Home

Verordening nr. 5 tot bepaling van de wijze waarop de financiële bijdragen worden afgeroepen en overgemaakt, de begroting wordt ingericht en de middelen van het Fonds voor de ontwikkeling van de landen en gebieden overzee worden beheerd

Verordening nr. 5 tot bepaling van de wijze waarop de financiële bijdragen worden afgeroepen en overgemaakt, de begroting wordt ingericht en de middelen van het Fonds voor de ontwikkeling van de landen en gebieden overzee worden beheerd

++++

VERORDENING No . 5

tot bepaling van de wijze waarop de financiële bijdragen worden afgeroepen en overgemaakt , de begroting wordt ingericht en de middelen van het Fonds voor de ontwikkeling van de landen en gebieden overzee worden beheerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

Gelet op artikel 132 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ;

Gelet op de artikelen 1 tot en met 7 van de Toepassingsovereenkomst betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Gemeenschap ;

Gezien het voorstel van de Commissie ;

Overwegende dat artikel 6 van de Overeenkomst de Raad de verplichting oplegt , binnen zes maanden na de inwerkingtreding van het Verdrag , de wijze te bepalen waarop de financiële bijdragen worden afgeroepen en overgemaakt , de begroting wordt ingericht en de middelen van het Fonds voor de ontwikkeling van de landen en gebieden overzee worden beheerd ;

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

I . AFROEP EN OVERMAKING VAN DE FINANCIELE BIJDRAGEN

Artikel 1

Elke Lid-Staat stort in zijn nationale valuta de bijdragen , vastgesteld in Bijlage A van de Overeenkomst , op een speciale rekening , genaamd : " Commissie van de Europese Economische Gemeenschap _ Ontwikkelingsfonds voor de landen en gebieden overzee " , welke op verzoek van de Commissie is geopend bij de schatkist van elk land of bij de door de Lid-Staat aangewezen instellingen . De rekening kan luiden in nationale valuta of in E.B.U.-rekeneenheden .

Artikel 2

De jaarlijkse bijdragen zijn op de eerste dag van het boekjaar opeisbaar . Zij worden gestort in een of meer tranches , die voor elke Lid-Staat worden berekend naar evenredigheid van zijn aandeel , dat in Bijlage A van de Overeenkomst is vermeld .

De spreiding en de omvang van de stortingen worden op grond van de behoeften vastgesteld door de Commissie en ter kennis van de Lid-Staten gebracht .

De af te roepen bedragen dekken in beginsel de behoeften van de drie volgende maanden . Indien aan het einde van het boekjaar de jaarlijkse bijdragen niet geheel zijn gestort , zijn de Lid-Staten gehouden , met ingang van de laatste dag van het boekjaar , hetzij het nog verschuldigde bedrag te storten op de speciale rekeningen , bedoeld in artikel 1 bovengenoemd , hetzij dit bedrag ter beschikking te houden van de Commissie in de vorm van een schuldbekentenis op zicht .

De Commissie verdeelt de bedragen welke van de rekeningen , bedoeld in artikel 1 , moeten worden afgeschreven , zoveel mogelijk in evenredigheid met de bijdragen , vermeld in Bijlage A van de Overeenkomst .

Artikel 3

Iedere drie maanden doet de Commissie aan de Raad een opgave van de vervaldata der betalingen en een overzicht van de kaspositie toekomen . Dit laatste wordt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend gemaakt .

Artikel 4

De middelen blijven op de in artikel 1 genoemde rekeningen staan totdat zij door de Commissie worden gebruikt voor de financiering van de projecten , welke overeenkomstig artikel 5 van de Overeenkomst zijn aanvaard .

Vanaf de dag van hun opeisbaarheid en zolang zij op de rekeningen blijven staan , behouden de middelen de waarde welke overeenkomt met de pariteit welke gold op de dag der opeisbaarheid , ten opzichte van de rekeneenheid , bedoeld in de Bijlagen A en B van de Overeenkomst .

Artikel 5

Voor zover noodzakelijk is om de uitgaven verbonden aan de uitvoering van de aanvaarde projecten te verrichten , kan de Commissie , onder voorbehoud dat zij daarvan de betrokken staten in kennis stelt , de saldi welke zij in de valuta van een der Lid-Staten in haar bezit heeft , overmaken in de valuta van een andere Lid-Staat . De Commissie vermijdt dergelijke overmakingen zoveel mogelijk , indien zij saldi beschikbaar heeft in de valuta waaraan zij behoefte heeft .

Artikel 6

Elke Lid-Staat wijst de instanties aan , waarmede de Commissie in contact zal moeten treden met het oog op de in de voorafgaande artikelen bedoelde verrichtingen en deelt de namen van deze instanties aan de Commissie mede .

Artikel 7

De middelen , noodzakelijk voor de financiering van de aanvaarde projecten , worden , overeenkomstig de vervaldata der betalingen , ter beschikking gesteld van de instanties , die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering der werken volgens de modaliteiten , die door de Commissie na raadpleging van de verantwoordelijke Lid-Staat worden vastgesteld op basis van de te verrichten uitgaven en vereffeningen .

