Home

Verordening (EEG) nr. 1267/69 van de Raad van 30 juni 1969 houdende vaststelling van de speciale voorschriften die van toepassing zijn bij de invoer in de Gemeenschap van onder Verordening (EEG) nr. 1059/69 vallende goederen van oorsprong uit Griekenland

Verordening (EEG) nr. 1267/69 van de Raad van 30 juni 1969 houdende vaststelling van de speciale voorschriften die van toepassing zijn bij de invoer in de Gemeenschap van onder Verordening (EEG) nr. 1059/69 vallende goederen van oorsprong uit Griekenland

++++

( 1 ) PB nr . L 141 van 12 . 6 . 1969 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . 135 van 30 . 6 . 1967 , blz . 2888/67 .

( 3 ) PB nr . 183 van 5 . 8 . 1967 , blz . 5 .

( 4 ) PB nr . 195 van 28 . 10 . 1966 , blz . 3361/66 .

( 5 ) PB nr . L 139 van 22 . 6 . 1968 , blz . 4 .

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1267/69 VAN DE RAAD

van 30 juni 1969

houdende vaststelling van de speciale voorschriften die van toepassing zijn bij de invoer in de Gemeenschap van onder Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 vallende goederen van oorsprong uit Griekenland

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 van de Raad van 28 mei 1969 tot regeling van het handelsverkeer van bepaalde goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten ( 1 ) , inzonderheid op artikel 12 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Raad , in afwachting van een in onderlinge overeenstemming tussen de Gemeenschap en Griekenland getroffen regeling , bij Verordening nr . 214/67/EEG ( 2 ) , gewijzigd bij Verordening nr . 407/67/EEG ( 3 ) , speciale voorschriften heeft vastgesteld betreffende de onder Verordening nr . 160/66/EEG vallende produkten in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten en Griekenland ;

Overwegende dat deze speciale voorschriften in wezen bestaan uit de toepassing door de Lid-Staten van het vaste element dat zij in hun onderlinge handelsverkeer toepassen , alsmede het variabele element dat overeenkomstig artikel 12 van Verordening nr . 160/66/EEG ( 4 ) wordt vastgesteld , op de betrokken goederen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 7 en 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Griekenland ; dat het variabele element echter forfaitair verlaagd wordt met 40 % bij de invoer van rahat loukoum en van halva , van deegwaren en van de produkten voor menselijke consumptie van post 21.07 van het gemeenschappelijk douanetarief , die suiker , zuivelprodukten , granen of produkten op basis van granen bevatten ; dat bovendien in artikel 2 van Verordening nr . 407/67/EEG de te volgen procedure is bepaald voor het geval de toepassing van deze regeling ernstige moeilijkheden voor een of meer Lid-Staten met zich meebrengt ;

Overwegende dat deze voorschriften , overeenkomstig artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 760/68 van de Raad van 18 juni 1968 tot een nieuwe verlenging van de geldigheidsduur van Verordening nr . 214/67/EEG en van Verordening nr . 407/67/EEG ( 5 ) van toepassing zijn tot de totstandkoming van een in onderlinge overeenstemming tussen de Gemeenschap en Griekenland getroffen regeling en uiterlijk tot en met 30 juni 1969 ;

Overwegende dat de werkzaamheden voor de totstandbrenging van genoemde regeling nog niet zijn afgesloten ; dat niettemin de oorspronkelijke redenen voor bovengenoemde speciale voorschriften van kracht blijven ; dat het derhalve wenselijk is de thans geldende regeling te verlengen ;

Overwegende dat de bij Verordening nr . 160/66/EEG ingevoerde handelsregeling met ingang van 1 juli 1969 door die van Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 wordt vervangen ; dat het , gezien deze vervanging , wenselijk is de bijzondere voorschriften die op de in de Gemeenschap uit Griekenland ingevoerde goederen van toepassing zijn in een nieuwe tekst samen te vatten ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Bij de invoer in de Gemeenschap van goederen uit Griekenland die onder Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 vallen en die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 7 en 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Griekenland :

a ) wordt geen vast element geheven ;

b ) wordt het volgens de bepalingen van genoemde verordening vastgestelde variabele element geheven .

2 . Bij de invoer van de hierna vermelde goederen wordt het in lid 1 , sub b ) , bedoelde variabele element forfaitair verlaagd met 40 % :

Nr . van het

gemeen -

* Omschrijving

schappelijk

douanetarief

17.04 * Suikerwerk zonder cacao

* ex D overig :

* _ Rahat loukoum ; halva

19.03 * Deegwaren

ex 21.07 * Produkten voor menselijke consump -

* tie , elders genoemd noch elders onder

* begrepen , die suiker , zuivelprodukten ,

* granen of produkten op basis van gra -

* nen bevatten

Artikel 2

Indien uit de toepassing van de bepalingen van artikel 1 , lid 2 , ernstige moeilijkheden voor de produktie in de Gemeenschap voortvloeien , brengt de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een of meer Lid-Staten bij de Raad verslag uit over de situatie , eventueel met voorstellen tot wijziging van genoemde bepalingen . Wanneer een dergelijk verzoek bij de Commissie wordt ingediend , brengt zij binnen vier werkdagen na ontvangst van dit verzoek haar verslag uit aan de Raad .

De Raad neemt het verslag van de Commissie onverwijld in behandeling en spreekt zich , in voorkomend geval , over de door haar ingediende voorstellen uit overeenkomstig artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 1059/69 .

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1969 .

Zij is van toepassing tot de totstandkoming van de in onderlinge overeenstemming tussen de Gemeenschap en Griekenland getroffen regeling en uiterlijk tot en met 30 juni 1970 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 30 juni 1969 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . P . BUCHLER