Home

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, BIJLAGE I - Lijst als bedoeld in artikel 29 van het Toetredingsverdrag - XI. INTERNE MARKT EN FINANCIËLE DIENSTEN - D. ONDERLINGE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES - I. ALGEMEEN STELSEL

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, BIJLAGE I - Lijst als bedoeld in artikel 29 van het Toetredingsverdrag - XI. INTERNE MARKT EN FINANCIËLE DIENSTEN - D. ONDERLINGE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES - I. ALGEMEEN STELSEL

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, BIJLAGE I - Lijst als bedoeld in artikel 29 van het Toetredingsverdrag - XI. INTERNE MARKT EN FINANCIËLE DIENSTEN - D. ONDERLINGE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES - I. ALGEMEEN STELSEL

Publicatieblad Nr. C 241 van 29/08/1994 blz. 0216


D. ONDERLINGE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES

I. ALGEMEEN STELSEL

392 L 0051: Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB nr. L 209 van 24.7.1992, blz. 25).

Het volgende toevoegen aan Bijlage C "LIJST VAN OPLEIDINGEN MET EEN BIJZONDERE STRUCTUUR, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER a), EERSTE ALINEA, TWEEDE STREEPJE, ONDER ii)":

a) In punt "1. Paramedisch en sociaal-pedagogisch gebied" wordt het volgende ingelast:

"In Oostenrijk:

de opleidingen voor:

- contactlenzenopticien ('Kontaktlinsenoptiker`),

- pedicure ('Fusspfleger`),

- audicien ('Hoergeraeteakustiker`),

- drogist ('Drogist`),

overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van minstens veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenschap van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk in een instelling voor beroepsonderwijs, en een praktische opleiding in het bedrijf, afgesloten met een erkend examen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden.

- masseur ('Masseur`),

overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van veertien jaar, waarvan gedurende vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, bestaande uit een leerlingenschap van twee jaar, een praktische opleiding van twee jaar in het bedrijf en een opleidingscursus van één jaar die wordt afgesloten met een erkend examen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden.

- kleuterleider/leidster ('Kindergaertner/in`),

- pedagogisch werker ('Erzieher`),

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van dertien jaar, waarvan vijf jaar beroepsopleiding aan een gespecialiseerde school, afgesloten met een examen.".

b) In punt "2. Sector meesters ('Mester`/'Meister`/'Maître`) overeenkomende met opleidingen voor ambachtelijke activiteiten die niet onder de in bijlage A genoemde richtlijnen vallen" wordt het volgende ingelast:

"In Oostenrijk

de opleidingen voor:

- bandagist ('Bandagist`),

- korsettenmaker ('Miederwarenerzeuger`),

- opticien ('Optiker`),

- orthopedisch schoenmaker ('Orthopaedieschuhmacher`),

- prothese/orthesemaker ('Orthopaedietechniker`),

- tandtechnicus ('Zahntechniker`),

- tuinder ('Gaertner`),

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader, verdeeld in een leerlingenschap van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een praktische opleiding in het bedrijf met een totale duur van ten minste twee jaar, afgesloten met een meestersexamen dat het recht verleent om het beroep uit te oefenen, leerlingen op te leiden en de titel 'meester` te voeren.

de meestersopleidingen in de sectoren land- en bosbouw, met als specialisatie:

- landbouw ('Meister in der Landwirtschaft`),

- landbouwhuishoudkunde ('Meister in der laendlichen Hauswirtschaft`),

- tuinbouw ('Meister im Gartenbau`),

- groentekwekerij ('Meister im Feldgemuesebau`),

- ooftkunde en fruitverwerking ('Meister im Obstbau und in der Obstverwertung`),

- wijnbouw en wijnbereiding ('Meister im Weinbau und in der Kellerwirtschaft`),

- melk- en zuivelbereiding ('Meister in der Molkerei- und Kaesereiwirtschaft`),

- paardefokkerij ('Meister in der Pferdewirtschaft`),

- visserij ('Meister in der Fischereiwirtschaft`),

- pluimveehouderij ('Meister in der Gefluegelwirtschaft`),

- bijenteelt ('Meister in der Bienenwirtschaft`),

- bosbouw ('Meister in der Forstwirtschaft`),

- bosaanleg en -beheer ('Meister in der Forstgarten- und Forstpflegewirtschaft`),

- opslag van landbouwprodukten ('Meister in der landwirtschaftlichen Lagerhaltung`),

overeenkomende met opleidingen en met een totale duur van minstens vijftien jaar, waarvan gedurende ten minste zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenschap van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een praktische opleiding van ten minste drie jaar in het bedrijf, afgesloten met een erkend examen dat betrekking heeft op het beroep en dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel 'meester` te voeren."

