Home

Verordening (EEG) nr. 1112/73 van de Raad van 30 april 1973 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 974/71 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta' s van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector

Verordening (EEG) nr. 1112/73 van de Raad van 30 april 1973 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 974/71 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta' s van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector

Verordening (EEG) nr. 1112/73 van de Raad van 30 april 1973 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 974/71 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta' s van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector

Publicatieblad Nr. L 114 van 30/04/1973 blz. 0004 - 0005
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0160


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1112/73 VAN DE RAAD

van 30 april 1973

houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 28 , 43 en 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 974/71 van de Raad van 12 mei 1971 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 509/73 ( 2 ) , een stelsel van compenserende bedragen werd ingesteld die in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten onderling en in het handelsverkeer met derde landen van toepassing zijn ; dat dit stelsel zeer ingewikkeld is geworden met het toenemen van het aantal betrokken Lid-Staten ;

Overwegende dat op 11 maart 1973 is overeengekomen om voor de valuta's van bepaalde Lid-Staten een contante maximummarge op een bepaald moment van 2,25 % te handhaven , hetgeen het mogelijk maakt een nieuw , minder ingewikkeld stelsel in te voeren ;

Overwegende dat voor het nieuwe stelsel het beginsel dient te worden vastgesteld van het in aanmerking nemen , bij de berekening van de compenserende bedragen voor de munteenheden van de Lid-Staten welke onderling binnen een maximummarge op een bepaald moment van 2,25 % worden gehandhaafd , van het verschil tussen de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid toegepaste omrekeningskoers en de spilkoers ; dat , voor wat de andere munteenheden betreft , het aanbeveling verdient hun verhouding tot de voornoemde munteenheden als grondslag te nemen ;

Overwegende dat bij artikel 2 bis van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 een stelsel werd ingevoerd van optelling en aftrekking van de in het intracommunautaire handelsverkeer geldende compenserende bedragen ; dat de ervaring heeft aangetoond dat hieruit administratieve moeilijkheden voortvloeien ; dat het derhalve gewenst is de weg op te gaan van een stelsel waarbij elke Lid-Staat de uit de evolutie van zijn munteenheid voortvloeiende verschillen compenseert , mits de mogelijkheid van afwijkingen aanwezig is ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 2 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 wordt als volgt gelezen :

" 1 . Voor de produkten waarvoor in interventiemaatregelen is voorzien , zijn de compenserende bedragen gelijk aan de bedragen die worden verkregen door op de prijzen het volgende toe te passen :

a ) voor wat de Lid-Staten betreft waarvan de munteenheid onderling wordt gehandhaafd binnen een maximummarge op een bepaald moment van 2,25 % , een percentage dat het verschil weergeeft tussen :

- de omrekeningskoers die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt gebruikt , en

- de uit de spilkoers voortvloeiende omrekeningskoers ;

b ) voor wat de andere dan de sub a ) bedoelde Lid-Staten betreft , het gemiddelde van de percentages die het verschil weergeven tussen :

- de verhouding tussen de omrekeningskoers die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de munteenheid van de betrokken Lid-Staat wordt gebruikt , en de officiële pariteit , of in geval deze pariteit niet wordt aangehouden , de spilkoers , van elk der munteenheden van de sub a ) bedoelde Lid-Staten , en

- de contante wisselkoers voor de munteenheid van de betrokken Lid-Staat ten opzichte van elk der munteenheden der sub a ) bedoelde Lid-Staten , welke koers wordt geconstateerd gedurende een nader te bepalen periode . "

Artikel 2

De tekst van artikel 2 bis van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 wordt als volgt gelezen :

" Wanneer een uit een Lid-Staat uitgevoerd produkt wordt ingevoerd in een Lid-Staat die een compenserend bedrag bij invoer moet toekenen , kan de uitvoerende Lid-Staat , in onderlinge overeenstemming met de invoerende Lid-Staat , het compenserende bedrag betalen dat door deze invoerende Lid-Staat zou moeten worden toegekend . In dit geval wordt door de invoerende Lid-Staat geen compenserend bedrag toegekend voor de produkten uit de desbetreffende Lid-Staat . Het compenserende bedrag wordt omgerekend aan de hand van de contante wisselkoers van de desbetreffende valuta's , welke koers wordt geconstateerd gedurende een nader te bepalen periode .

De uitvoerende Lid-Staten die van deze bevoegdheid gebruik maken , stellen de Commissie hiervan in kennis . "

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing vanaf de dag waarop de voor de toepassing ervan noodzakelijke bepalingen , vastgesteld overeenkomstig artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 974/71 , van kracht worden .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 30 april 1973 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . LAVENS

( 1 ) PB nr . L 106 van 12 . 5 . 1971 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 50 van 23 . 2 . 1973 , blz . 1 .