74/393/EEG: Beschikking van de Raad van 22 juli 1974 tot instelling van een procedure van overleg over de samenwerkingsovereenkomsten van de Lid-Staten met derde landen
74/393/EEG: Beschikking van de Raad van 22 juli 1974 tot instelling van een procedure van overleg over de samenwerkingsovereenkomsten van de Lid-Staten met derde landen
74/393/EEG: Beschikking van de Raad van 22 juli 1974 tot instelling van een procedure van overleg over de samenwerkingsovereenkomsten van de Lid-Staten met derde landen
Publicatieblad Nr. L 208 van 30/07/1974 blz. 0023 - 0024
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 2 blz. 0014
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0158
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 2 blz. 0014
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 5 blz. 0116
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 5 blz. 0116
++++
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 22 juli 1974
tot instelling van een procedure van overleg over de samenwerkingsovereenkomsten van de Lid-Staten met derde landen
( 74/393/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 113 en 235 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Overwegende dat ervoor gezorgd moet worden dat de zo geheten samenwerkingsovereenkomsten van de Lid-Staten met derde landen , alsmede de in het kader van deze overeenkomsten overwogen verbintenissen en maatregelen in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk beleid , inzonderheid met de gemeenschappelijke handelspolitiek ;
Overwegende dat het wenselijk is de uitwisseling van gegevens en de gedachtenwisseling op het gebied van de samenwerking te vergemakkelijken , waardoor het mogelijk wordt de vraagstukken van gemeenschappelijk belang te onderkennen en naar gelang van de aard van deze vraagstukken een coordinatie van de acties der Lid-Staten ten opzichte van de betrokken derde landen in voorkomend geval te bevorderen ;
Overwegende dat het derhalve van belang is de onderhandelingen over en de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten aan een procedure van voorafgaand overleg te onderwerpen ,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :
Artikel 1
1 . De Lid-Staten geven aan de Commissie en de andere Lid-Staten kennis van :
- overeenkomsten betreffende economische en industriële samenwerking - hierna te noemen samenwerkingsovereenkomsten - die zij voornemens zijn met derde landen aan te gaan of te verlengen ;
- door de autoriteiten van de betrokken Lid-Staten in het kader van samenwerkingsovereenkomsten overwogen verbintenissen en maatregelen die een weerslag kunnen hebben op het gemeenschappelijk beleid , met name die welke het handelsverkeer kunnen beïnvloeden ; deze kennisgeving vindt in voorkomend geval plaats voordat deze verbintenissen en maatregelen zijn onderzocht in de intergouvernementele of gemengde Commissies die bij deze overeenkomsten zijn ingesteld .
2 . De Lid-Staten stellen de Commissie en de andere Lid-Staten in kennis van de tekst van de met derde landen geparafeerde samenwerkingsovereenkomsten .
Zij geven aan de Commissie en de andere Lid-Staten kennis van de in lid 1 bedoelde verbintenissen en maatregelen , die door hun autoriteiten in het kader van samenwerking overeenkomsten zijn aangegaan respectievelijk getroffen .
Artikel 2
1 . Indien binnen acht werkdagen na de ontvangst van de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde kennisgeving een Lid-Staat zulks vraagt of de Commissie daartoe het initiatief neemt , vindt binnen drie weken na ontvangst van deze kennisgeving hierover voorafgaand overleg plaats met de andere Lid-Staten en de Commissie .
In spoedgevallen vindt dit overleg onverwijld plaats .
2 . Bovendien kunnen de betrokken partijen op verzoek van een Lid-Staat of op initiatief van de Commissie , te allen tijde in overleg treden over de in artikel 1 bedoelde overeenkomsten , verbintenissen en maatregelen , tenzij het vraagstukken betreft waarover reeds overleg heeft plaatsgevonden en ten aanzien waarvan zich geen enkel nieuw element voordoet .
Artikel 3
Het in artikel 2 bedoelde overleg heeft meer bepaald ten doel :
a ) er zorg voor te dragen dat de in artikel 1 bedoelde overeenkomsten , verbintenissen en maatregelen in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk beleid , inzonderheid met de gemeenschappelijke handelspolitiek ;
b ) de uitwisseling van gegevens en de gedachtenwisseling te vergemakkelijken , waardoor het mogelijk wordt de vraagstukken van gemeenschappelijk belang te onderkennen en naar gelang van de aard van deze vraagstukken een coordinatie van de acties der Lid-Staten ten opzichte van de betrokken derde landen in voorkomend geval te bevorderen ;
c ) de wenselijkheid na te gaan van maatregelen welke de Gemeenschap autonoom op de door artikel 113 van het Verdrag bestreken gebieden zou kunnen treffen ten einde de samenwerkingsacties te bevorderen .
Artikel 4
1 . Het in artikel 2 bedoelde overleg vindt plaats in een Comité met een beperkt aantal leden , samengesteld uit Vertegenwoordigers van elke Lid-Staat en van de Commissie . Het voorzitterschap van dit Comité berust bij een Vertegenwoordiger van de Commissie en het secretariaat ervan wordt door het Secretariaat-generaal van de Raad verzorgd .
Wanneer dit overleg evenwel betrekking heeft op bepalingen , verbintenissen en maatregelen op het gebied van kredietverzekering , garanties en financieringskredieten , vindt het plaats in bij beschikking van de Raad van 27 september 1960 ( 2 ) ingestelde Groep belast met de coordinatie van het beleid inzake kredietverzekering , garanties en financieringskredieten .
Voor de uitwisseling van gegevens en de samenhang tussen de activiteiten van het voornoemde Comité en de voornoemde Groep , wordt op passende wijze zorg gedragen ten einde een algeheel overzicht te krijgen van de inhoud en de werking van de samenwerkingsovereenkomsten .
2 . De Lid-Staten en de Commissie treffen alle nodige maatregelen om de goede werking van de overlegprocedure te waarborgen en met name om de geheimhouding van de gegevens welke hun bij die gelegenheid worden verstrekt , te verzekeren .
Artikel 5
De artikelen 1 , 2 en 3 zijn van toepassing onverminderd de bestaande bijzondere communautaire regels en procedures .
Artikel 6
De Lid-Staten zullen er op een passende wijze voor zorgen dat de samenwerkingsovereenkomsten die zij met derde landen denken te sluiten of te verlengen , in geen geval kunnen worden aangevoerd of uitgelegd als een inbreuk op de verplichtingen die voor hen voortvloeien uit de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen .
Artikel 7
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 22 juli 1974 .
Voor de Raad
De Voorzitter
J . SAUVAGNARGUES
( 1 ) PB nr . C 23 van 8 . 3 . 1974 , blz . 9 .
( 2 ) PB nr . 66 van 27 . 10 . 1960 , blz . 1339/60 .