"In Noorwegen

de opleidingen voor:

- landschapsarchitect ('anleggsgartner`),

- tandtechnicus ('tanntekniker`).

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenschap van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsopleiding, en een praktische opleiding in het bedrijf van twee jaar, afgesloten met een erkend examen dat betrekking heeft op het beroep en dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel 'meester` te voeren.".

c) In punt "3. Maritieme sector" wordt onder a) "Zeescheepvaart" het volgende ingelast:

"In Noorwegen

de opleidingen voor:

- kapitein van de koopvaardij ('skipsfoerer`)

- eerste stuurman ('overstyrmann`),

- stuurman/kapitein op de kleine vaart ('kystskipper`),

- stuurman/wachtofficier ('styrmann`),

- scheepswerktuigkundige ('maskinsjef`),

- eerste officier werktuigkundige ('1. maskinist`),

- officier werktuigkundige ('enemaskinist`),

- stuurman werktuigkundige ('maskinoffiser`),

overeenkomende met negen jaar lager onderwijs gevolgd door een basisopleiding en dienst op zee met een totale duur van drie jaar (tweeënhalf jaar voor officieren werktuigkundigen), aangevuld met

- één jaar gespecialiseerde beroepsopleiding voor de wachtofficieren,

- twee jaar gespecialiseerde beroepsopleiding voor de anderen

alsmede met verdere dienst op zee, en die erkend zijn uit hoofde van het Internationaal Verdrag van 1978 betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (STCW).

opleidingen voor:

- scheepselektricien, ('elektroautomasjonstekniker/skipselektriker`)

overeenkomende met negen jaar lager onderwijs gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met één jaar stage en dienst op zee en één jaar gespecialiseerde beroepsopleiding.".

d) Na punt "3. Marine Sector" wordt toegevoegd onder "b) zeevisserij":

"c) Personeel voor mobiele boorplatformen"

"In Noorwegen

opleidingen voor:

- hoofd van een platform ('plattformsjef`),

- hoofd van een afdeling stabiliteit ('stabilitetssjef`),

- operator controlekamer ('kontrollromoperatoer`),

- hoofd van een technische afdeling ('teknisk sjef`),

- adjunct van het hoofd van een technische afdeling ('teknisk assistent`),

overeenkomende met negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met ten minste één jaar off-shoredienst en,

- één jaar gespecialiseerde beroepsopleiding voor de operatoren van de controlekamer,

- tweeënhalf jaar gespecialiseerde beroepsopleiding voor de anderen."

e) In punt "4. Technische sector" wordt het volgende ingelast:

"In Oostenrijk

opleidingen voor:

- bosbouwkundig ambtenaar ('Foerster`),

- technisch adviseur ('Technisches Buero`),

- adviseur uitzendarbeid ('UEberlassung von Arbeitskraeften - Arbeitsleihe`),

- arbeidsbemiddelaar ('Arbeitsvermittlung`),

- beleggingsadviseur ('Vermoegensberater`),

- privédetective ('Berufsdetektiv`),

- bewakingsagent ('Bewachungsgewerbe`),

- vastgoedmakelaar ('Immobilienmakler`),

- vastgoedbeheerder ('Immobilienverwalter`),

- reclame- en promitieagentschap ('Werbeagentur`),

- projectontwikkelaar ('Bautraeger) (Bauorganisator, Baubetreuer`),

- incassoagent ('Inkassoinstitut`),

overeenkomende met opleidingen met een total duur van ten misnte vijftien jaar, waarvan acht jaar verplicht schoolonderwijs gevolgd door vijf jaar middelbaar technisch of handelsonderwijs, afgesloten met een maturiteitsexamen, aangevuld met ten minste twee jaar opleiding in het bedrijf afgesloten met een beroepsexamen.

- verzekeringsadviseur ('Berater in Versicherungsangelegenheiten`),

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan gedurende zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenschap van drie jaar en een praktische opleiding van drie jaar in het bedrijf, afgesloten met een examen.

- bouwtechnicus/planning en technische berekeningen ('Planender Baumeister`),

- meester-timmerman/planning en technische berekeningen ('Planender Zimmermeister`),

overeenkomende met opleidingen van ten minste achttien jaar, waarvan ten minste negen jaar beroepsopleiding verdeeld in vier jaar technisch middelbaar onderwijs en vijf jaar praktische opleiding in het bedrijf afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden, voor zover deze opleiding betrekking heeft op het recht om bouwplannen op te stellen, technische berekeningen uit te voeren en toezicht te houden op bouwactiviteiten (het 'Maria-Theresia-voorrecht`).".