Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap#Titel I: Bepalingen inzake de instellingen#Hoofdstuk 2: Bepalingen welke verscheidene instellingen gemeen hebben#Artikel 255
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)#Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap#Titel I: Bepalingen inzake de instellingen#Hoofdstuk 2: Bepalingen welke verscheidene instellingen gemeen hebben#Artikel 255
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap - Titel I: Bepalingen inzake de instellingen - Hoofdstuk 2: Bepalingen welke verscheidene instellingen gemeen hebben - Artikel 255
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0135 - 0135
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0282 - Geconsolideerde versie
Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Vijfde deel: De instellingen van de Gemeenschap
Titel I: Bepalingen inzake de instellingen
Hoofdstuk 2: Bepalingen welke verscheidene instellingen gemeen hebben
Artikel 255
Artikel 255
1. Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, volgens de beginselen en onder de voorwaarden die overeenkomstig de leden 2 en 3 worden bepaald.
2. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam bepaalt de Raad volgens de procedure van artikel 251 de algemene beginselen en de beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen betreffende dit recht op toegang tot documenten.
3. Elk van bovengenoemde instellingen neemt in haar eigen reglement van orde specifieke bepalingen betreffende de toegang tot haar documenten op.