II . INRICHTING VAN DE BEGROTING

Artikel 8

Alle verrichtingen betreffende ontvangsten en uitgaven van het Ontwikkelingsfonds , alsmede alle machtigingen tot het aangaan van verplichtingen worden in een speciale begroting opgenomen .

Het begrotingsjaar begint op 1 januari en sluit op 31 december van elk jaar .

Artikel 9

De Commissie legt de Raad uiterlijk op 31 oktober van elk jaar een ontwerp voor met betrekking tot de verdeling volgens overzeese landen en gebieden van de bedragen , bestemd enerzijds voor de financiering van de sociale instellingen en anderzijds voor de financiering der economische investeringen . Het ontwerp gaat vergezeld van de beoordelingsgegevens , nodig voor de toepassing van artikel 4 van de Overeenkomst .

Op basis van dat ontwerp stelt de Raad , overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst , de bedragen vast die vermoedelijk , uit hoofde van de betrokken begroting , zullen worden uitgegeven en verleent hij de machtigingen tot het aangaan van verplichtingen , die zich over meerdere boekjaren uitstrekken .

Artikel 10

Binnen de grenzen van de bedragen door de Raad op grond van artikel 4 van de Overeenkomst vastgesteld , richt de Commissie de speciale begroting in , die volgens de procedure van artikel 5 van de Overeenkomst wordt vastgesteld .

De speciale begroting wordt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt .

Artikel 11

De administratiekosten van het Ontwikkelingsfonds , met inbegrip van de uitgaven voor de uitoefening van de controle en het onderzoek van de projecten door de Commissie , worden opgenomen in de " raming " van de Commissie volgens de artikelen 199 tot 209 van het Verdrag .

Artikel 12

De Commissie voert de speciale begroting uit onder haar eigen verantwoordelijkheid .

Elk half jaar legt zij de Raad een verslag inzake de vordering van de uitvoering van de speciale begroting over en maakt zij dit verslag in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend .

Artikel 13

De Raad stelt overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst de regels vast en organiseert de controle betreffende de verantwoordelijkheid der ordonnateurs en rekenplichtigen . Dit reglement wordt vastgesteld v}}r 31 december 1958 .

Artikel 14

De machtiging tot het aangaan van verplichtingen , waarvan gedurende een boekjaar geen gebruik is gemaakt , blijven voor de volgende boekjaren van kracht .

De betalingskredieten , waarvan aan het eind van het boekjaar geen gebruik is gemaakt , worden op het volgende boekjaar overgedragen en toegevoegd aan de kredieten van dezelfde aard , welke uit hoofde van dit laatste boekjaar voor het betreffende project zijn uitgetrokken .

Artikel 15

Bij de afsluiting van elk boekjaar stelt de Commissie de jaarrekening en de balans van het Ontwikkelingsfonds vast .

Zij legt van het volgende boekjaar deze documenten en de bijbehorende bewijsstukken uiterlijk 31 maart ter onderzoek voor aan de controlecommissie , bedoeld in artikel 206 van het Verdrag .

Te dien einde beschikt de controlecommissie over dezelfde bevoegdheden als die welke haar bij artikel 206 van het Verdrag met betrekking tot de begroting van de Gemeenschap zijn toegekend .

Artikel 16

De Commissie legt elk jaar aan de Raad en aan de Vergadering de rekeningen en de balans over het afgelopen boekjaar voor , te zamen met het Verslag van de controlecommissie .

De Raad verleent met de gekwalificeerde meerderheid van stemmen , vastgesteld in artikel 7 van de Overeenkomst , kwijting aan de Commissie voor de uitvoering van de speciale begroting van het Fonds . Hij doet aan de Vergadering mededeling van zijn beschikking .

III . BEHEER VAN DE MIDDELEN

Artikel 17

De steun , welke door het Fonds verleend wordt voor de uitvoering van bepaalde projecten , kan de vorm aannemen van een deelneming in de financiering , waarin eveneens wordt deelgenomen door kredietverlenende autoriteiten of instellingen , welke een nationaal of internationaal karakter dragen .

Artikel 18

De middelen van het Fonds kunnen slechts worden gebruikt voor de dekking van uitgaven verbonden aan de uitvoering van de projecten , die overeenkomstig de artikelen 2 tot 5 van de Overeenkomst zijn aanvaard .

Zij mogen in geen geval gebruikt worden ter dekking van onderhouds - of exploitatiekosten .

Artikel 19

De in de programma's opgenomen verrichtingen worden gefinancierd uit het Fonds , door middel van niet-terugvorderbare subsidies .

De subsidies kunnen uitsluitend ten goede komen aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die aan de controle van de overheid onderworpen zijn , openbare lichamen , overheidsbedrijven en bedrijven van openbaar nut alsmede semi-overheidslichamen .

Artikel 20

De Commissie is verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van de bepalingen van artikel 132 , lid 4 , van het Verdrag en artikel 5 , lid 4 , van de Overeenkomst .

