Home

Verordening (EEG) nr. 422/73 van de Raad van 22 januari 1973 betreffende de toepassing van Besluit nr. 2/72 van het Gemengd Comité tot vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk

Verordening (EEG) nr. 422/73 van de Raad van 22 januari 1973 betreffende de toepassing van Besluit nr. 2/72 van het Gemengd Comité tot vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk

Verordening (EEG) nr. 422/73 van de Raad van 22 januari 1973 betreffende de toepassing van Besluit nr. 2/72 van het Gemengd Comité tot vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk

Publicatieblad Nr. L 059 van 05/03/1973 blz. 0029


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 422/73 VAN DE RAAD

van 22 januari 1973

betreffende de toepassing van Besluit nr . 2/72 van het Gemengd Comité tot vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat op 22 juli 1972 een Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk ( 1 ) werd ondertekend en dat deze Overeenkomst op 1 oktober 1972 in werking is getreden ;

Overwegende dat het Gemengd Comité op 6 oktober 1972 Besluit nr . 2/72 tot vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst heeft goedgekeurd , zulks uit hoofde van artikel 17 , lid 2 , van Protocol nr . 3 betreffende de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " en de methoden van administratieve samenwerking , welk Protocol een integrerend deel uitmaakt van deze Overeenkomst ;

Overwegende dat de bepalingen van dit besluit in de Gemeenschap moeten worden toegepast ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Wat de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreft , zijn de bepalingen van het aan deze verordening gehechte Besluit nr . 2/72 van 6 oktober 1972 van het Gemengd Comité van toepassing .

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 22 januari 1973 .

Voor de Raad

De Voorzitter

L . TINDEMANS

( 1 ) PB nr . L 223 van 29 . 9 . 1972 , blz . 1 .

BIJLAGE

BESLUIT Nr . 2/72 VAN HET GEMENGD COMITE

houdende vaststelling van de methoden van administratieve samenwerking op douanegebied voor de toepassing van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk

HET GEMENGD COMITE ,

Gelet op de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk , ondertekend te Brussel op 22 juli 1972 ,

Gelet op Protocol nr . 3 betreffende de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " en de methoden van administratieve samenwerking , inzonderheid op artikel 17 ,

Overwegende dat het voor de goede werking van de Overeenkomst noodzakelijk is , een nauwe administratieve samenwerking tussen de Partijen bij de Overeenkomst tot stand te brenge , ten einde de correcte en uniforme toepassing te waarborgen van de douanebepalingen van de Overeenkomst en met name van die van Protocol nr . 3 betreffende de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " en de methoden van administratieve samenwerking ,

BESLUIT :

Artikel 1

1 . De exporteur of zijn tot het ondertekenen van de uitvoeraangifte gemachtigde vertegenwoordiger , moet onder de verantwoordelijkheid van eerstgenoemde de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 aanvragen .

Deze aanvraag wordt gedaan door middel van een formulier A.OS.1 , dat moet worden ingevuld overeenkomstig het bepaalde in Titel II van Protocol nr . 3 betreffende de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " en de methoden voor administratieve samenwerking , hierna te noemen " Protocol nr . 3 " , en overeenkomstig de aan de ommezijde van het eerste blad van dit formulier vermelde voorschriften .

2 . De exporteur of zijn vertegenwoordiger voegt bij zijn aanvraag alle stukken die het bewijs kunnen leveren dat de uit te voeren goederen in aanmerking kunnen komen voor afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 .

Artikel 2

1 . De douaneautoriteiten van het land van uitvoer dienen erop toe te zien dat het formulier A.OS.1 naar behoren wordt ingevuld . Zij gaan inzonderheid na , of het vak dat voor de omschrijving van goederen is bestemd zodanig is ingevuld dat iedere mogelijkheid van frauduleuze toevoegingen is uitgesloten . Te dien einde moet de omschrijving van de goederen zonder ruimte tussen de regels worden ingevuld . Wanneer het vak niet geheel is ingevuld , moet onder de laatste regel een horizontale streep worden getrokken , terwijl het niet-ingevulde gedeelte wordt doorgehaald .

2 . Aangezien het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 het bewijsstuk is voor de toepassing van de preferentiële regeling inzake douanerechten en contingenten die in de Overeenkomst is vastgesteld , moet het douanekantoor van het land van uitvoer zorgvuldig de oorsprong van de goederen nagaan en de andere verklaringen op het certificaat controleren .

Artikel 3

1 . Het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 wordt door de douaneautoriteiten van een Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap afgegeven , indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als zijnde " produkten van oorsprong " uit de Gemeenschap in de zin van Protocol nr . 3 .

