Home

Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt

Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt

Verordening (EEG) nr. 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt

Publicatieblad Nr. L 100 van 27/04/1972 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0103
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(II) blz. 0333
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0103
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(II) blz. 0347
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0193
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0197
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0197


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 845/72 VAN DE RAAD

van 24 april 1972

tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde produkten ( 1 ) de maatregelen zijn aangegeven die van toepassing zijn op het handelsverkeer in zijderupsen en eieren van zijderupsen , zonder dat evenwel is voorzien in steunmaatregelen binnen de Gemeenschap ; dat de teelt van zijderupsen belangrijk is voor de economie van bepaalde gebieden in de Gemeenschap ; dat deze activiteit een aanvullende bron van inkomsten vormt voor de landbouwers van die gebieden ; dat derhalve maatregelen dienen te worden getroffen die ertoe kunnen bijdragen om aan de zijderupsentelers een redelijk inkomen te verzekeren ;

Overwegende dat het daartoe noodzakelijk is dat er maatregelen kunnen worden genomen om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken en dat aan de zijderupsenteelt steun wordt verleend ter vervanging van nationale steunregelingen voor dit produkt ; dat het gezien de kenmerken van deze teelt dienstig is de steun te verlenen in de vorm van een forfaitair bedrag per gebruikte doos zijderupseneieren ;

Overwegende dat de uitgaven van de Lid-Staten ingevolge de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende verplichtingen door de Gemeenschap dienen te worden gefinancierd overeenkomstig de bepalingen betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Ter bevordering van initiatieven van de betrokken sector van het bedrijfsleven waardoor de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt kan worden vergemakkelijkt , kunnen er op kwaliteitsverbetering gerichte communautaire maatregelen worden genomen voor zijderupsen van post 01.06 C van het gemeenschappelijk douanetarief , alsmede voor eieren van zijderupsen van post 05.15 B van het gemeenschappelijk douanetarief .

2 . Voor zover de bepalingen van lid 1 betrekking hebben op de doelstellingen van artikel 39 , lid 1 , sub a ) , van het Verdrag kunnen zij worden toegepast in het kader van gemeenschappelijke acties in de zin van artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 2 ) .

Artikel 2

1 . Met ingang van het teeltseizoen 1972/1973 wordt er een steunregeling ingevoerd voor in de Gemeenschap geteelde zijderupsen . De steun , waarvan het bedrag in de gehele Gemeenschap gelijk is , wordt ieder jaar voor 1 augustus vastgesteld voor het teeltseizoen dat het daaropvolgende jaar ingaat . De steun voor het teeltseizoen 1972/1973 wordt echter voor 1 juni 1972 vastgesteld .

2 . Het steunbedrag wordt vastgesteld per voor de produktie gebruikte doos eieren van zijderupsen en wel zo dat het ertoe bijdraagt , de zijderupsentelers een redelijk inkomen te verzekeren , gelet op de toestand van de markt van cocons en ruwe zijde , op de te verwachten ontwikkeling daarvan en op de invoerpolitiek .

De steun wordt verleend aan de zijderupsentelers voor de gebruikte dozen eieren van zijderupsen , mits :

- deze dozen een nader te bepalen minimumhoeveelheid eieren bevatten , en

- de rupsenteelt met goed gevolg is voltooid .

3 . Het steunbedrag wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

4 . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de algemene voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast .

5 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep ( 3 ) .

Artikel 3

Het teeltseizoen voor zijderupsen begint ieder jaar op 1 april en eindigt op 31 maart van het daaropvolgende jaar .

Artikel 4

De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens . Deze gegevens worden bepaald volgens de procedure van artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 1308/70 .

Volgens dezelfde procedure wordt de wijze waarop deze gegevens worden medegedeeld en verspreid vastgesteld .

Artikel 5

De bepalingen betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn van toepassing op de in artikel 1 bedoelde produkten .

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 24 april 1972 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . THORN

( 1 ) PB nr . L 151 van 30 . 6 . 1968 , blz . 16 .

( 2 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 13 .

( 3 ) PB nr . L 146 van 4 . 7 . 1970 , blz . 1 .