Home

Besluit van het Gemengd Comite van de EER nr. 151/2014 van 27 juni 2014 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

Besluit van het Gemengd Comite van de EER nr. 151/2014 van 27 juni 2014 tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting(1).

  2. Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking per 1 januari 2014 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt artikel 15 als volgt gewijzigd:

  1. In lid 2 worden de woorden „en die worden uitgevoerd vóór 1 januari 2014,” toegevoegd na de woorden „lid 1”.

  2. Aan lid 8 wordt het volgende toegevoegd:

    • 32013 R 1296: Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

      Liechtenstein wordt vrijgesteld van deelname en financiële bijdrage aan dit programma. Noorwegen zal alleen deelnemen en financieel bijdragen aan de EURES-pijler van het programma.”

    .

  3. De tekst van lid 5 wordt vervangen door:

    „De EVA-staten nemen met ingang van 1 januari 1999 deel aan de communautaire activiteiten bedoeld in lid 8, eerste streepje, met ingang van 1 januari 2003 aan de activiteiten bedoeld in lid 8, tweede streepje en met ingang van 1 januari 2014 aan de activiteiten bedoeld in lid 8, derde streepje.”

    .

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving op grond van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst(**).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2014.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Gianluca Grippa