Home

Verordening (EEG) nr. 1717/72 van de Commissie van 8 augustus 1972 met betrekking tot de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

Verordening (EEG) nr. 1717/72 van de Commissie van 8 augustus 1972 met betrekking tot de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

Verordening (EEG) nr. 1717/72 van de Commissie van 8 augustus 1972 met betrekking tot de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

Publicatieblad Nr. L 181 van 09/08/1972 blz. 0011 - 0013
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0239
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(III) blz. 0808
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0239
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(III) blz. 0849
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 6 blz. 0067
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 6 blz. 0067


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1717/72 VAN DE COMMISSIE

van 8 augustus 1972

met betrekking tot de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1411/71 ( 2 ) , met name op artikel 6 , lid 7 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1075/71 ( 4 ) , met name op artikel 7 bis ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 974/71 van de Raad van 12 mei 1971 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector ( 5 ) , met name op artikel 6 ,

Overwegende dat de toestand van de botermarkt in de Gemeenschap wordt gekenmerkt door het bestaan van voorraden , die zijn ontstaan ten gevolge van interventies op de botermarkt volgens artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 ;

Overwegende dat het niet mogelijk is deze botervoorraden in de loop van dit melkprijsjaar onder normale voorwaarden af te zetten ; dat het aanbeveling verdient de verlenging van de opslag wegens de daaruit voortvloeiende hoge kosten te vermijden ; dat het derhalve noodzakelijk is passende maatregelen te treffen , die de afzet van de boter bevorderen ;

Overwegende dat de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen zonder winstoogmerk een dergelijke maatregel vormt ;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de Lid-Staten waarborgen dat de boter niet aan haar bestemming wordt onttrokken ; dat ingeval de boter in een andere Lid-Staat wordt verkocht bijzondere maatregelen dienen te worden getroffen , met name het gebruik van het controle-exemplaar , dat is voorzien bij Verordening ( EEG ) nr . 2315/69 van de Commissie van 19 november 1969 betreffende het gebruik van de documenten voor communautair douanevervoer met het oog op de toepassing van communautaire maatregelen welke een controle op het gebruik en/of de bestemming van goederen met zich brengen ( 6 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 595/71 ( 7 ) ;

Overwegende dat het rekening houdend met de geringe aankoopprijs van de betrokken boter niet nodig is de compenserende bedragen , die zijn voorzien bij Verordening ( EEG ) nr . 974/71 van de Raad , in het handelsverkeer van deze boter toe te passen ;

Overwegende dat het aanbeveling verdient nu reeds bepalingen vast te stellen , die rekening houden met de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken , Ierland , het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Ten verbruike in de Gemeenschap wordt overgegaan tot verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 en die vanaf 1 mei 1972 is opgeslagen .

2 . Iedere Lid-Staat kan bepalen welke van de op zijn grondgebied gevestigde instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk in aanmerking komen voor de verkoop tegen verlaagde prijs .

Artikel 2

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen opdat er sprake is van een extra-verbruik van de boter en dat deze uitsluitend dient voor de bijzondere bestemming ervan .

Artikel 3

1 . De boter wordt door het interventiebureau afkoelhuis verkocht tegen een minimumprijs van 35 rekeneenheden per 100 kg .

2 . Elke verkopende Lid-Staat kan een minimaal aan te kopen hoeveelheid vaststellen .

Artikel 4

1 . De boter wordt slechts verkocht op vertoon van een bon , afgegeven door de bevoegde instantie van de Lid-Staat op wiens grondgebied de begunstigde instelling zich bevindt . Een copie van deze bon wordt onmiddellijk gezonden aan het verkopende interventiebureau .

2 . De afgifte van de bon is onderworpen aan :

- de schriftelijke verbintenis van de begunstigde om de boter slechts te laten gebruiken door verbruikers die tot zijn instelling behoren ,

- het op de dag bijhouden van de documenten , die het mogelijk maken het gebruik van de boter vast te stellen ,

- de goede uitvoering van de verbintenissen die zijn aangegaan bij eventueel voorgaande toewijzingen .

3 . Op deze bon zijn met name de volgende gegevens vermeld :

a ) de naam en het adres van de betrokken instelling of gemeenschap en van de verantwoordelijke gemachtigde of van de tussenpersoon ;

b ) het aantal verbruikers , behorende tot de betrokken instelling ;

c ) de hoeveelheid boter waarop de bon recht geeft ;

d ) de aanduiding van de periode , die overeenkomt met de toewijzing ;

e ) het voor de uitvoering van de levering voorziene interventiebureau .

De geldigheidsduur van de bon is ten hoogste 90 dagen , te rekenen van de dag van afgifte , die in deze termijn is inbegrepen .

4 . De in lid 3 , sub c ) , bedoelde hoeveelheid boter wordt vastgesteld op basis van het aantal betrokken verbruikers en van het nationaal of gewestelijk hoofdelijk gemiddeld verbruik , dat door de Lid-Staat is vastgesteld . De voor deze vaststelling aan te houden tijdsduur mag niet langer zijn dan 90 dagen .