Zij stelt regels vast teneinde ervoor zorg te dragen dat , in het bijzonder door middel van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen , met inachtneming van een redelijke termijn vooraf bekendheid wordt gegeven aan de mogelijkheid in te schrijven , en dat alle natuurlijke en rechtspersonen die ressorteren onder de Lid-Staten en de in bijlage IV van het Verdrag bedoelde landen en gebieden overzee onder gelijke voorwaarden aan inschrijvingen kunnen deelnemen , met name rekening houdend met de douane - en belastingvoorschriften alsmede met de kwantitatieve beperkingen .

Voordat de storting der middelen plaatsvindt , vergewist zij ten aanzien van elk project zich ervan , dat deze regels in acht zijn genomen en dat de gekozen inschrijving economisch de meest voordelige is , met name als rekening wordt gehouden met de hoedanigheid van de inschrijvers en de garanties die zij bieden , alsmede met de aard van de werkzaamheden of leveranties en de voorwaarden voor de uitvoering daarvan .

Een overzicht van het resultaat van de inschrijvingen van het afgelopen jaar wordt aan de jaarrekening en de jaarlijkse balans van het Fonds bedoeld in artikel 15 bovengenoemd als bijlage toegevoegd .

IV . VERSCHILLENDE BEPALINGEN

Artikel 21

De Lid-Staten die bijzondere betrekkingen onderhouden met de landen en gebieden overzee delen de Raad en de Commissie voor 1 september 1958 de namen mede van de verantwoordelijke instanties , alsmede van de plaatselijke autoriteiten en van de vertegenwoordigende lichamen van de bevolking in de zin van artikel 2 van de Overeenkomst . In aansluiting daarop delen zij de wijzigingen mede , welke daarin mochten optreden .

Artikel 22

De Commissie bepaalt de bijzonderheden van de procedure betreffende de indiening en het onderzoek der financieringsaanvragen in de vorm van een organiek reglement dat zij aan de Raad mededeelt en in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendmaakt .

Dit organiek reglement bepaalt dat de financieringsaanvragen met name de volgende informatieve gegevens dienen te bevatten :

_ omschrijving van de rechtspersoon ten behoeve waarvan de financieringsaanvrage door de instanties , bedoeld in artikel 2 van de Overeenkomst , wordt ingediend ;

_ de toestemming van de plaatselijke autoriteit of van de vertegenwoordiging van de bevolking van het betrokken land of gebied , overeenkomstig artikel 2 bovengenoemd ;

_ de gevolgen van het project voor de sociale en economische ontwikkeling van het betrokken land of gebied , in overeenstemming met artikel 3 van de Overeenkomst ;

_ een technisch voorontwerp en een raming van de financiering van het betreffende project in zijn geheel ;

_ de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering der werken , overeenkomstig artikel 5 , lid 4 van de Overeenkomst ;

_ de eigenaar van hetgeen met de middelen van het Fonds tot stand zal worden gebracht .

Artikel 23

Van de beschikkingen betreffende de goedkeuring van de projecten en de toekenning van de middelen aan de rechtspersoon genoemd in artikel 19 wordt door de Commissie kennis gegeven zowel aan genoemde rechtspersoon als aan alle instanties en autoriteiten bedoeld in artikel 2 van de Overeenkomst .

De rechtspersoon aan wie de middelen ten goede komen , geeft aan de Commissie kennis van zijn instemming binnen een termijn van 60 dagen na de kennisgeving bedoeld in de vorige alinea .

Wanneer de beschikking van de Commissie of van de Raad een belangrijke wijziging in de financieringsmodaliteiten voorzien bij de indiening van het verzoek medebrengt , is de instemming van elk der instanties en autoriteiten bedoeld in de artikelen 2 en 5 , lid 4 , van de Overeenkomst vereist .

Artikel 24

De instanties welke de verantwoording dragen voor de landen en gebieden en die overwegen financieringsaanvragen in te dienen , stellen de Commissie op de hoogte van de ontwikkelingsprogramma's welke voor deze verschillende landen en gebieden bestaan , onder opgave van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van deze programma's . Indien een Lid-Staat erom verzoekt , geeft de Commissie deze gegevens aan de Raad door .

Artikel 25

In de beschikkingen tot goedkeuring van de projecten en tot toekenning van de middelen wordt bepaald , dat voor de geschillen die bij de uitvoering daarvan tussen de Gemeenschap enerzijds en de rechtspersoon bedoeld in artikel 19 bovengenoemd anderzijds zouden kunnen rijzen , het Hof van Justitie bevoegd is .

Artikel 26

De Commissie legt de voorstellen tot wijziging van dit reglement voor aan de Raad , die overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst beslist .

Van de bepalingen van dit reglement kan slechts worden afgeweken bij een beschikking van de Raad , die beslist volgens de procedure bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst .

Deze Verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , de 2de december 1958 .

Voor de Raad

De Voorzitter

L . ERHARD