67/741/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 28 november 1967 betreffende het gebruik voor bepaalde goederentransporten over de weg van machtigingen overeenkomstig de modellen bedoeld in de richtlijn van de Raad van 13 mei 1965 betreffende de eenmaking van bepaalde regels met betrekking tot de machtigingen voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
67/741/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 28 november 1967 betreffende het gebruik voor bepaalde goederentransporten over de weg van machtigingen overeenkomstig de modellen bedoeld in de richtlijn van de Raad van 13 mei 1965 betreffende de eenmaking van bepaalde regels met betrekking tot de machtigingen voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
67/741/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 28 november 1967 betreffende het gebruik voor bepaalde goederentransporten over de weg van machtigingen overeenkomstig de modellen bedoeld in de richtlijn van de Raad van 13 mei 1965 betreffende de eenmaking van bepaalde regels met betrekking tot de machtigingen voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
Publicatieblad Nr. 296 van 06/12/1967 blz. 0009 - 0009
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0102
++++
( 1 ) PB no . 88 van 24 . 5 . 1965 , blz . 1469/65 .
( 2 ) PB no . 70 van 6 . 8 . 1962 , blz . 2005/62 .
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE
van 28 november 1967
betreffende het gebruik voor bepaalde goederentransporten over de weg van machtigingen overeenkomstig de modellen bedoeld in de richtlijn van de Raad van 13 mel 1965 betreffende de eenmaking van bepaalde regels met betrekking tot de machtigingen voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten
( 67/741/EEG )
Krachtens de bepalingen van de richtlijn van de Raad ( 65/269/EEG ) van 13 mei 1965 ( 1 ) moeten de machtigingen die afgegeven worden voor het verrichten van goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten sedert 1 januari 1966 naar gelang van het geval overeenkomen met het model van de ritmachtiging dan wel van de termijnmachtiging , opgenomen in de bijlage van genoemde richtlijn , waarvan deze modellen een integrerend deel uitmaken . Anderzijds mag vervoer als bedoeld in bijlage II van de eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 inzake de vaststelling van bepaalde gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer ( 2 ) niet onderworpen worden aan een contingenteringsstelsel , maar kan het wel onderworpen blijven aan een vergunningsstelsel voor zover daaruit generlei kwantitatieve beperking voortvloeit .
Gezien de ervaring opgedaan bij de gezamenlijke toepassing van beide richtlijnen lijkt het gewenst de administratieve formaliteiten bij de afgifte van machtigingen voor dit vervoer te vereenvoudigen en bij deze machtigingen een lijst te voegen van het vervoer waarop bijlage II van de richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betrekking heeft .
Om deze redenen en op grond van artikel 155 van het Verdrag beveelt de Commissie de Lid-Staten aan , onverminderd de toepassing van gunstigere nationale bepalingen :
_ termijn - en ritmachtigingen voor vervoer als bedoeld in bijlage II van de eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 op zodanige wijze at te geven dat zij geldig zijn voor dergelijk vervoer tussen de Lid-Staat die de machtiging afgeeft en de vijf andere Lid-Staten alsmede in transito over het grondgebied van deze staten ;
_ in de rubriek " eventuele beperkingen " , die op deze machtigingen voorkomt , de vermelding " slechts geldig voor het in de bijlage aangegeven vervoer " aan te brengen ;
_ aan deze vervoermachtigingen een bijlage te hechten waarin in de vier talen van de Gemeenschap het vervoer wordt vermeld waarop bijlage II van de richtlijn van 23 juli 1962 betrekking heeft .
Brussel , 28 november 1967 .
Voor de Commissie
De Voorzitter
Jean REY