Home

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie - Verklaringen gehecht aan de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Lissabon heeft aangenomen ondertekend op 13 december 2007 - A. VERKLARINGEN BETREFFENDE BEPALINGEN VAN DE VERDRAGEN - 8. Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie - Verklaringen gehecht aan de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Lissabon heeft aangenomen ondertekend op 13 december 2007 - A. VERKLARINGEN BETREFFENDE BEPALINGEN VAN DE VERDRAGEN - 8. Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie - Verklaringen gehecht aan de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Lissabon heeft aangenomen ondertekend op 13 december 2007 - A. VERKLARINGEN BETREFFENDE BEPALINGEN VAN DE VERDRAGEN - 8. Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken

Publicatieblad Nr. 115 van 09/05/2008 blz. 0340 - 0340


8. Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken

Ingeval het Verdrag van Lissabon na 1 januari 2009 in werking treedt, verzoekt de Conferentie de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad gedurende dat halfjaar bekleedt, enerzijds, en de persoon die tot voorzitter van de Raad wordt gekozen en de persoon die tot hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid wordt benoemd, anderzijds, in overleg met het voorzitterschap van het daaropvolgende halfjaar, de nodige concrete maatregelen te nemen die een efficiënte overgang van de materiële en organisatorische aspecten van de uitoefening van het voorzitterschap van de Europese Raad en de Raad Buitenlandse Zaken mogelijk maken.

--------------------------------------------------