2 . Ten einde na te gaan of de voorwaarde van lid 1 is vervuld , kunnen de douaneautoriteiten alle bewijsstukken opvragen of iedere controle uitoefenen die zij nuttig oordelen .

3 . De douaneautoriteiten van de Lid-Staat weigeren een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 af te geven , indien uit de voorgelegde uitvoerdocumenten blijkt dat de goederen waarop het certificaat betrekking heeft , niet voor Oostenrijk bestemd zijn .

Artikel 4

1 . Het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 wordt door de douaneautoriteiten van Oostenrijk afgegeven , indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als zijnde " produkten van oorsprong " uit Oostenrijk in de zin van Protocol nr . 3 .

2 . Ten einde na te gaan of de voorwaarde van lid 1 is vervuld , kunnen de douaneautoriteiten alle bewijsstukken opvragen of iedere controle uitoefenen die zij nuttig oordelen .

3 . De douaneautoriteiten van Oostenrijk weigeren een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 af te geven , indien uit de voorgelegde uitvoerdocumenten blijkt dat de goederen waarop het certificaat betrekking heeft , niet voor de Gemeenschap bestemd zijn .

Artikel 5

In het voor de douane bestemde gedeelte van de certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 moet een verwijzing voorkomen naar de datum en het model of naar het volgnummer van het uivoerdocument op grond waarvan de verklaring van de exporteur voor eensluidend is gewaarmerkt .

Artikel 6

De afdruk van het dienststempel van het douanekantoor wordt aangebracht met een bij voorkeur stalen stempel . De Lid-Staten en Oostenrijk stellen elkaar door bemiddeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in kennis van de modellen van de afdrukken der door deze kantoren gebruikte soorten stempels .

Artikel 7

1 . Een of meer certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 kunnen steeds worden vervangen door een of meer certificaten A.OS.1 , op voorwaarde dat dit geschiedt op het douanekantoor waar de goederen zich bevinden .

2 . Wanneer het nieuwe certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 betrekking heeft op oorspronkelijk uit een Lid-Staat of uit Oostenrijk ingevoerde goederen die in ongewijzigde staat worden wederuitgevoerd , moet het land waarin het oorspronkelijke certificaat is afgegeven , op het nieuwe certificaat zijn vermeld .

Artikel 8

1 . Wanneer , als gevolg van een vergissing , onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden geen aanvraag voor een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 is gedaan bij de uitvoer van de goederen , kan het certificaat worden afgegeven na de daadwerkelijke uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft . In dit geval moet de exporteur :

- hierom schriftelijk verzoeken onder opgave van de aard , de hoeveelheid , de wijze van verpakking van de goederen en de erop voorkomende merktekens , alsmede van de plaats en de datum van verzending ;

- onder opgave van de redenen verklaren , dat bij de uitvoer van de betrokken goederen geen certificaat is afgegeven ;

- een volledig ingevuld en ondertekend formulier A.OS.1 bijvoegen .

2 . De douaneautoriteiten kunnen een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 eerst a posteriori afgeven , na te hebben nagegaan of de in het verzoek van de exporteur voorkomende gegevens overeenstemmen met die van het betreffende dossier .

De a posteriori afgegeven certificaten moeten zijn voorzien van één van de volgende , in rode inkt aangebrachte vermeldingen : " NACHTRAGLICH AUSGESTELLT " , " DELIVRE A POSTERIORI " , " RILASCIATO A POSTERIORI " , " AFGEGEVEN A POSTERIORI " .

3 . Het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 kan slechts a posteriori door de douaneautoriteiten worden afgegeven , indien de goederen reeds bij het vertrek bestemd waren om naar het grondgebied van een der Partijen bij de Overeenkomst te worden verzonden .

Artikel 9

Bij diefstal , verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 kan de exporteur aan de douaneautoriteiten die het hebben afgegeven , om een duplicaat verzoeken , dat wordt opgesteld op basis van de uitvoerdocumenten die in het bezit zijn van de douaneautoriteiten . Het aldus afgegeven duplicaat moet voorzien zijn van een van de volgende , in rode inkt aangebrachte vermeldingen : " DUPLIKAT " , " DUPLICATA " , " DUPLICATO " , " DUPLICAAT " .

Het duplicaat waarop de datum van het oorspronkelijk certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 moet worden aangebracht , wordt op die datum van kracht .

Artikel 10

De certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 die na het verstrijken van de termijn voor de overlegging , bedoeld in artikel 9 van Protocol nr . 3 bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden overgelegd , kunnen worden aanvaard met het oog op de toepassing van de preferentiële regeling , wanneer het niet in acht nemen van de termijn is te wijzen aan overmacht of uitzonderlijke omstandigheden .

