Home

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)#D. Protocollen gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap #Protocol (nr. 14) betreffende de invoer in de Europese Economische Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten (1962)

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie)#D. Protocollen gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap #Protocol (nr. 14) betreffende de invoer in de Europese Economische Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten (1962)

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde versie) - D. Protocollen gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - Protocol (nr. 14) betreffende de invoer in de Europese Economische Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten (1962)

Publicatieblad Nr. C 321 E van 29/12/2006 blz. 0251 - 0253


Protocol (nr. 14)

betreffende de invoer in de Europese Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten [*] (1962)

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

VERLANGENDE nadere bijzonderheden vast te stellen over de regeling van het handelsverkeer, toepasselijk op de invoer in de Europese Economische Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT over de volgende bepalingen welke aan dit Verdrag zijn gehecht:

Artikel 1

Dit protocol is van toepassing op aardolieproducten die vallen onder de posten 27.10, 27.11, 27.12 ex 27.13 (paraffine, was uit aardoliën of uit leisteenoliën, paraffineachtige residuen) en 27.14 van de Naamlijst van Brussel en die worden ingevoerd voor verbruik in de lidstaten.

Artikel 2

De lidstaten verbinden zich aan in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten, overeenkomstig dit protocol, de tariefvoordelen toe te kennen die voortvloeien uit de associatie van dit land met de Gemeenschap. De bepalingen van dit protocol gelden ongeacht de regels inzake oorsprong welke door de lidstaten worden toegepast.

Artikel 3

1. Wanneer de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief vaststelt dat de invoer in de Gemeenschap volgens artikel 2 van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten werkelijke moeilijkheden op de markt van een of meer lidstaten teweegbrengt, besluit zij dat voor deze invoer door de betrokken lidstaten douanerechten zullen worden ingesteld, verhoogd of weder toegepast, voorzover en voor zo lang als nodig is om aan deze situatie het hoofd te bieden. De aldus ingestelde, verhoogde of weder toegepaste douanerechten mogen niet hoger zijn dan de douanerechten die tegenover derde landen voor dezelfde producten van toepassing zijn.

2. De bepalingen van het voorgaande lid kunnen in ieder geval worden toegepast wanneer de invoer in de Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten twee miljoen ton per jaar bereikt.

3. De door de Commissie krachtens de voorgaande leden gegeven beschikkingen met inbegrip van die welke strekken tot het afwijzen van een verzoek van een lidstaat, worden ter kennis van de Raad gebracht. Deze kan ze op verzoek van elke lidstaat in behandeling nemen en kan op elk ogenblik met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten ze te wijzigen of in te trekken.

Artikel 4

1. Indien een lidstaat oordeelt dat invoer van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten welke rechtstreeks of via een andere lidstaat overeenkomstig artikel 2 plaatsvindt, werkelijke moeilijkheden op zijn markt veroorzaakt en dat onmiddellijk optreden noodzakelijk is om daaraan het hoofd te bieden, mag hij op eigen initiatief besluiten, op deze invoer douanerechten toe te passen die niet hoger zijn dan de douanerechten die tegenover derde landen voor dezelfde producten van toepassing zijn. Hij brengt dit besluit ter kennis van de Commissie, die binnen één maand beslist of de door deze staat getroffen maatregelen mogen worden gehandhaafd, dan wel dienen te worden gewijzigd of opgeheven. Artikel 3, lid 3, is op deze beschikking van de Commissie van toepassing.

2. Wanneer de invoer van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten welke rechtstreeks of via een andere lidstaat overeenkomstig artikel 2 plaatsvindt in één of meer lidstaten van de EEG gedurende één kalenderjaar de in de bijlage van dit protocol vastgestelde hoeveelheden overschrijdt, worden de eventueel krachtens lid 1 door deze lidstaat of lidstaten getroffen maatregelen voor het lopende kalenderjaar rechtmatig geacht: na zich ervan te hebben overtuigd dat de vastgestelde hoeveelheid is bereikt, neemt de Commissie nota van de getroffen maatregelen. In dit geval zien de andere lidstaten ervan of zich tot de Raad te wenden.

Artikel 5

Indien de Gemeenschap besluit kwantitatieve beperkingen toe te passen op de invoer van aardolieproducten, ongeacht de herkomst daarvan, mogen deze ook worden toegepast op de invoer van die producten uit de Nederlandse Antillen. In dat geval wordt aan de Nederlandse Antillen een voorkeursbehandeling ten opzichte van derde landen gewaarborgd.

Artikel 6

1. De bepalingen van de artikelen 2 tot en met 5 worden door de Raad, met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement en van de Commissie herzien bij de aanvaarding van een gemeenschappelijke definitie van de oorsprong voor aardolieproducten afkomstig uit derde en geassocieerde landen, bij het nemen van besluiten in het kader van een gemeenschappelijke handelspolitiek voor de betrokken producten, of bij de opstelling van een gemeenschappelijk energiebeleid.

2. Bij deze herziening dienen evenwel in ieder geval voor de Nederlandse Antillen in een passende vorm gelijkwaardige voordelen voor een hoeveelheid van ten minste 2,5 miljoen ton aardolieproducten te worden gehandhaafd.

3. De verplichtingen van de Gemeenschap betreffen de in lid 2 genoemde gelijkwaardige voordelen kunnen zo nodig over de landen verdeeld worden, waarbij met de in de bijlage van dit protocol vermelde hoeveelheden rekening wordt gehouden.

Artikel 7

In verband met de uitvoering van dit protocol dient de Commissie het verloop van de invoer van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten in de lidstaten te volgen. Deze brengen alle daartoe dienstige gegevens volgens de door de Commissie aanbevolen administratieve voorschriften te harer kennis; zij zorgt voor de verspreiding daarvan.

Gedaan te Brussel, dertien november negentienhonderdtweeënzestig.

[*] Toegevoegd ingevolge artikel 2 van de Overeenkomst van 13 november 1962 tot wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (PB 150 van 1.10.1964).

--------------------------------------------------

Bijlage bij het protocol

Voor de toepassing van artikel 4, lid 2, van het protocol betreffende de invoer in de Europese Economische Gemeenschap van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten hebben de Hoge Overeenkomstsluitende Partijen besloten dat de hoeveelheid van twee miljoen ton Antilliaanse aardolieproducten als volgt over de lidstaten wordt verdeeld:

Duitsland … | 625000 ton |

Belgisch-Luxemburgse Economische Unie … | 200000 ton |

Frankrijk … | 75000 ton |

Italië … | 100000 ton |

Nederland … | 1000000 ton |

--------------------------------------------------