Home

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN#TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN#Hoofdstuk 2 - Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen#Eerste Afdeling - Rechtshandelingen van de Unie#Artikel 288#(oud artikel 249 VEG)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN#TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN#Hoofdstuk 2 - Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen#Eerste Afdeling - Rechtshandelingen van de Unie#Artikel 288#(oud artikel 249 VEG)

26.10.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 326/1


VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE (GECONSOLIDEERDE VERSIE)

ZESDE DEEL

INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN

TITEL I

BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 2

RECHTSHANDELINGEN VAN DE UNIE, VASTSTELLINGSPROCEDURES EN OVERIGE BEPALINGEN

EERSTE AFDELING

RECHTSHANDELINGEN VAN DE UNIE

Artikel 288

(oud artikel 249 VEG)

Teneinde de bevoegdheden van de Unie te kunnen uitoefenen, stellen de instellingen verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen vast.

Een verordening heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Een richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen.

Een besluit is verbindend in al zijn onderdelen. Indien de adressaten worden vermeld, is het alleen voor hen verbindend.

Aanbevelingen en adviezen zijn niet verbindend.