Verordening (EEG) nr. 2118/69 van de Raad van 28 oktober 1969 tot wijziging van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 18/69 betreffende de voorafgaande vaststelling van de restitutie bij uitvoer van olijfolie
Verordening (EEG) nr. 2118/69 van de Raad van 28 oktober 1969 tot wijziging van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 18/69 betreffende de voorafgaande vaststelling van de restitutie bij uitvoer van olijfolie
++++
( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .
( 2 ) PB nr . L 314 van 31 . 12 . 1968 , blz . 1 .
( 3 ) PB nr . 197 van 29 . 10 . 1966 , blz . 3393/66 .
( 4 ) PB nr . L 3 van 7 . 1 . 1969 , blz . 1 .
VERORDENING ( EEG ) Nr . 2118/69 VAN DE RAAD
van 28 oktober 1969
tot wijziging van de geldigheidsduur van Verordening ( EEG ) nr . 18/69 betreffende de voorafgaande vaststelling van de restitutie bij uitvoer van olijfolie
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2146/68 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 18 , lid 2 ,
Gelet op Verordening nr . 162/66/EEG van de Raad van 27 oktober 1966 betreffende het handelsverkeer in oliën en vetten tussen de Gemeenschap en Griekenland ( 3 ) , inzonderheid op artikel 8 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Overwegende dat de tijdens het verkoopseizoen 1968/1969 opgedane ervaring de doelmatigheid heeft aangetoond van de regeling die is ingesteld bij Verordening ( EEG ) nr . 18/69 van de Raad van 20 december 1968 houdende aanvulling van Verordening nr . 171/67/EEG met bepalingen betreffende de voorafgaande vaststelling van de restitutie bij uitvoer van olijfolie ( 4 ) ; dat het bijgevolg dienstig is , de beperking van de geldigheidsduur van genoemde verordening op te heffen ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
De tweede alinea van artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 18/69 vervalt .
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 31 oktober 1969 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Luxemburg , 28 oktober 1969 .
Voor de Raad
De Voorzitter
P . LARDINOIS