Home

Richtlijn 66/683/EEG van de Commissie van 7 november 1966 houdende opheffing van alle verschillen in behandeling tussen binnenlandse produkten en produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten, ten aanzien van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die het gebruik van bedoelde ingevoerde produkten verbieden en het gebruik van produkten uit het eigen land voorschrijven, dan wel van het gebruik van produkten uit het eigen land de toekenning van voordelen afhankelijk stellen

Richtlijn 66/683/EEG van de Commissie van 7 november 1966 houdende opheffing van alle verschillen in behandeling tussen binnenlandse produkten en produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten, ten aanzien van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die het gebruik van bedoelde ingevoerde produkten verbieden en het gebruik van produkten uit het eigen land voorschrijven, dan wel van het gebruik van produkten uit het eigen land de toekenning van voordelen afhankelijk stellen

Richtlijn 66/683/EEG van de Commissie van 7 november 1966 houdende opheffing van alle verschillen in behandeling tussen binnenlandse produkten en produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten, ten aanzien van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die het gebruik van bedoelde ingevoerde produkten verbieden en het gebruik van produkten uit het eigen land voorschrijven, dan wel van het gebruik van produkten uit het eigen land de toekenning van voordelen afhankelijk stellen

Publicatieblad Nr. 220 van 30/11/1966 blz. 3748 - 3750


++++

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 7 november 1966

houdende opheffing van alle verschillen in behandeling tussen binnenlandse produkten en produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten , ten aanzien van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die het gebruik van bedoelde ingevoerde produkten verbieden en het gebruik van produkten uit het eigen land voorschrijven , dan wel van het gebruik van produkten uit het eigen land de toekenning van voordelen afhankelijk stellen

( 66/683/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , en met name op artikel 33 , lid 7 ,

Overwegende dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het Verdrag wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de Lid-Staten bestonden welke voorschrijven dat produkten die geheel of gedeeltelijk worden gebruikt van oorsprong uit het eigen land moeten zijn of geen ingevoerde produkten mogen zijn ;

Overwegende dat bij de inwerkingtreding van het Verdrag wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen bestonden die de toekenning van bepaalde voordelen afhankelijk stellen van het gehele of gedeeltelijke gebruik van een produkt van oorsprong uit het eigen land ;

Overwegende dat dergelijke bepalingen , doordat zij afzetgebieden voor de produkten uit het eigen land reserveren , een belemmering vormen voor de invoer die zou kunnen plaatsvinden indien deze bepalingen niet bestonden , dat zij derhalve een zelfde werking hebben als kwantitatieve invoerbeperkingen ;

Overwegende dat artikel 33 , lid 7 , niet van toepassing is op de in artikel 92 bedoelde steunmaatregelen ;

Overwegende dat wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van voornoemde aard zich moeilijk lenen voor een geleidelijke aanpassing met het oog op de opheffing van verschillen in behandeling tussen de produkten uit het eigen land en de produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten ;

Overwegende dat reeds een belangrijk deel van de overgangsperiode is verstreken en dat ten aanzien van de door wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van voornoemde aard beschermde nationale produkties voldoende tijd is gelaten voor een voorbereiding van de opheffing van verschillen in behandeling tussen de produkten uit het eigen land en de produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten ;

Overwegende dat de conjuncturele ontwikkeling het mogelijk heeft gemaakt de douane - en contingentaire bescherming tussen de Lid-Staten v}}r de in het Verdrag vastgestelde tijdstippen af te schaffen en dat met name de contingentering voor het merendeel der produkten in iedere Lid-Staat is afgeschaft ; dat bovendien maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen verboden zijn voor landbouwprodukten welke vallen onder verordeningen houdende de totstandbrenging van gemeenschappelijke marktordeningen ;

Overwegende dat wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van voornoemde aard , waarop artikel 37 , lid 1 , van het Verdrag van toepassing is of welke een integrerend bestanddeel van een nationale landbouwmarktordening vormen , niet onder artikel 33 , lid 7 , van het Verdrag vallen ;

