Home

Richtlijn 75/405/EEG van de Raad van 14 april 1975 betreffende de beperking van het gebruik van aardolieprodukten in elektrische centrales

Richtlijn 75/405/EEG van de Raad van 14 april 1975 betreffende de beperking van het gebruik van aardolieprodukten in elektrische centrales

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 14 april 1975

betreffende de beperking van het gebruik van aardolieprodukten in elektrische centrales

( 75/405/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 103 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van een communautair energiebeleid een onderdeel vormt van de doelstellingen die de Gemeenschappen zich hebben gesteld ; dat de continuïteit van de energievoorziening één van de voornaamste doelstellingen van het communautaire energiebeleid vormt ;

Overwegende dat de elektriciteit als energiedrager voor de moderne maatschappij van vitaal belang is en dat de bijdrage van de elektriciteit tot de dekking van de totale energiebehoefte van de Gemeenschap toeneemt ;

Overwegende dat de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening in de Lid-Staten van de Gemeenschap kan worden verbeterd door een beperking van het gebruik van aardolieprodukten in elektrische centrales ;

Overwegende dat derhalve het bouwen en de omschakeling van elektrische centrales die uitsluitend of hoofdzakelijk aardolieprodukten gebruiken aan een door de autoriteiten van de Lid-Staten te verlenen vergunning moeten worden onderworpen ;

Overwegende dat elektriciteit op rendabele wijze kan worden geproduceerd met behulp van verschillende primaire energiebronnen ;

Overwegende dat de conventionele thermische centrales met polyvalente ketels kunnen worden uitgerust die met twee of meer soorten brandstoffen kunnen worden gestookt , waaronder steenkool ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De bouw van nieuwe elektrische centrales die uitsluitend of hoofdzakelijk aardolieprodukten zullen gaan gebruiken , moet , evenals de omschakeling van bestaande elektrische centrales ten einde daarin uitsluitend of hoofdzakelijk dergelijke brandstoffen te gebruiken , worden onderworpen aan een voorafgaande vergunning van de autoriteiten van de Lid-Staat waaronder de elektrische centrale ressorteert .

2 . De vergunning mag slechts in de volgende gevallen worden verleend :

- indien de elektrische centrale een vermogen van minder dan 10 MWe heeft of uitsluitend dient voor de produktie van energie tijdens de piekuren of de produktie van reserve-energie ;

- indien de aardolieprodukten uitsluitend dienen voor ontsteking en het onderhouden van de verbranding van andere produkten en indien hun totale energetische bijdrage gering blijft ;

- indien de brandstof een afvalprodukt is dat op andere wijze niet rendabeler kan worden aangewend ;

- indien bevoorrading met andere brandstoffen onmogelijk is of indien om economische of technische redenen of redenen van veiligheid het gebruik daarvan niet kan worden overwogen ;

- indien bijzondere redenen van milieubescherming de aanwending van aardolieprodukten in een elektrische centrale vereisen .

3 . Alvorens de vergunning wordt verleend gaan de autoriteiten van de Lid-Staten na of het in verband met de continuiteit van de brandstofvoorziening van de desbetreffende elektrische centrale niet wenselijk is deze uit te rusten met bivalente installaties zodat steenkool als substitutiebrandstof kan worden gebruikt .

Artikel 2

Elke vergunning die door een Lid-Staat overeenkomstig artikel 1 wordt verleend , wordt aan de Commissie medegedeeld , vergezeld van een uitvoerige uiteenzetting van de motieven daarvan .

Artikel 3

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1975 aan deze richtlijn te voldoen en stellen de Commissie daarvan in kennis .

Artikel 4

Nationale bepalingen tot verdergaande beperking van het gebruik van aardolieprodukten in elektrische centrales , die aan deze richtlijn voldoen , kunnen worden gehandhaafd of vastgesteld .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 14 april 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . FITZGERALD

( 1 ) PB nr . C 125 van 16 . 10 . 1974 , blz . 59 .

( 2 ) PB nr . C 93 van 7 . 8 . 1974 , blz . 79 .