Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een overeenkomst of transactie, en met name:
-
een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;
-
een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;
-
een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;
-
een tegenvordering;
-
een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;
-
-
“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;
-
“bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;
-
“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
-
“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;
-
“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
-
“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
-
contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;
-
deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;
-
in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;
-
rente, dividenden of andere inkomsten, uit of waarde voortkomende uit, of gegenereerd door activa;
-
krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;
-
kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;
-
bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;
-
-
“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) van toepassing is, onder de in het VEU bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.