

1.

Er geldt een verbod op:

  1. het verwerven of vergroten van een deelneming in vastgoed in de genoemde gebiedsdelen;

  2. het verwerven of vergroten van een deelneming in entiteiten die zijn gevestigd in de genoemde gebiedsdelen, met inbegrip van de volledige verwerving van een dergelijke entiteit, of de verwerving van aandelen daarin en van andere effecten die een deelnemingsrecht in een dergelijke entiteit vertegenwoordigen;

  3. het verstrekken van of het deelnemen aan regelingen voor het verstrekken van leningen of kredieten of het anderszins verstrekken van financiering, met inbegrip van eigen vermogen, aan een entiteit in de genoemde gebiedsdelen, of met de expliciete bedoeling een dergelijke entiteit te financieren;

  4. het oprichten van een joint venture in de genoemde gebiedsdelen of met een entiteit in de genoemde gebiedsdelen;

  5. het verrichten van beleggingsdiensten die direct gerelateerd zijn aan de activiteiten als genoemd in de punten a) tot en met d).

2.

De verbodsbepalingen en beperkingen in dit artikel zijn niet van toepassing op het rechtmatig handel drijven met entiteiten buiten de genoemde gebiedsdelen, mits de betrokken investeringen niet bedoeld zijn voor entiteiten in de genoemde gebiedsdelen.

3.

De verbodsbepalingen van lid 1 laten onverlet dat verplichtingen worden nagekomen die voortvloeien uit contracten die vóór 23 februari 2022 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, mits de bevoegde autoriteit daarvan ten minste vijf werkdagen vooraf in kennis werd gesteld.

Artikel 4

1.

Het is verboden goederen en technologie als vermeld in bijlage II te verkopen, te leveren, over te brengen of uit te voeren:

  1. aan of naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen, of

  2. voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen.

Bijlage II omvat bepaalde goederen en technologieën die geschikt zijn voor gebruik in de volgende sleutelsectoren:

  1. vervoer;

  2. telecommunicatie;

  3. energie;

  4. de prospectie, exploratie en productie van olie, gas en minerale rijkdommen.

2.

Er geldt een verbod op:

  1. het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van deze goederen en technologie aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen;

  2. het direct of indirect verlenen van financiering of financiële steun in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen.

3.

De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 laten onverlet dat tot 24 augustus 2022 verplichtingen worden nagekomen die voortvloeien uit contracten die vóór 23 februari 2022 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, mits de bevoegde autoriteit daarvan ten minste vijf werkdagen vooraf in kennis werd gesteld.

Artikel 4 bis

1.

De in artikel 4 opgenomen verbodsbepalingen gelden niet voor:

  1. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage II vermelde goederen of technologie;

  2. het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage II vermelde goederen en technologie of in verband met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van dergelijke goederen; of

  3. het direct of indirect verlenen van financiering of financiële steun in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen, door:

    • overheidsinstanties, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

    • organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

    • organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen, of

    • gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

2.

In afwijking van artikel 4 kunnen de bevoegde autoriteiten in gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen, onder de door hen passend geachte algemene en bijzondere voorwaarden specifieke of algemene toestemmingen verlenen voor:

  1. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage II vermelde goederen of technologie;

  2. het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage II vermelde goederen en technologie of in verband met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van dergelijke goederen; of

  3. het direct of indirect verlenen van financiering of financiële steun in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie,

aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen, op voorwaarde die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

3.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van lid 2 verleende toestemming.

4.

Dit artikel doet geen afbreuk aan de naleving van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad(2).

Artikel 5

Artikel 5 bis

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

BIJLAGE IWebsites voor informatie over de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en het adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

BIJLAGE IILijst van de in artikel 4 bedoelde goederen en technologie