Home

Verordening (EEG) nr. 281/71 van de Commissie van 9 februari 1971 tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard, bedoeld in artikel 3, sub e), van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970

Verordening (EEG) nr. 281/71 van de Commissie van 9 februari 1971 tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard, bedoeld in artikel 3, sub e), van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970

Verordening (EEG) nr. 281/71 van de Commissie van 9 februari 1971 tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard, bedoeld in artikel 3, sub e), van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970

Publicatieblad Nr. L 033 van 10/02/1971 blz. 0011 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0115
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0053
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0115
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0057
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0170
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0168
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 1 blz. 0168


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 281/71 VAN DE COMMISSIE

van 9 februari 1971

tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard , bedoeld in artikel 3 , sub e ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970 betreffende de invoering van een boekhouding van de uitgaven voor de wegen voor het vervoer per spoor , over de weg en over de binnenwateren ( 1 ) , inzonderheid op artikel 3 , sub e ) , en artikel 9 , lid 2 ,

Gezien de adviezen van de leden van het Comité van Regeringsdeskundigen ,

Overwegende dat krachtens genoemde verordening van de Raad voor verschillende categorieën wegen geen boekhouding van de uitgaven plaatsvindt ; dat zulks onder meer het geval is voor bepaalde waterwegen van maritieme aard , waarvan de Commissie de lijst moet vaststellen ;

Overwegende dat bij de vaststelling van deze lijst rekening dient te worden gehouden met het verkeersaandeel van de binnenscheepvaart op de waterwegen van maritieme aard of met het belang voor deze wegen van de invoering van een boekhouding van de uitgaven voor de wegen , gezien vanuit het standpunt van de invoering van een geldelijke regeling voor het gebruik van de wegen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Enig artikel

De lijst van waterwegen van maritieme aard , bedoeld in artikel 3 , sub e ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970 , wordt vastgesteld zoals aangegeven in bijlage bij deze verordening , welke een integrerend deel van de verordening uitmaakt .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 9 februari 1971 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Franco M . MALFATTI

( 1 ) PB nr . L 130 van 15 . 6 . 1970 , blz . 4 .

BIJLAGE

Lijst van waterwegen van maritieme aard , bedoeld in artikel 3 , sub e ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970

Koninkrijk België

- Beneden-Zeeschelde/Escaut maritime inférieur

- Zeekanaal Gent-Terneuzen stroomafwaarts van de ringvaart van Gent/Canal maritime Grand-Terneuzen , à l'aval de la branche nord du canal circulaire de Gand

Bondsrepubliek Duitsland

- Nord-Ostsee-Kanal

- Untere Ems

- Unterweser

- Unterelbe

Franse Republiek

- Seine , stroomafwaarts van de Jeanne-d'Arc-brug te Rouen

- Loire , stroomafwaarts van Nantes ( samenstroming met de Erdre )

- Garonne , stroomafwaarts van de pont de Pierre te Bordeaux , en Gironde

Koninkrijk der Nederlanden

- Noordzeekanaal

- Rotterdamse Waterweg en Nieuwe Maas

- Westerschelde

- Kanaal Gent-Terneuzen