Overwegende dat bepaalde produkten van de sectoren suiker en oliën en vetten niet in alle Lid-Staten onder een nationale marktordening vallen ; dat door toepassing van deze richtlijn op bedoelde produkten v}}r de inwerkingtreding van de door de Raad vast te stellen verordeningen houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke marktordening in de sector van bedoelde produkten , in bepaalde Lid-Staten moeilijkheden zouden kunnen rijzen ; dat het derhalve dienstig is voor de betrokken produkten de opheffing van verschillen in behandeling tussen de produkten uit het eigen land en de uit de andere Lid-Staten ingevoerde produkten , ten aanzien van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van voornoemde aard , uit te stellen tot de inwerkingtreding van de desbetreffende verordeningen ;

Overwegende dat de Raad de Commissie heeft verzocht hem een voorstel voor te leggen betreffende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak en daarnaast voorstellen te doen betreffende de aanpassing van de monopolies en de opheffing van de discriminaties in de sector tabak ; dat het daarom dienstig is de opheffing van verschillen in behandeling tussen produkten uit het eigen land en uit de andere Lid-Staten ingevoerde produkten uit te stellen ten aanzien van de bepalingen van voornoemde aard welke zijn vervat in de Duitse wet betreffende de belasting op tabak ( Tabaksteuergesetz ) van 6 mei 1953 , gewijzigd op 17 januari 1963 ;

Overwegende dat de Commissie is verzocht v}}r 14 maart 1967 een voorstel voor te leggen betreffende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten voor gewone consumptiewijn die ertoe moet leiden dat uiterlijk 31 oktober 1969 het vrije verkeer voor deze produkten tot stand is gebracht ; dat gelijktijdig met deze ordening van de markt de harmonisatie van de wettelijke bepalingen in deze sector moet worden verwezenlijkt ; dat het daarom dienstig is de opheffing van verschillen in behandeling tussen produkten uit het eigen land en uit de andere Lid-Staten ingevoerde produkten uit te stellen ten aanzien van de bepalingen van voornoemde aard welke zijn vervat in de Duitse wet betreffende wijn van 25 juli 1930 , gewijzigd bij de wet van 4 juni 1957 ;

Overwegende dat het dienstig is deze richtlijn niet toe te passen op voorschriften die van de verwerking van produkten van bepaalde oorsprong het gebruik afhankelijk stellen van benamingen en merken die de oorsprong aanduiden en die door hun aard aan een bepaalde oorsprong van de verwerkte produkten doen denken ;

Overwegende dat voor wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van voornoemde aard die betrekking hebben op aanbestedingen van de staat , territoriale lichamen van de staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen een afzonderlijke richtlijn zal worden vastgesteld ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN GEGEVEN :

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op de bij de inwerkingtreding van het Verdrag bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen :

a ) die het gehele of gedeeltelijke gebruik van een ingevoerd produkt verbieden ;

b ) die het gehele of gedeeltelijke gebruik van een produkt uit het eigen land voorschrijven ;

c ) die de toekenning van een voordeel , anders dan steun in de zin van artikel 92 van het Verdrag , afhankelijk stellen van het gehele of gedeeltelijke gebruik van een produkt uit het eigen land .

Onder " gebruik " in de zin van dit artikel moet worden verstaan de aanwending , het verbruik en de toepassing bij be - en verwerkingsprocédés .

Artikel 2

De Lid-Staten treffen uiterlijk op 1 februari 1967 alle nodige maatregelen voor de opheffing van de in artikel 1 bedoelde bepalingen van elk verschil in behandeling tussen de produkten uit het eigen land en de produkten die krachtens de artikelen 9 en 10 van het Verdrag in het vrije verkeer moeten worden toegelaten .

