Home

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 118/2014 van 27 juni 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 118/2014 van 27 juni 2014 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EU) nr. 1317/2013 van de Commissie van 16 december 2013 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor 2,4-D, beflubutamide, cyclanilide, diniconazool, florasulam, metolachloor en S-metolachloor, en milbemectin in of op bepaalde producten(1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  2. Verordening (EU) nr. 36/2014 van de Commissie van 16 januari 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen voor aminopyralid, chlorantraniliprole, cyflufenamid, mepiquat, metalaxyl-M, propamocarb, pyriofenon en quinoxyfen in of op bepaalde producten(2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  3. Verordening (EU) nr. 51/2014 van de Commissie van 20 januari 2014 tot wijziging van de bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van dimethomorf, indoxacarb en pyraclostrobine in of op bepaalde producten(3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  4. Verordening (EU) nr. 61/2014 van de Commissie van 24 januari 2014 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van cyromazin, fenpropidin, formetanaat, oxamyl en tebuconazool in of op bepaalde producten(4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  5. Verordening (EU) nr. 79/2014 van de Commissie van 29 januari 2014 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor bifenazaat, chloorprofam, esfenvaleraat, fludioxonil en thiobencarb in of op bepaalde producten(5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

  6. Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding bij hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

  7. Bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst worden in punt 40 (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

  • 32013 R 1317: Verordening (EU) nr. 1317/2013 van de Commissie van 16 december 2013 (PB L 339 van 17.12.2013, blz. 1);

  • 32014 R 0036: Verordening (EU) nr. 36/2014 van de Commissie van 16 januari 2014 (PB L 17 van 21.1.2014, blz. 1);

  • 32014 R 0051: Verordening (EU) nr. 51/2014 van de Commissie van 20 januari 2014 (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 13);

  • 32014 R 0061: Verordening (EU) nr. 61/2014 van de Commissie van 24 januari 2014 (PB L 22 van 25.1.2014, blz. 1);

  • 32014 R 0079: Verordening (EU) nr. 79/2014 van de Commissie van 29 januari 2014 (PB L 27 van 30.1.2014, blz. 9).”

.

Artikel 2

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 54zzy (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:

  • 32013 R 1317: Verordening (EU) nr. 1317/2013 van de Commissie van 16 december 2013 (PB L 339 van 17.12.2013, blz. 1);

  • 32014 R 0036: Verordening (EU) nr. 36/2014 van de Commissie van 16 januari 2014 (PB L 17 van 21.1.2014, blz. 1);

  • 32014 R 0051: Verordening (EU) nr. 51/2014 van de Commissie van 20 januari 2014 (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 13);

  • 32014 R 0061: Verordening (EU) nr. 61/2014 van de Commissie van 24 januari 2014 (PB L 22 van 25.1.2014, blz. 1);

  • 32014 R 0079: Verordening (EU) nr. 79/2014 van de Commissie van 29 januari 2014 (PB L 27 van 30.1.2014, blz. 9).”

.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 1317/2013, (EU) nr. 36/2014, (EU) nr. 51/2014, (EU) nr. 61/2014 en (EU) nr. 79/2014 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 28 juni 2014, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden(******).

Artikel 5