Verordening (EEG) nr. 688/72 van de Commissie van 28 maart 1972 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1767/68 van de Commissie betreffende het stelsel van de minimumprijzen bij uitvoer van bloembollen en bloemknollen naar derde landen
Verordening (EEG) nr. 688/72 van de Commissie van 28 maart 1972 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1767/68 van de Commissie betreffende het stelsel van de minimumprijzen bij uitvoer van bloembollen en bloemknollen naar derde landen
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 688/72 VAN DE COMMISSIE
van 28 maart 1972
tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1767/68 van de Commissie betreffende het stelsel van de minimumprijzen bij uitvoer van bloembollen en bloemknollen naar derde landen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt ( 1 ) , en met name op artikel 7 , lid 2 ,
Overwegende dat in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1767/68 van de Commissie van 6 november 1968 betreffende het stelsel van de minimumprijzen bij uitvoer van bloembollen en bloemknollen naar derde landen ( 2 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1946/70 ( 3 ) , wordt bepaald dat de minimumprijzen bij uitvoer elk jaar uiterlijk op 31 oktober worden vastgesteld , behalve voor Begonia , Sinningia , Gladiolen , Dahlia en Lilium waarvan de minimumprijzen uiterlijk op 31 december moeten worden vastgesteld , en dat elke Lid-Staat jaarlijks , voor 1 december voor Begonia , Sinningia , Gladiolen , Dahlia en Lilium en voor 15 oktober voor de andere produkten welke onderworpen zijn aan het stelsel van minimumprijzen bij uitvoer , alle gegevens verstrekt welke dienstig zijn voor de beoordeling van de prijsontwikkeling op de internationale markten en van het niveau van de vast te stellen minimumprijzen ;
Overwegende dat de ervaring leert dat de Lid-Staten niet in staat zijn de in artikel 1 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1767/68 bedoelde inlichtingen binnen de gestelde termijn te verstrekken ; dat ten einde een juiste toepassing van die verordening te waarborgen de data voor het verstrekken van deze inlichtingen en bijgevolg voor de vaststelling van de minimumprijzen bij uitvoer van de verschillende bloembollen en bloemknollen derhalve dienen te worden gewijzigd ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor levende planten en produkten van de bloementeelt ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . De eerste twee zinnen van artikel 1 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1767/68 komen als volgt te luiden :
" 1 . De in artikel 7 van Verordening ( EEG ) nr . 234/68 bedoelde minimumprijzen bij uitvoer worden elk jaar vastgesteld :
- uiterlijk op 31 maart voor Begonia , Sinningia , Gladiolen , Dahlia en Lilium ,
- uiterlijk op 31 januari voor de andere produkten .
Deze prijzen gelden voor de produkten van de oogst volgende op de datum van vaststelling . "
2 . In lid 3 van hetzelfde artikel worden de data 1 december en 15 oktober vervangen door de data 1 maart respectievelijk 1 januari .
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 28 maart 1972 .
Voor de Commissie
De Voorzitter
S . L . MANSHOLT
( 1 ) PB nr . L 55 van 2 . 3 . 1968 , blz . 1 .
( 2 ) PB nr . L 271 van 7 . 11 . 1968 , blz . 7 .
( 3 ) PB nr . L 215 van 30 . 9 . 1970 , blz . 15 .