Afgezien van dergelijke gevallen kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de certificaten aanvaarden , wanneer de goederen bij hen zijn aangeboden voor het verstrijken van die termijn .

Artikel 11

Het constateren van geringe verschillen tussen de gegevens op het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 en de gegevens op de documenten welke voor het vervullen van de invoerformaliteiten op het douanekantoor worden overgelegd , leidt niet ipso facto tot ongeldigheid van het certificaat , indien duidelijk komt vast te staan dat het certificaat overeenstemt met de aangeboden goederen .

Artikel 12

De Lid-Staten en Oostenrijk treffen alle nodige maatregelen , ten einde te voorkomen dat goederen die onder dekking van een certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 worden verhandeld en die tijdens hun vervoer in een vrije zone op hun grondgebied verblijven , aldaar worden verwisseld of andere dan de gebruikelijke behandelingen die bestemd zijn om ze in goede staat te bewaren , ondergaan .

Artikel 13

1 . Formulieren A.OS.2 mogen slechts worden gebruikt voor postzendingen ( postpakketten daaronder begrepen ) tot een waarde van 1 000 rekeneenheden per zending .

2 . De exporteur of zijn vertegenwoordiger moet onder de verantwoordelijkheid van eerstgenoemde beide delen van het formulier A.OS.2 invullen en ondertekenen .

Indien voor de in de zending vervatte goederen in het land van uitvoer reeds een controle werd ingesteld in verband met de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " , kan de exporteur in de rubriek " opmerkingen " van het formulier A.OS.2 ( deel 1 ) naar deze controle verwijzen .

3 . De exporteur brengt , hetzij op het groene etiket model C 1 , hetzij op de douaneaangifte C 2/CP 3 of C 2 M/CP 3 M , de vermelding " A.OS.2 " aan , gevolgd door het volgnummer van het gebruikte formulier A.OS.2 . Hij brengt deze vermelding en dit nummer eveneens aan op de factuur betreffende de in de zending vervatte goederen .

Artikel 14

Voor goederen die zich bevinden in aan particulieren gerichte kleine zendingen of in de persoonlijke bagage van reizigers behoeft geen certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 te worden overgelegd of een formulier A.OS.2 te worden opgesteld , mits het invoer betreft die voldoet aan de voorwaarden gesteld bij artikel 15 van Protocol nr . 3 .

Artikel 15

1 . De controle a posteriori van de certificaten inzake goederenverkeer A.OS.1 en van de formulieren A.OS.2 wordt bij wijze van steekproef verricht of telkens wanneer de douaneautoriteiten van de Staat van invoer gegronde twijfel koesteren ten aanzien van de echtheid van het document en de juistheid van de gegevens inzake de oorsprong van de betrokken goederen of van sommige bestanddelen daarvan .

2 . Ter toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 of deel 1 van het formulier A.OS.2 terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer onder vermelding van de redenen naar vorm of inhoud die een onderzoek rechtvaardigen . Indien de factuur of een afschrift daarvan is overgelegd , voegen zij dit document bij deel 1 van het formulier A.OS.2 , en verstrekken zij alle inlichtingen die zij hebben kunnen verkrijgen en die de indruk wekken dat de gegevens op het certificaat of op het formulier onjuist zijn .

Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer , in afwachting van het resultaat van de controle , besluiten de toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst op te schorten , stellen zij aan de importeur voor , de goederen vrij te geven onder voorbehoud van de nodig geachte conservatoire maatregelen .

3 . De resultaten van de controle a posteriori worden uiterlijk binnen een termijn van drie maanden medegedeeld aan de douaneautoriteiten van het land van invoer . Aan de hand daarvan moet kunnen worden nagegaan , of het betwiste certificaat inzake goederenverkeer A.OS.1 of formulier A.OS.2 van toepassing is op de daadwerkelijk uitgevoerde goederen en of die goederen inderdaad aanleiding kunnen geven tot toepassing van de preferentiële regeling .

Indien tussen de douaneautoriteiten van het land van invoer en die van het land van uitvoer geen overeenstemming kan worden bereikt over de betwiste punten of indien deze punten moeilijkheden opleveren met betrekking tot de interpretatie van Protocol nr . 3 , dan worden deze punten voorgelegd aan het Comité douanesamenwerking .

Met het oog op de controle a posteriori van de certificaten , moeten de uitvoerdocumenten of de afschriften van de certificaten die deze uitvoerdocumenten vervangen , gedurende twee jaar door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer worden bewaard .

Gedaan te Wenen , 6 october 1972 .

Voor het Gemengd Comité

De Voorzitter

F . H . LEITNER