Home

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#B.VERKLARINGEN BETREFFENDE AAN DE VERDRAGEN GEHECHTE PROTOCOLLEN#49.Verklaring inzake Italië

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie#B.VERKLARINGEN BETREFFENDE AAN DE VERDRAGEN GEHECHTE PROTOCOLLEN#49.Verklaring inzake Italië

7.6.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 202/353


49. Verklaring inzake Italië

De Conferentie neemt er akte van dat het Protocol betreffende Italië, dat in 1957 aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap is gehecht, zoals gewijzigd bij de goedkeuring van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het volgende bepaalde:

"DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

VERLANGENDE bepaalde bijzondere vraagstukken te regelen welke voor Italië van belang zijn,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag zijn gehecht:

DE LIDSTATEN VAN DE GEMEENSCHAP

NEMEN KENNIS van het feit dat de Italiaanse regering een aanvang heeft gemaakt met de tenuitvoerlegging van een tienjarenplan voor economische expansie, dat tot doel heeft een evenwicht tot stand te brengen in de structuur van de Italiaanse economie, met name door de minderontwikkelde streken in het zuiden en op de eilanden toe te rusten en door nieuwe werkgelegenheid te scheppen, ten einde de werkloosheid uit te schakelen.

BRENGEN IN HERINNERING dat dit programma van de Italiaanse regering door organisaties van internationale samenwerking waarvan zij lid zijn, in zijn beginselen en zijn doelstellingen in beschouwing is genomen en goedgekeurd.

ERKENNEN dat het in hun gemeenschappelijk belang is dat de doelstellingen van het Italiaanse programma worden bereikt.

KOMEN OVEREEN, ten einde de vervulling van de taak der Italiaanse regering te vergemakkelijken, aan de instellingen van de Unie aan te bevelen alle in het Verdrag bedoelde middelen en procedures aan te wenden, met name een doeltreffend gebruik te maken van de middelen van de Europese Investeringsbank en het Europees Sociaal Fonds.

ZIJN VAN MENING dat door de instellingen van de Uniebij de toepassing van het Verdrag rekening moet worden gehouden met de krachtsinspanning welke de Italiaanse economie zich gedurende de eerstkomende jaren moet getroosten, en met de wenselijkheid gevaarlijke spanningen te voorkomen, met name in de betalingsbalans en het peil van werkgelegenheid, welke de toepassing van dat Verdrag in Italië in gevaar zouden kunnen brengen.

ERKENNEN in het bijzonder dat er bij de toepassing van de artikelen 109 H en 109 I voor gewaakt moet worden dat de maatregelen welke van de Italiaanse regering worden verlangd, het volbrengen van haar programma voor economische expansie en voor verbetering van de levensstandaard van de bevolking niet aantasten."