Home

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond - VIERDE DEEL : OVERGANGSMAATREGELEN - TITEL VI : LANDBOUW - HOOFDSTUK 1 : Bepalingen betreffende nationale steunmaatregelen - Artikel 142

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond - VIERDE DEEL : OVERGANGSMAATREGELEN - TITEL VI : LANDBOUW - HOOFDSTUK 1 : Bepalingen betreffende nationale steunmaatregelen - Artikel 142

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond - VIERDE DEEL : OVERGANGSMAATREGELEN - TITEL VI : LANDBOUW - HOOFDSTUK 1 : Bepalingen betreffende nationale steunmaatregelen - Artikel 142

Publicatieblad Nr. C 241 van 29/08/1994 blz. 0046


Artikel 142

1. De Commissie machtigt Noorwegen, Finland en Zweden om nationale steun op lange termijn te verlenen met het oog op de handhaving van de landbouwactiviteiten in specifieke gebieden. Deze gebieden omvatten de landbouwarealen benoorden van de 62° N en bepaalde aangrenzende gebieden ten zuiden van deze breedtegraad die te kampen hebben met vergelijkbare klimatologische omstandigheden die de landbouwactiviteit bijzonder moeilijk maken.

2. De in lid 1 bedoelde gebieden worden door de Commissie vastgesteld, waarbij zij met name rekening houdt met:

- de geringe bevolkingsdichtheid;

- het aandeel van het landbouwoppervlakte in de totale oppervlakte;

- het aandeel van het landbouwoppervlakte waarop akkerbouwgewassen voor menselijke voeding worden gekweekt in het gebruikte landbouwoppervlakte.

3. De in lid 1 bedoelde steun kan worden gerelateerd aan fysieke produktiefactoren, zoals de oppervlakte landbouwgrond of het aantal dieren, rekening houdend met de in de gemeenschappelijke marktordeningen neergelegde beperkingen, alsmede met de historische produktiepatronen van elk bedrijf, maar mogen niet:

- gekoppeld zijn aan de toekomstige produktie,

- of leiden tot een verhoging van de produktie of van het algemene steunniveau, geconstateerd tijdens een door de Commissie vast te stellen referentieperiode die vóór de toetreding is gelegen.

De steun kan per gebied worden gedifferentieerd.

De steun kan met name worden verleend om:

- traditionele grondstoffenproduktie en verwerkingsactiviteiten die passen bij de klimatologische omstandigheden van de betrokken gebieden, in stand te houden;

- de produktie-, afzet- en verwerkingsstructuren van de landbouwprodukten te verbeteren;

- de afzet van die produkten te vergemakkelijken;

- het milieu te beschermen en de natuurlijke omgeving in stand te houden.