Artikel 3

Deze richtlijn is niet van toepassing op bepalingen :

a ) die onder artikel 37 , lid 1 , van het Verdrag vallen ;

b ) die een integrerend bestanddeel van de nationale ordening ener landbouwmarkt uitmaken ;

c ) die betrekking hebben op de in de bijlage bij deze richtlijn vermelde produkten ;

d ) die vallen onder de wet van de Bondsrepubliek Duitsland van 6 mei 1953 , gewijzigd op 17 januari 1963 , betreffende de belasting op tabak ( Tabaksteuergesetz ) ;

e ) die vallen onder artikel 2 , tweede alinea , en artikel 14 , derde alinea , van de wet van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende wijn van 25 juli 1930 , gewijzigd bij de wet van 4 juni 1957 .

Artikel 4

Deze richtlijn is niet van toepassing op :

a ) voorschriften betreffende benamingen en merken welke de oorsprong aangeven ;

b ) bepalingen betreffende aanbestedingen van de staat , territoriale lichamen van de staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot alle Lid-Staten .

Brussel , 7 november 1966 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Walter HALLSTEIN

BIJLAGE

bedoeld in artikel 3 c )

Nummer van het

gemeenschappelijk * Omschrijving

douanetarief

* A . Produkten van de sector oliën en vetten

12.01 * Oliehoudende zaden en vruchten , ook indien gebroken

12.02 * Meel van oliehoudende zaden en vruchten , waaruit olie niet is

* afgescheiden , met uitzondering van mosterdmeel

15.04 * Vetten en oliën , van vis of van zeezoogdieren , ook indien ge -

* raffineerd

ex 15.07 * Plantaardige vette oliën , vloeibaar of vast , met uitzondering van

* olijfolie , ruw , gezuiverd of geraffineerd

15.12 * Gedeeltelijk of geheel gehydrogeneerde dierlijke of plantaardige

* vetten en oliën , door elk ander proces gehard , ook indien gezuiverd

* doch niet verder bereid

15.13 * Margarine , kunstreuzel en andere bereide spijsvetten

ex 15.17 * Afvallen , afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dier -

* lijke of plantaardige was , met uitzondering van die welke olie

* bevatten die de kenmerken van olijfolie bezit

ex 23.04 * Perskoeken en andere bij de winning van plantaardige oliën ver -

* kregen afvallen , met uitzondering van droesem of bezinksel , als -

* mede van perskoeken van olijven en andere bij de winning van

* olijfolie verkregen afvallen

* B . Produkten van de sector suiker

12.04 * Suikerbieten , ook indien gesneden , vers , gedroogd of in poeder ;

* suikerriet

17.01 * Beetwortelsuiker en rietsuiker , in vaste vorm

ex 17.02 * Andere suikers ( met uitzondering van lactose ( melksuiker ) en van

* glucose ) ; suikerstroop ( met uitzondering van melksuikerstroop en

* glucosestroop ) ; kunsthonig , ook indien met natuurhonig vermengd ;

* karamel

17.03 * Melasse , ook indien ontkleurd

ex 17.05 * Suiker ( met uitzondering van lactose en glucose ) , stroop ( met uit -

* zondering van melksuikerstroop en glucosestroop ) en melasse , ge -

* aromatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen ( vanillesuiker en

* vanillinesuiker daaronder begrepen ) , met uitzondering van vruchte -

* sap , waaraan suiker is toegevoegd , ongeacht in welke verhouding

20.03 * Bevroren vruchten met toegevoegde suiker

20.04 * Vruchten , vruchteschillen , planten en plantedelen , gekonfijt met

* suiker ( uitgedropen , geglaceerd of uitgekristalliseerd )

ex 20.05 * Jam , gelei , marmelade , vruchtenmoes en vruchtenpasta , door koken

* of stoven verkregen , met toegevoegde suiker

ex 20.06 B * Op andere wijze bereide of verduurzaamde vruchten ( andere dan

* noten en grondnoten ) , ook indien met toegevoegde suiker of

* alcohol

ex 20.07 * Ongegiste vruchtesappen ( met inbegrip van druivemost ) en onge -

* giste groentesappen , zonder toegevoegde alcohol , met toegevoegde

* suiker