Home

Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie - Bijlage VII:Lijst bedoeld in artikel 20 van het Protocol: overgangsmaatregelen, Roemenië - 6.Vervoersbeleid

Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie - Bijlage VII:Lijst bedoeld in artikel 20 van het Protocol: overgangsmaatregelen, Roemenië - 6.Vervoersbeleid

Protocol betreffende de voorwaarden en de nadere regels voor de toelating van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie - Bijlage VII:Lijst bedoeld in artikel 20 van het Protocol: overgangsmaatregelen, Roemenië - 6.Vervoersbeleid

Publicatieblad Nr. L 157 van 21/06/2005 blz. 0151 - 0155


6. VERVOERSBELEID

1. 31993 R 3118: Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn (PB L 279 van 12.11.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32002 R 0484: Verordening (EG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 1.3.2002 (PB L 76 van 19.3.2002, blz. 1).

(a) In afwijking van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3118/93 en tot het eind van het derde jaar na de datum van de toetreding, worden in Roemenië gevestigde ondernemingen niet toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in de overige lidstaten, en worden in de andere lidstaten gevestigde ondernemingen niet toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in Roemenië.

(b) Vóór het eind van het derde jaar na de datum van toetreding brengen de lidstaten de Commissie ter kennis of zij van plan zijn deze overgangsperiode voor maximaal twee jaar te verlengen dan wel het bepaalde in artikel 1 van de verordening vanaf dan toe te passen. Bij gebreke van een dergelijke kennisgeving is artikel 1 van de verordening van toepassing. Alleen vervoersondernemers die gevestigd zijn in de lidstaten waar artikel 1 van de verordening van toepassing is, mogen binnenlands goederenvervoer over de weg verrichten in de overige lidstaten waar artikel 1 van de verordening eveneens van toepassing is.

(c) Die lidstaten waar krachtens punt b) artikel 1 van de verordening van toepassing is, mogen tot het einde van het vijfde jaar na de datum van toetreding de onderstaande procedure toepassen.

Wanneer een in de vorige alinea bedoelde lidstaat een ernstige verstoring van zijn nationale markt of van delen daarvan ondervindt die veroorzaakt of verergerd wordt door cabotage, zoals een ernstig overaanbod of een bedreiging van de financiële stabiliteit of van het voortbestaan van een aanzienlijk aantal ondernemingen in het goederenvervoer over de weg, stelt deze lidstaat de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis en verstrekt hij hen de nodige gegevens. Op basis van deze informatie kan de lidstaat de Commissie verzoeken de toepassing van artikel 1 van de verordening volledig of gedeeltelijk te schorsen teneinde de normale toestand te herstellen.

De Commissie beoordeelt de situatie op basis van de door de betrokken lidstaat verstrekte gegevens en besluit uiterlijk een maand na de ontvangst van het verzoek of er vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen. De in artikel 7, lid 3, tweede, derde en vierde alinea, uiteengezette procedure alsmede artikel 7, leden 4, 5 en 6, van de verordening zijn van toepassing.

Een in de eerste alinea bedoelde lidstaat kan in dringende en uitzonderlijke gevallen de toepassing van artikel 1 van de verordening schorsen, waarna een met redenen omklede kennisgeving aan de Commissie geschiedt.

(d) Zolang artikel 1 van de verordening op grond van de punten a) en b) niet wordt toegepast, kunnen de lidstaten de toegang tot hun binnenlands goederenvervoer over de weg reguleren door geleidelijk cabotagevergunningen uit te wisselen op basis van bilaterale overeenkomsten. Dit kan de mogelijkheid van volledige liberalisering inhouden.

(e) De toepassing van de punten a) tot en met c) mag niet leiden tot een toegang tot de nationale markt voor goederenvervoer over de weg die beperkter is dan die welke ten tijde van de ondertekening van het toetredingsverdrag bestond.

2. 31996 L 0053: Richtlijn. 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32002 L 0007: Richtlijn 2002/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18.2.2002 (PB L 67 van 9.3.2002, blz. 47).

In afwijking van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 96/53/EG mogen voertuigen die voldoen aan de grenswaarden van de punten 3.2.1., 3.4.1., 3.4.2. en 3.5.1. van bijlage I bij die richtlijn tot en met 31 december 2013 alleen gebruik maken van niet-aangepaste gedeelten van het Roemeense wegennet indien zij voldoen aan de Roemeense grenswaarden inzake asdruk.

Vanaf de datum van toetreding mogen geen beperkingen meer worden opgelegd op het gebied van het gebruik door voertuigen die voldoen aan de eisen van Richtlijn 96/53/EG, van de in bijlage 5 bij de vervoersovereenkomst EG/Roemenië [11] en bijlage I bij Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet [12] vermelde hoofdtransitoroutes, die hierna worden opgesomd:

1. Alba Iulia — Turda — Zalau — Satu Mare — Halmeu (weg E 81)

2. Zalau — Oradea — Bors (wegen 1H en E 60)

3. Marasesti — Bacau — Suceava — Siret (weg E 85)

4. Tisita — Tecuci — Husi — Albita (weg E 581)

5. Simeria — Hateg — Rovinari — Craiova — Calafat (weg E 79)

6. Lugoj — Caransebes — Drobeta-Turnu Severin — Filiasi — Craiova (weg E 70)

7. Craiova — Alexandria — Bucharest (weg 6)

8. Drobeta-Turnu Severin — Calafat (weg 56 A)

9. Bucharest — Buzau (wegen E 60/E 85)

10. Bucharest — Giurgiu (wegen E 70/E 85)

11. Braşov — Sibiu (weg E 68)

12. Timişoara — Stamora Moraviţa

Roemenië dient zich te houden aan het in de hiernavolgende tabel vervatte tijdschema voor de aanpassing van zijn secundaire wegennet zoals aangegeven op de hiernavolgende kaart. Bij alle investeringen in infrastructuur waarbij wordt geput uit middelen afkomstig uit de Gemeenschapsbegroting, moeten de wegen worden aangelegd/aangepast voor een druk van 11,5 ton per as.

