74/476/EEG: Beschikking van de Commissie van 10 september 1974 tot wijziging van de beschikking van 30 juli 1964 houdende vaststelling van een bijzondere methode van administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van het intracommunautaire stelsel ten aanzien van door vaartuigen van de Lid-Staten gevangen visserijprodukten
74/476/EEG: Beschikking van de Commissie van 10 september 1974 tot wijziging van de beschikking van 30 juli 1964 houdende vaststelling van een bijzondere methode van administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van het intracommunautaire stelsel ten aanzien van door vaartuigen van de Lid-Staten gevangen visserijprodukten
74/476/EEG: Beschikking van de Commissie van 10 september 1974 tot wijziging van de beschikking van 30 juli 1964 houdende vaststelling van een bijzondere methode van administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van het intracommunautaire stelsel ten aanzien van door vaartuigen van de Lid-Staten gevangen visserijprodukten
Publicatieblad Nr. L 259 van 25/09/1974 blz. 0008 - 0009
++++
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 10 september 1974
tot wijziging van de beschikking van 30 juli 1964 houdende vaststelling van een bijzondere methode van administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van het intracommunautaire stelsel ten aanzien van door vaartuigen van de Lid-Staten gevangen visserijprodukten
( 74/476/EEG )
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 10 , lid 2 , eerste alinea ,
Overwegende dat de beschikking van de Commissie van 30 juli 1964 ( 1 ) , gewijzigd bij de beschikking van de Commissie van 4 december 1964 ( 2 ) , een bijzondere methode van samenwerking heeft vastgesteld met het oog op de toepassing van het intracommunautaire stelsel ten aanzien van door vaartuigen van de Lid-Staten gevangen visserijprodkten ;
Overwegende dat de omstandigheden waarin de visserijprodukten naar de Lid-Staat van bestemming worden vervoer niet altijd meer overeenstemmen met die welke bij het opstellen van de beschikking van 30 juli 1964 in aanmerking werden genomen ; dat voortaan rekening dient te worden gehouden met de gevallen waarin de visserijprodukten , vooraleer in de Gemeenschap te worden ingevoerd , op een ander vaartuig worden overgeladen of in een buiten de Gemeenschap gelegen land of gebied worden gelost ,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :
Artikel 1
De artikelen 1 , 2 , 4 en 5 , van de beschikking van 30 juli 1964 worden als volgt gelezen :
" Artikel 1
In het kader van de in artikel 10 , lid 2 , eerste alinea , van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap bedoelde methoden van administratieve samenwerking wordt een certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 ingesteld . Dit certificaat dient om aan te tonen dat de door vaartuigen van een Lid-Staat gevangen visserijprodukten die , hetzij in ongewijzigde toestand , hetzij nadat zij aan boord een bewerking hebben ondergaan die niet tot gevolg heeft dat zij buiten hoofdstuk 3 van het gemeenschappelijk douanetarief vallen , in de Gemeenschap worden binnengebracht onder de in artikel 2 bedoelde voorwaarden , van oorsprong zijn , in de zin van artikel 9 , lid 2 , van genoemd Verdrag , uit de Lid-Staat waartoe het vaartuig behoort waarmee deze produkten zijn gevangen .
Artikel 2
1 . Het certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 wordt gebruikt wanneer de in artikel 1 bedoelde produkten .
a ) door het vaartuig , waarmee deze produkten zijn gevangen , van de visgronden naar een andere Lid-Staat dan die waartoe dit vaartuig behoort worden vervoerd ;
b ) door een ander vaartuig van een Lid-Staat waarop deze produkten werden overgeladen , van de visgronden naar de Gemeenschap worden vervoerd , of
c ) door een van de onder a ) of b ) bedoelde vaartuigen van de visgronden naar een buiten de Gemeenschap gelegen land of gebied worden vervoerd , vanwaar zij naar de Gemeenschap worden doorgezonden .
