Verordening (EEG) nr. 1302/73 van de Raad van 15 mei 1973 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende interventie in de sector rundvlees
Verordening (EEG) nr. 1302/73 van de Raad van 15 mei 1973 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende interventie in de sector rundvlees
Verordening (EEG) nr. 1302/73 van de Raad van 15 mei 1973 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende interventie in de sector rundvlees
Publicatieblad Nr. L 132 van 19/05/1973 blz. 0003 - 0004
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0179
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0033
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0033
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 1302/73 VAN DE RAAD
van 15 mei 1973
tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende interventie in de sector rundvlees
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 187/73 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 6 , lid 4 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Overwegende dat de interventieregeling in de sector rundvlees bij Verordening ( EEG ) nr . 2822/72 van de Raad van 28 december 1972 ( 3 ) is gewijzigd ; dat bijgevolg de algemene voorschriften betreffende interventie in deze sector , die zijn vastgesteld bij Verordening ( EEG ) nr . 972/68 van de Raad van 15 juli 1968 ( 4 ) , moeten worden aangepast ;
Overwegende dat algemene criteria dienen te worden vastgesteld rekening houdende met het doel van de interventieregeling en in het bijzonder met het evenwicht tussen de betrokken markt en de markt voor concurrerende dierlijke produkten enerzijds en met de financiële verantwoordelijkheid van de Gemeenschap ter zake anderzijds ;
Overwegende dat de interventiemaatregelen moeten worden geregionaliseerd , aangezien in de Gemeenschap de omstandigheden van de prijsvorming in de verschillende Lid-Staten , en zelfs binnen een Lid-Staat , uiteenlopen ; dat derhalve moet worden vastgesteld op welke gronden de gebieden van een Lid-Staat worden aangewezen , waar rekening houdend met de economische omstandigheden en meer in het bijzonder met de natuurlijke omstandigheden van de prijsvorming interventiemaatregelen moeten worden getroffen ;
Overwegende dat voor de in artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 genoemde produkten dezelfde coëfficiënten moeten worden vastgesteld zowel bij toepassing van lid 1 als van lid 2 van dit artikel ; dat in deze coëfficiënten het te verwachten verband tot uitdrukking moet komen tussen de prijs van de betrokken kwaliteit en de prijs van volwassen runderen in geval van een normale produktie ;
Overwegende dat voor de andere produkten de in artikel 6 , lid 2 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 bedoelde coëfficiënten de gewoonlijk bestaande verhouding moeten weergeven tussen de prijs van de betrokken kwaliteit en de overeenkomstig artikel 10 van die verordening op de representatieve markten van de Gemeenschap genoteerde prijs voor volwassen runderen ; dat men zich derhalve bij het noteren van de prijzen van de betrokken produkten dient te houden aan tijdvakken die het meest representatief zijn voor een normale marktsituatie ;
Overwegende dat om een harmonisatie van de aankoopprijzen in de Gemeenschap te bevorderen de vastgestelde coëfficiënten op grond van de opgedane ervaring moeten worden aangepast ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
1 . Bij het bepalen van de kwaliteiten en de aanbiedingsvormen van de produkten die door de interventiebureaus worden aangekocht , dient rekening te worden gehouden met enerzijds de noodzaak om de markt op doeltreffende wijze te ondersteunen en anderzijds om de afzet van het produkt bij de uitslag te vergemakkelijken .
2 . Bij toepassing van artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 dient bij het bepalen van de interventiemaatregelen en van de produkten waarvoor deze maatregelen worden genomen , rekening te worden gehouden met de noodzaak om de financiële lasten van de Gemeenschap te beperken .
Artikel 2
In het in artikel 6 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 bedoelde geval mogen de interventiemaatregelen slechts worden genomen in de Lid-Staten of in die gebieden daarvan , waar aan de in dat lid sub b ) vermelde voorwaarde is voldaan .
Bij het bepalen van de gebieden wordt rekening gehouden met economische overwegingen en meer in het bijzonder met de natuurlijke omstandigheden van de prijsvorming .
Artikel 3
1 . Bij de vaststelling van de in artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 bedoelde coëfficiënten wordt rekening gehouden met :
a ) de prijzen die overeenkomstig artikel 10 , lid 5 , van die verordening zijn geconstateerd en die voor elke Lid-Staat of een gebied daarvan en voor de betrokken produkten betrekking hebben op de voor een normale marktsituatie meest representatieve tijdvakken ;
b ) het verwachte prijsverloop tijdens het nieuwe verkoopseizoen .
2 . De in artikel 6 , lid 2 , sub b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 bedoelde coëfficiënten zijn dezelfde als bedoeld in lid 1 voor de in artikel 6 , lid 1 , van die verordening genoemde produkten .
Deze coëfficiënten worden voor de overige produkten vastgesteld , rekening houdende met de prijzen die overeenkomstig artikel 10 , lid 5 , van die verordening zijn geconstateerd en die voor elke Lid-Staat of een gebied daarvan en voor de betrokken produkten betrekking hebben op de voor een normale marktsituatie meest representatieve tijdvakken .
3 . Ten einde de harmonisatie van de aankoopprijzen in de Gemeenschap te bevorderen , moeten de in de leden 1 en 2 bedoelde coëfficiënten jaarlijks worden bestudeerd en eventueel aan de hand van de opgedane ervaring worden aangepast .
Artikel 4
De maximumaankoopprijs voor vlees in een bepaalde aanbiedingsvorm moet overeenkomen met de prijs die voortvloeit uit de gemiddelde waardeverhouding tussen de betrokken aanbiedingsvorm van het vlees en de levende runderen van iedere categorie .
Artikel 5
Verordening ( EEG ) nr . 972/68 vervalt .
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op 21 mei 1973 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 15 mei 1973 .
Voor de Raad
De Voorzitter
A . LAVENS
( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 24 .
( 2 ) PB nr . L 25 van 30 . 1 . 1973 , blz . 23 .
( 3 ) PB nr . L 298 van 31 . 12 . 1972 , blz . 1 .
( 4 ) PB nr . L 166 van 17 . 7 . 1968 , blz . 11 .