Naarmate de aanpassingen vorderen, wordt het Roemeense secundaire wegennet geleidelijk opengesteld voor voertuigen voor internationaal vervoer die voldoen aan de grenswaarden van de richtlijn. Met het oog op laad- en losoperaties, en waar zulks technisch mogelijk is, zal tijdens de gehele overgangsperiode het gebruik van niet-aangepaste gedeelten van het secundaire wegennet worden toegestaan.

Vanaf de datum van toetreding mogen alle voertuigen in het internationaal vervoer die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen, uitsluitend tijdelijke extra heffingen op het Roemeense secundaire wegvervoersnet opgelegd krijgen, indien ze de nationale grenswaarden inzake asdruk overschrijden. Deze voertuigen mogen geen tijdelijke extra heffingen op het Roemeense secundaire wegennet opgelegd krijgen wanneer ze de nationale grenswaarden inzake afmetingen of het totale gewicht van het voertuig overschrijden. Wanneer het voertuigen in het internationaal vervoer betreft die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen, en die zijn uitgerust met luchtveringssystemen, dienen de heffingen ten minste 25% lager te liggen.

Tijdelijke extra heffingen voor het gebruik van de niet-aangepaste delen van het secundaire wegennet door voertuigen in het internationaal goederenvervoer die voldoen aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG moeten op een niet-discriminerende manier in rekening worden gebracht. Het systeem van heffingen moet transparant zijn, en de betaling ervan mag geen buitensporige administratieve lasten of vertragingen meebrengen voor de gebruiker, en mag al evenmin aanleiding geven tot stelselmatige controles van de asdruk aan de grensposten. De handhaving van de grenswaarden inzake de asdruk dient op het gehele grondgebied op een niet-discriminerende wijze te geschieden en dient tevens daadwerkelijk te worden toegepast op in Roemenië ingeschreven voertuigen.

De heffingen voor voertuigen zonder luchtvering die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen, mogen niet meer bedragen dan hetgeen is vastgesteld in de onderstaande tabel (uitgedrukt in cijfers van 2002). Voor voertuigen met luchtvering die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen, dienen de heffingen ten minste 25% lager te liggen.

Maximale heffingen (cijfers van 2002) voor voertuigen zonder luchtvering die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen,

Opgegeven druk per as van een voertuig van - tot | Extra heffing voor het gebruik van een kilometer niet aangepaste weg (met een maximaal draagvermogen van 10 ton per as) in euro (cijfers van 2002) |

van 10 ton per as tot 10,5 ton per as | 0,11 |

van 10,5 ton per as tot 11 ton per as | 0,30 |

van 11 ton per as tot 11,5 ton per as | 0,44 |

Tijdschema voor de aanpassing van het secundaire wegennet dat geleidelijk zal worden opengesteld voor voertuigen die aan de grenswaarden van Richtlijn 96/53/EG voldoen

Periode | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | TOTAAL |

Km in aanpassing [13] | 3031 | 2825 | 1656 | 1671 | 1518 | 1529 | 1554 | |

Km in dienst genomen [14] | 960 | 1674 | 528 | 624 | 504 | 543 | 471 | |

Werkzaamheden samengeteld (in km) | 3916 | 5590 | 6118 | 6742 | 7246 | 7789 | 8260 | 8260 |

+++++ TIFF +++++

HERSTEL BINNENLANDSE WEGEN - PROJECTENTE VOLTOOIEN UITERLIJK 2013Stadia I-XIIILengte = 8 260 kmBedrag = 6 489,3 miljoen euro

3. 31999 L 0062: Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42), laatstelijk gewijzigd bij:

- 12003 T: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing van de Verdragen - Toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 1999/62/EG zijn de in Bijlage I bij de richtlijn opgenomen minimumbelastingtarieven in Roemenië tot en met 31 december 2010 niet van toepassing op voertuigen die uitsluitend binnenlands vervoer verrichten.

In de tussenliggende periode zullen de tarieven die door Roemenië op deze voertuigen worden toegepast, geleidelijk worden verhoogd tot het niveau van de in bijlage I bij de richtlijn opgenomen minimumbelastingtarieven, overeenkomstig het volgende schema:

- uiterlijk op 1 januari 2007 dienen de door Roemenië toe te passen tarieven ten minste 60 % van de in bijlage I bij de richtlijn opgenomen minimumtarieven te bedragen;

- uiterlijk op 1 januari 2009 dienen de door Roemenië toe te passen tarieven ten minste 80 % van de in bijlage I bij de richtlijn opgenomen minimumtarieven te bedragen.

[11] Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Roemenië inzake het goederenvervoer, met name het transitogoederenvervoer over de weg, van 28 juni 2001 (PB L 142 van 31.5.2002, blz. 75).

[12] PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 884/2004/EG (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 1).

[13] Km in aanpassing = trajecten waaraan tijdens het referentiejaar wordt gewerkt. Deze werkzaamheden kunnen tijdens het referentiejaar starten of tijdens de voorgaande jaren zijn gestart.

[14] Km in dienst genomen = trajecten waarvoor de werkzaamheden zijn voltooid of die tijdens het referentiejaar in dienst zijn genomen.

--------------------------------------------------