Besluit nr. 1/2016 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels van 28 september 2016 inzake het verzoek van Georgië om partij te worden bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels [2016/2126]
Besluit nr. 1/2016 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels van 28 september 2016 inzake het verzoek van Georgië om partij te worden bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels [2016/2126]
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels(1) (hierna „de conventie” genoemd),
Overwegende hetgeen volgt:
In artikel 5, lid 1, van de conventie is bepaald dat een derde partij partij kan worden bij de conventie, mits de kandidaat-lidstaat of het kandidaat-gebied een vrijhandelsovereenkomst met preferentiële oorsprongsregels heeft met ten minste één partij bij de conventie.
Georgië heeft op 23 september 2015 schriftelijk een verzoek om toetreding bij de depositaris van de conventie ingediend.
Georgië heeft een vrijhandelsovereenkomst met twee partijen bij de conventie en voldoet daarmee aan de in artikel 5, lid 1, van de conventie vermelde voorwaarde om partij te worden bij de conventie.
In artikel 4, lid 3, onder b), van de conventie is bepaald dat het Gemengd Comité bij besluit uitnodigingen aan derden vaststelt om tot de conventie toe te treden,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Georgië wordt uitgenodigd om tot de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels toe te treden.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 28 september 2016.
Voor het Gemengd Comité
De voorzitter
Péter Kovàcs