Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN#TITEL II - FINANCIËLE BEPALINGEN#Hoofdstuk 1 - De eigen middelen van de Unie#Artikel 311#(oud artikel 269 VEG)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN#TITEL II - FINANCIËLE BEPALINGEN#Hoofdstuk 1 - De eigen middelen van de Unie#Artikel 311#(oud artikel 269 VEG)
26.10.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 326/1 |
VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE (GECONSOLIDEERDE VERSIE)
ZESDE DEEL
INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL II
FINANCIËLE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1
DE EIGEN MIDDELEN VAN DE UNIE
Artikel 311
(oud artikel 269 VEG)
De Unie voorziet zich van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en aan haar beleid uitvoering te geven.
De begroting wordt, onverminderd andere ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd.
De Raad stelt, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit vast houdende de bepalingen die van toepassing zijn op het stelsel van eigen middelen van de Unie. In dit kader kunnen nieuwe categorieën van eigen middelen worden vastgesteld, dan wel bestaande categorieën worden ingetrokken. Dit besluit treedt pas in werking na door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen te zijn goedgekeurd.
De Raad stelt volgens een bijzondere wetgevingsprocedure bij verordeningen de uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie vast voor zover het krachtens de derde alinea vastgestelde besluit daarin voorziet. De Raad besluit na goedkeuring door het Europees Parlement.