Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap#Titel VI: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen#Hoofdstuk 3: De aanpassing van de wetgevingen#Artikel 96#Artikel 101 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)#Artikel 101 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap#Titel VI: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen#Hoofdstuk 3: De aanpassing van de wetgevingen#Artikel 96#Artikel 101 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)#Artikel 101 - Verdrag EEG
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel VI: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen - Hoofdstuk 3: De aanpassing van de wetgevingen - Artikel 96 - Artikel 101 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 101 - Verdrag EEG
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0070 - 0070
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0215 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0033 - Geconsolideerde versie
(EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel VI: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
Hoofdstuk 3: De aanpassing van de wetgevingen
Artikel 96
Artikel 101 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
Artikel 101 - Verdrag EEG
Artikel 96
Ingeval de Commissie vaststelt dat een dispariteit tussen de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten de mededingingsvoorwaarden op de gemeenschappelijke markt vervalst en zodoende een distorsie veroorzaakt welke moet worden opgeheven, raadpleegt zij de betrokken lidstaten.
Indien deze raadpleging niet leidt tot overeenstemming waardoor de betrokken distorsie wordt opgeheven, stelt de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de voor dat doel noodzakelijke richtlijnen vast. De Commissie en de Raad kunnen alle andere dienstige maatregelen nemen welke dit Verdrag voorziet.