Home

73/415/EEG: Besluit van de Commissie van 31 oktober 1973 betreffende de gespecialiseerde afdeling ,,rijst' ' van het Raadgevend Comité voor granen

73/415/EEG: Besluit van de Commissie van 31 oktober 1973 betreffende de gespecialiseerde afdeling ,,rijst' ' van het Raadgevend Comité voor granen

73/415/EEG: Besluit van de Commissie van 31 oktober 1973 betreffende de gespecialiseerde afdeling ,,rijst' ' van het Raadgevend Comité voor granen

Publicatieblad Nr. L 355 van 24/12/1973 blz. 0026 - 0027
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0060
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0102


++++

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 31 oktober 1973

betreffende de gespecialiseerde afdeling " rijst " van het Raadgevend Comité voor granen

( 73/415/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Overwegende dat bij besluit van de Commissie van 22 juli 1964 ( 1 ) , gewijzigd bij besluit van 15 mei 1970 ( 2 ) , een gespecialiseerde afdeling " rijst " van het Raadgevend Comité voor granen is ingesteld ;

Overwegende dat het niet nodig is gebleken het aantal leden en de verdeling van de zetels in dit Comité te wijzigen naar aanleiding van de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap ;

Overwegende dat de tekst van het bovengenoemde besluit evenwel op enige punten van ondergeschikt belang moet worden aangepast ; dat het duidelijkheidshalve de voorkeur verdient de tekst volledig te herzien ,

BESLUIT :

Artikel 1

De tekst van het besluit van 22 juli 1964 betreffende de oprichting van een gespecialiseerde afdeling " rijst " van het Raadgevend Comité voor granen wordt door de volgende tekst vervangen :

" Artikel 1

1 . Bij de Commissie wordt een gespecialiseerde afdeling " rijst " van het Raadgevend Comité voor granen ingesteld , hierna de afdeling rijst te noemen .

2 . In de afdeling rijst zijn de volgende economische groeperingen vertegenwoordigd : de landbouwproducenten , de landbouwcooperaties , de landbouw - en voedingsmiddelenindustrie , de handel in landbouwprodukten en voedingsmiddelen , de werknemers in de landbouw - en voedingsmiddelensector , alsmede de consumenten .

Artikel 2

1 . De afdeling rijst kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende de toepassing van de verordeningen inzake de gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt , en met name over de maatregelen welke de Commissie in het kader van die verordeningen meent te moeten nemen .

2 . De voorzitter van de afdeling rijst kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat de afdeling rijst geraadpleegd wordt over een aangelegenheid ten aanzien waarvan zij bevoegd is en waarover aan de afdeling rijst geen advies is gevraagd . Hij doet zulks met name op verzoek van één der vertegenwoordige economische groeperingen .

Artikel 3

1 . De afdeling rijst bestaat uit tweëntwintig leden .

2 . De zetels worden als volgt verdeeld :

- acht voor de rijstproducenten ,

- drie voor de rijstcooperaties ,

- twee voor de rijstpellerijen ,

- een voor de industrie welke rijst en breukrijst verbruikt ,

- twee voor de rijsthandel ,

- vier voor de werknemers in de landbouw en in de voedingsmiddelensector ,

- twee voor de consumenten .

Artikel 4

1 . De leden van de afdeling rijst worden door de Commissie benoemd op voordracht van de op het vlak van de Gemeenschap bestaande beroepsorganisaties die het meest representatief zijn voor de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde economische groeperingen en waarvan die activiteiten in het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de graansector vallen ; de vertegenwoordigers van de consumenten worden echter benoemd op voorstel van het " Raadgevend Comité van consumenten " .

Voor elk van de beschikbare zetels stellen deze organismen twee kandidaten van verschillende nationaliteit voor .

2 . De leden van de afdeling rijst worden voor een periode van drie jaar benoemd . Zij zijn herbenoembaar . Voor de functies welke de leden van de afdeling rijst vervullen wordt geen bezoldiging toegekend .

