Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap#Titel I: Het vrije verkeer van goederen#Hoofdstuk 1: De douane-unie#Artikel 27#Artikel 29 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)#Artikel 29 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap#Titel I: Het vrije verkeer van goederen#Hoofdstuk 1: De douane-unie#Artikel 27#Artikel 29 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)#Artikel 29 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel I: Het vrije verkeer van goederen - Hoofdstuk 1: De douane-unie - Artikel 27 - Artikel 29 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 29 - Verdrag EEG
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0047 - 0047
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0188 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0015 - Geconsolideerde versie
(EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel I: Het vrije verkeer van goederen
Hoofdstuk 1: De douane-unie
Artikel 27
Artikel 29 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 29 - Verdrag EEG
Artikel 27
Bij de uitvoering van de taken die haar krachtens de bepalingen van dit hoofdstuk toevertrouwd zijn, laat de Commissie zich leiden door:
a) de noodzaak het handelsverkeer tussen de lidstaten en derde landen te bevorderen;
b) de ontwikkeling van de mededingingsvoorwaarden binnen de Gemeenschap in de mate waarin deze ontwikkeling het vermogen tot mededinging van de ondernemingen zal doen toenemen;
c) de behoeften van de Gemeenschap aan grondstoffen en halffabrikaten, waarbij zij ervoor waakt dat de mededingingsvoorwaarden met betrekking tot eindproducten tussen de lidstaten niet worden vervalst;
d) de noodzaak om ernstige verstoringen van het economisch leven der lidstaten te vermijden en een rationele ontwikkeling van de productie alsook een verruiming van het verbruik in de Gemeenschap te waarborgen.