Home

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)#Vijfde deel - De instellingen van de Gemeenschap#Titel I - Bepalingen inzake de instellingen#Hoofdstuk 4 - Het Comité van de Regio's#Artikel 263

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)#Vijfde deel - De instellingen van de Gemeenschap#Titel I - Bepalingen inzake de instellingen#Hoofdstuk 4 - Het Comité van de Regio's#Artikel 263

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie) - Vijfde deel - De instellingen van de Gemeenschap - Titel I - Bepalingen inzake de instellingen - Hoofdstuk 4 - Het Comité van de Regio's - Artikel 263

Publicatieblad Nr. C 321 E van 29/12/2006 blz. 0160 - 0161
Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0138 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0284 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0069 - Geconsolideerde versie


Artikel 263 [7]

Er wordt een comité met een adviestaak ingesteld, hierna "Comité van de Regio's" te noemen, bestaande uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale lichamen, die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering.

Het aantal leden van het Comité van de Regio's bedraagt ten hoogste 350.

Het aantal leden is als volgt vastgesteld:

België | 12 |

Tsjechië | 12 |

Denemarken | 9 |

Duitsland | 24 |

Estland | 7 |

Griekenland | 12 |

Spanje | 21 |

Frankrijk | 24 |

Ierland | 9 |

Italië | 24 |

Cyprus | 6 |

Letland | 7 |

Litouwen | 9 |

Luxemburg | 6 |

Hongarije | 12 |

Malta | 5 |

Nederland | 12 |

Oostenrijk | 12 |

Polen | 21 |

Portugal | 12 |

Slovenië | 7 |

Slowakije | 9 |

Finland | 9 |

Zweden | 12 |

Verenigd Koninkrijk | 24 |

De leden van het Comité, alsmede een gelijk aantal plaatsvervangers, worden op voordracht van de onderscheiden lidstaten voor vier jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar. De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten opgestelde lijst van leden en plaatsvervangers vast. Bij het verstrijken van het in de eerste alinea bedoelde mandaat uit hoofde waarvan zij zijn voorgedragen, eindigt de ambtstermijn van de leden van het Comité van rechtswege en worden zij voor de verdere duur van de ambtstermijn volgens dezelfde procedure vervangen. Leden van het Comité kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van het Europees Parlement.

De leden van het Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Gemeenschap.

[7] Artikel gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003. Zie het aanhangsel aan het einde van deze publicatie.

--------------------------------------------------