Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 106/2019 van 11 april 2019 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst [2019/1236]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

Verordening (EU) 2019/502 van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2019 betreffende gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het luchtvervoer in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Unie⁽¹⁾ moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
Dit besluit heeft betrekking op de opname in de EER-overeenkomst van unilaterale EU-noodmaatregelen die zijn vastgesteld om de goede werking van de interne markt te waarborgen ingeval het Verenigd Koninkrijk zonder akkoord de EU verlaat (een “no deal”-scenario). De EER-overeenkomst is niet bedoeld om de betrekkingen tussen de EER-staten en het Verenigd Koninkrijk als een derde staat te regelen. Daarom wordt de opname bij wijze van uitzondering aanvaard en op voorwaarde dat de toepassing van de noodmaatregelen beperkt blijft tot de zeer korte periode na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. De opname kan niet als precedent worden gebruikt voor de toekomst en evenmin in andere gevallen die verband houden met EU-maatregelen die gevolgen hebben voor derde landen.
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt na punt 64c (Richtlijn 96/67/EG van de Raad) het volgende ingevoegd:

32019 R 0502: Verordening (EU) 2019/502 van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2019 betreffende gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het luchtvervoer in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Unie (PB L 85I van 27.3.2019, blz. 49).
De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:
artikel 4, lid 3, is niet van toepassing op de EVA-staten;
aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:
“4.
De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het in lid 1 bedoelde comité en hebben binnen dit comité dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht.””.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/502 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 april 2019 of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst^(**), indien dat later is.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.