Home

69/174/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 22 mei 1969 aan de Lid-Staten betreffende de verklaringen inzake de beroepsuitoefening in het land van herkomst, bedoeld in artikel 5, lid 2, van de richtlijn 68/366/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken (klassen 20 en 21 C.I.T.I.)

69/174/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 22 mei 1969 aan de Lid-Staten betreffende de verklaringen inzake de beroepsuitoefening in het land van herkomst, bedoeld in artikel 5, lid 2, van de richtlijn 68/366/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken (klassen 20 en 21 C.I.T.I.)

69/174/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 22 mei 1969 aan de Lid-Staten betreffende de verklaringen inzake de beroepsuitoefening in het land van herkomst, bedoeld in artikel 5, lid 2, van de richtlijn 68/366/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken (klassen 20 en 21 C.I.T.I.)

Publicatieblad Nr. L 146 van 18/06/1969 blz. 0004 - 0006


++++

( 1 ) PB nr . L 260 van 22 . 10 . 1968 , blz . 12 .

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 1969

aan de Lid-Staten betreffende de verklaringen inzake de beroepsuitoefening in het land van herkomst , bedoeld in artikel 5 , lid 2 , van de richtlijn 68/366/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken ( klassen 20 en 21 C.I.T.I . )

( 69/174/EEG )

1 . In artikel 4 van de door de Raad op 15 oktober 1968 vastgestelde richtlijn betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken ( klassen 20 en 21 C.I.T.I . ) ( 1 ) is bepaald , dat de daadwerkelijke uitoefening van de in de richtlijn genoemde werkzaamheden gedurende bepaalde minimumperioden als zelfstandige of als niet-zelfstandige door onderdanen van de Lid-Staten in een andere Lid-Staat wordt erkend als voldoende bewijs van de kennis en bekwaamheid , die in andere Lid-Staten van de eigen onderdanen voor de toegang tot en de uitoefening van het beroep worden verlangd . Overeenkomstig artikel 5 , lid 1 , brengen de Lid-Staten waarin de genoemde voorwaarden voor de toegang tot of de uitoefening van de werkzaamheden bestaan , de overige Lid-Staten met medewerking van de Commissie op de hoogte van de wezenlijke kenmerken van het beroep ( beroepsomschrijving ) .

Ter uitvoering van het bovenstaande bepaalt artikel 5 , lid 2 :

" De door het land van herkomst daartoe aangewezen bevoegde instantie verklaart welke beroepswerkzaamheden de begunstigde werkelijk heeft verricht en gedurende welke tijd . De verklaring dient te zijn afgestemd op de beroepsbeschrijving , medegedeeld door de Lid-Staat waarin de begunstigde het beroep tijdelijk of blijvend wil uitoefenen . "

2 . Hoewel de richtlijn de afgifte van de verklaringen dwingend voorschrijft , wordt hun verdere uitwerking aan de Lid-Staten overgelaten . Ter verlichting van de taak van de instanties en bevoegde organen , belast met het controleren van de verklaringen uit verschillende Lid-Staten , en ter vermijding van vergissingen , lijkt het echter noodzakelijk zoveel mogelijk gelijkluidende formulieren te bezigen , welke voldoen aan de in artikel 4 vervatte criteria .

3 . Om deze redenen en krachtens artikel 155 van het Verdrag doet de Commissie van de Europese Gemeenschappen de Lid-Staten de aanbeveling alle nodige maatregelen te treffen , opdat de verklaringen , bedoeld in artikel 5 , lid 2 , van de richtlijn betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken worden afgegeven in overeenstemming met het model , dat als bijlage bij deze aanbeveling is gevoegd .

Brussel , 22 mei 1969 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Jean REY

BIJLAGE

... ...

( Instantie of bevoegd orgaan ) ( Plaats )

VERKLARING

betreffende verrichte werkzaamheden

overeenkomstig artikel 5 , lid 2 , van richtlijn 68/366/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken ( klassen 20 en 21 ( C.I.T.I . )

( Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nr . L 260 van 22 oktober 1968 , blz . 12 )

De heer

Mevrouw ...

( Naam , voornamen )

Mejuffrouw

geboren ... te ...

nationaliteit ...

wonende te ...

I . is blijkens de overgelegde getuigschriften werkzaam geweest in het beroep van ... , waarbij hij / zij de in bijlage dezes afzonderlijk genoemde werkzaamheden heeft verricht ,

waarvan

* Jaren * Maanden

1 . als zelfstandige

a ) van ... tot ... in ...

( Plaats )

b ) van ... tot ... in ...

2 . als bedrijfsleider ( ster ) ( 1 )

a ) van ... tot ... in ...

b ) van ... tot ... in ...

3 . in een leidende functie

a ) van ... tot ... in ... ,

daarvan in technische functies met verantwoordelijkheid voor ten minste één

sector van de onderneming

van ... tot ... in ...

b ) van ... tot ... in ... ,

daarvan in technische functies met verantwoordelijkheid voor ten minste één

sector van de onderneming

van ... tot ... in ...

4 . als niet-zelfstandige

a ) van ... tot ... in ...

b ) van ... tot ... in ... .

( 1 ) Tot de taken van de bedrijfsleider behoort met name de commerciële en technische leiding van het bedrijf .

II . heeft het bewijs geleverd , in het beroep van ... een voorafgaande opleiding te hebben genoten ,

van ... tot ...

welke werd afgesloten met het ...

...

( Benaming van het door de staat erkende getuigschrift of diploma )

...

( Orgaan dat het getuigschrift / diploma heeft afgegeven )

of welke door

...

( Bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie )

als volwaardig is erkend .

Deze verklaring geldt tegenover de bevoegde instanties in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen als bewijs van de genoten opleiding of van de verrichte werkzaamheden , bij de indiening van het verzoek tot het verkrijgen van de volgens het in het ontvangende land geldende recht eventueel vereiste toestemming tot de uitoefening van ëen in richtlijn 68/366/EEG genoemde zelfstandige beroepsuitoefening .

Datum ...

Zegel / Ondertekening

1 . Beroepsomschrijving ...

( In het land van herkomst )

...

( In het ontvangende land )

2 . Naam , bedrijf en adres van de * Nauwkeurige beschrijving van de verrichte werkzaamheden ( volgens de

onderneming ( ingeval nr . I-3 tevens * beroepsomschrijving van het ontvangende land , zoals in het overzicht van

taak van de afdeling opgeven ) : * de Commissie van de Europese Gemeenschappen gebezigd ( liefst met ge -

* bruikmaking van de daar voorkomende nummers ) :

... * ...