Artikel 5

1 . De boter wordt geleverd af-koelhuis .

2 . De boter wordt onmiddellijk na levering tot en met de aankomst op haar bestemming onder douanetoezicht geplaatst of onderworpen aan een administratieve controle die dezelfde waarborgen biedt .

3 . De boter wordt geleverd in verpakkingen waarop duidelijk leesbaar en onuitwisbaar één of meer van de volgende vermeldingen zijn aangebracht :

" Interventieboter verkocht overeenkomstig Verordening ( EEG ) nr . 1717/72 " ,

" Beurre d'intervention vendu au titre du règlement ( CEE ) n * 1717/72 " ,

" Gemaess Verordnung ( EWG ) Nr . 1717/72 verkaufte Interventionsbutter " ,

" Burro d'ammasso venduto a norma del regolamento ( CEE ) n . 1717/72 " .

Artikel 6

1 . De levering van de boter is afhankelijk van het stellen van een waarborg van 155 rekeneenheden per 100 kg , in de volgende gevallen :

- wanneer de aankoop geschiedt door een tussenpersoon ,

- wanneer de hoeveelheid die het voorwerp uitmaakt van de koopovereenkomst groter is dan 5 ton , of

- wanneer de betrokken instelling of gemeenschap is gevestigd in een andere Lid-Staat dan de verkopende Lid-Staat .

2 . De waarborg wordt , naar keuze van de Lid-Staat , gesteld in de vorm van een cheque , geadresseerd aan het interventiebureau of in de vorm van een zekerheid , die voldoet aan de door de betrokken Lid-Staat vastgestelde criteria .

Artikel 7

Wanneer de in artikel 1 bedoelde instelling of gemeenschap is gevestigd in een andere Lid-Staat - hierna te noemen Lid-Staat van bestemming - dan de verkopende Lid-Staat kan het bewijs van aankomst van de boter op haar bijzondere bestemming slechts worden geleverd door de overlegging van het in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 2315/69 bedoelde controle-exemplaar .

De vakken 101 , 103 en 104 van het controle-exemplaar moeten worden ingevuld . Vak 104 wordt ingevuld door de niet van toepassing zijnde vermeldingen door te halen en bij het tweede gedachtenstreepje één van de hiernavolgende vermeldingen aan te brengen :

" bestemd voor instelling of gemeenschap zonder winstoogmerk - Verordening ( EEG ) nr . 1717/72 " ,

" destiné à institution ou collectivité sans but lucratif - règlement ( CEE ) n * 1717/72 " ,

" fuer gemeinnuetzige Einrichtung gemaess Verordnung ( EWG ) Nr . 1717/72 bestimmt " ,

" destinato a istituzione o collettività senza scopi di lucro a norma del regolamento ( CEE ) n . 1717/72 " .

Artikel 8

1 . Behoudens overmacht , wordt de in artikel 6 bedoelde waarborg slechts vrijgegeven voor de hoeveelheden waarvoor aan de bevoegde instantie een door de autoriteiten , die de in artikel 5 , lid 2 , bedoelde controle hebben verricht , afgegeven certificaat is overgelegd , dat de boter te bestemder plaatse is aangekomen .

Wanneer de boter is geleverd in een andere Lid-Staat dan de verkopende Lid-Staat wordt dit bewijs geleverd door het in artikel 7 bedoelde controleexemplaar .

2 . Ingeval van overmacht stelt de bevoegde instantie de maatregelen vast , die zij in de gegeven omstandigheden noodzakelijk acht .

Artikel 9

De bij Verordening ( EEG ) nr . 974/71 vastgestelde compenserende bedragen zijn niet van toepassing op de krachtens deze verordening verkochte boter .

Artikel 10

Op 1 februari 1973 worden de artikelen 5 en 7 als volgt gewijzigd :

1 . Artikel 5 , lid 3 , wordt aangevuld met de volgende vermeldingen :

" Intervention butter sold in accordance with Regulation ( EEC ) N * 1717/72 " ,

" Interventionssmoer solgt i henhold til forordning ( EOEF ) Nr . 1717/72 " ,

" Intervensjonssmoer solgt i henhold til forordning ( EOEF ) Nr . 1717/72 " .

2 . Artikel 7 , tweede alinea , wordt aangevuld met de volgende vermeldingen :

" intended for a non-profit making institution or organization ... Regulation ( EEC ) N * 1717/72 " ,

" bestemt for institutioner eller samfund der ikke arbejder med gevinst for oeje ... forordning ( EOEF ) Nr . 1717/72 " ,

" bestemt for institusjoner som ikke driver ervervsmessig virksomhet ... forordning ( EOEF ) Nr . 1717/72 " .

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 8 augustus 1972 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

S . L . MANSHOLT

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .

( 2 ) PB nr . L 148 van 3 . 7 . 1971 , blz . 4 .

( 3 ) PB nr . L 169 van 18 . 7 . 1968 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 116 van 28 . 5 . 1971 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 106 van 12 . 5 . 1971 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 295 van 24 . 11 . 1969 , blz . 14 .

( 7 ) PB nr . L 69 van 23 . 3 . 1971 , blz . 7 .