2 . Het certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 wordt overgelegd aan het douanekantoor waar de visserijprodukten , waarop het certificaat betrekking heeft , voor een douane regeling worden aangegeven .
Artikel 4
1 . Een boekje met formulieren van certificaten inzake goederenverkeer volgens het model DD5 wordt op verzoek van de reder of diens vertegenwoordiger afgegeven door de douaneautoriteiten van de thuishaven of van de haven waar de rederij is gevestigd .
Bij de afgifte van dit boekje vullen bedoelde douaneautoriteiten op alle formulieren ervan het gedeelte in dat is aangeduid als " Verklaring van de douane "
2 . De kapitein van het vaartuig vult op één van de formulieren van het boekje het gedeelte in dat is aangeduid als " Verklaring van de kapitein "
a ) telkens wanneer de gevangen visserijprodukten in een andere Lid-Staat dan die waartoe zijn vaartuig behoort worden gelost ;
b ) telkens wanneer de gevangen visserijprodukten op een ander vaartuig van een Lid-Staat worden overgeladen ;
c ) telkens wanneer de gevangen visserijprodukten in een buiten de Gemeenschap gelegen land of gebied worden gelost .
3 . Bij de in lid 2 onder b ) bedoelde overlading wordt in het gedeelte van het gebruikte formulier dat is aangeduid als " Verklaring van de kapitein " een van de volgende vermeldingen aangebracht ;
" Varer omladet til soes "
" Auf See umgeladene Erzeugnisse "
" Catch trans-shipped at sea "
" Produits transbordes en mer "
" Prodotti trasbordati in mare "
" Op zee overgeladen produkten " .
Deze vermelding wordt door de twee kapiteins ondertekend en het originele exemplaar van het certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 wordt overhandigd aan de kapitein van het vaartuig waarop de produkten werden overgeladen . De overlading wordt vermeld in het scheepsjournaal van de twee betrokken vaartuigen .
Artikel 5
1 . Het overeenkomstig artikel 4 opgestelde originele exemplaar van het certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 moet worden overgelegd aan de douaneautoriteiten van de Lid-Staat waar de visserijprodukten worden binnengebracht . Bedoelde autoriteiten kunnen een vertaling van het certificaat verlangen . Zij kunnen bovendien , met het oog op de controle van de juistheid van de in het certificaat voorkomende vermeldingen , eisen dat alle daartoe dienstige documenten , met name de scheepsdocumenten van de in artikel 2 , lid 1 , onder a ) en b ) bedoelde vaartuigen , alsmede een vertaling ervan , worden overgelegd .
2 . Wanneer de visserijprodukten waarop het certificaat inzake goederenverkeer volgens het model DD5 betrekking heeft , opgeslagen zijn geweest in een buiten de Gemeenschap gelegen land of gebied , is het genoemde certificaat slechts geldig wanneer het vergezeld is van een door de douaneautoriteiten van dat land of gebied afgegeven verklaring .
In deze verklaring :
a ) moet worden vermeld dat de produkten waarop genoemd certificaat betrekking heeft gedurende de gehele verblijfduur in het betrokken land of gebied onder douanetoezicht zijn gebleven en dat zij aldaar geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn met het oog op hun verduurzaming ;
b ) moet de datum van aankomst en vertrek van de produkten worden vermeld , alsook de nauwkeurige aanduiding van het vervoermiddel dat wordt gebruikt om de produkten naar de Gemeenschap door te zenden .
Wanneer deze verklaring ontbreekt kunnen de douaneautoriteiten van de Lid-Staat waar de visserijprodukten worden binnengebracht elk ander document aanvaarden dat als gelijkwaardig is erkend . "
Artikel 2
De Lid-Staten passen deze beschikking toe met ingang van 1 oktober 1974 .
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 10 september 1974 .
Voor de Commissie
De Voorzitter
François-Xavier ORTOLI
( 1 ) PB nr . 137 van 28 . 8 . 1964 , blz . 2293/64 .
( 2 ) PB nr . 213 van 22 . 12 . 1964 , blz . 3622/64 .