Na afloop van deze periode van drie jaar blijven de leden van de afdeling rijst in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn wordt voorzien .

Bij ontslag of overlijden voor het einde van de periode van drie jaar eindigt de ambtstermijn van een lid .

Ook kan de ambtstermijn van een lid worden beëindigd op verzoek van het organisme dat hem heeft voorgedragen .

Het lid wordt voor de overblijvende periode van zijn ambtstermijn vervangen volgens de procedure van lid 1 .

3 . De lijst van de leden wordt ter informatie door de Commissie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 5

Het voorzitterschap van de afdeling rijst wordt door de voorzitter van het Raadgevend Comité voor granen uitgeoefend .

De afdeling rijst kiest voor een periode van drie jaar een voorzitter en twee vice-voorzitters . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde der aanwezige leden .

De afdeling rijst kan met dezelfde meerderheid andere leden aan het bureau toevoegen . In dat geval omvat het bureau , naast de voorzitter , ten hoogste één vertegenwoordiger van elk der vertegenwoordigde economische groeperingen .

Het bureau is belast met de voorbereiding en de organisatie van de werkzaamheden van de afdeling rijst .

Artikel 6

Op verzoek van één de vertegenwoordigde economische groeperingen kan de voorzitter een afgevaardigde van deze groepering uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen van de afdeling rijst . Hij kan onder dezelfde voorwaarden iedere persoon die speciaal bevoegd is met betrekking tot een bepaald agendapunt verzoeken als deskundige aan de werkzaamheden van de afdeling rijst deel te nemen ; de deelneming van de deskundigen aan de besprekingen blijft beperkt tot de aangelegenheid waarvoor zij zijn uitgenodigd .

Artikel 7

De afdeling rijst kan werkgroepen vormen om de werkzaamheden te vergemakkelijken .

Artikel 8

1 . De afdeling rijst wordt door de Commissie bijeengeroepen en vergadert in de plaats waar de Commissie haar zetel heeft . Het bureau wordt in overleg met de Commissie door de voorzitter bijeengeroepen .

2 . De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie wonen de vergaderingen van de afdeling rijst , van het bureau en van de werkgroepen

3 . De diensten van de Commissie belasten zich met het secretariaat van de afdeling rijst , van het bureau en van de werkgroepen .

Artikel 9

De besprekingen in de afdeling rijst hebben betrekking op de Commissie gevraagde adviezen . Er wordt niet over gestemd .

De Commissie mag , wanneer zij de afdeling rijst om advies verzoekt , de termijn bepalen waarbinen het advies moet worden uitgebracht .

De standpunten van de in de afdeling rijst vertegenwoordigde economische groeperingen worden verden vermeld in een verslag dat aan de Commissie wordt toegezonden .

Indien er met betrekking tot het gevraagde advies eenstemmigheid bestaat in de afdeling rijst , stelt de afdeling gemeenschappelijke conclusies op , welke bij het verslag van de besprekingen worden gevoegd .

De resultaten van de besprekingen in de afdeling rijst worden door de Commissie ter kennis gebracht van de Raad of de Comités van beheer , indien deze organen daarom verzoeken .

Artikel 10

Overminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag , zijn de leden van de afdeling rijst gehouden de inlichtingen , welke in verband met de werkzaamheden van de afdeling rijst of van de werkgroepen aan hen zijn verstrekt , niet openbaar te maken , indien de Commissie mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid welke een vertrouwelijk karakter draagt .

In dat geval nemen alleen de leden van de afdeling rijst en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aan de vergaderingen deel . "

Artikel 2

Het onderhavige besluit treedt in werking op 31 oktober 1973 .

Gedaan te Brussel , 31 oktober 1973 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

François-Xavier ORTOLI

( 1 ) PB nr . 122 van 29 . 7 . 1964 , blz . 2051 tot 2053/64 .

( 2 ) PB nr . L 121 van 4 . 6 . 1970 , blz . 14 en 15 .