Home

Verordening (EEG) nr. 397/75 van de Raad van 17 februari 1975 betreffende communautaire leningen

Verordening (EEG) nr. 397/75 van de Raad van 17 februari 1975 betreffende communautaire leningen

Verordening (EEG) nr. 397/75 van de Raad van 17 februari 1975 betreffende communautaire leningen

Publicatieblad Nr. L 046 van 20/02/1975 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0087


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 397/75 VAN DE RAAD

van 17 februari 1975

betreffende communautaire leningen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Overwegende dat de belangrijke wijzigingen die zich in de internationale ruilvoet hebben voltrokken de oorzaak zijn van een verslechtering van de betalingsbalans van de Lid-Staten van de Gemeenschap ;

Overwegende dat de gevolgen van deze verslechtering in de Lid-Staten op verschillende wijze tot uiting komen en daardoor de goede werking van de gemeenschappelijke markt in gevaar kunnen brengen ;

Overwegende dat de Gemeenschap bijgevolg moet bijdragen tot de in deze situatie vereiste financiering en te dien einde zelf middelen moet lenen om deze , in de vorm van leningen met dezelfde financiële kenmerken , ter beschikking te stellen van Lid-Staten die betalingsbalansmoeilijkheden ondervinden als gevolg van de prijsstijging van aardolieprodukten ;

Overwegende bovendien dat het ingrijpen van de Gemeenschap zelf kan bijdragen tot de stabilisatie , in het algemeen internationaal belang , van de van aardolieprodukten ;

Overwegende dat elke lening aan een Lid-Staat moet worden gekoppeld aan het treffen van economische maatregelen tot herstel van zijn betalingsbalans door die Lid-Staat ;

Overwegende dat uit het voorgaande volgt dat transacties van deze aard noodzakelijk zijn ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap , zoals deze in het Verdrag zijn omschreven , met name de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap ;

Overwegende dat het Verdrag niet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De Gemeenschap kan door middel van een aantal opeenvolgende transacties overgaan tot het aantrekken van middelen , hetzij rechtstreeks bij derde landen en financiële instellingen , hetzij op de kapitaalmarkten , zulks uitsluitend met het doel deze middelen uit te lenen aan één of meer Lid-Staten die betalingsbalansmoeilijkheden ondervinden ten gevolge van de prijsstijging van aardolieprodukten .

Artikel 2

Op initiatief van één of meer Lid-Staten machtigt de Raad tot het openen van de onderhandelingen die nodig zijn voor elke transactie tot het aangaan van een lening . Bij het besluit tot opening van onderhandelingen wordt terzelfder tijd vastgesteld op welke wijze deze zullen worden gevoerd .

Op grond van het resultaat van deze onderhandelingen stelt de Raad de voorwaarden vast waaronder elke overeenkomst tot het aangaan van een lening zal worden gesloten . De gemiddelde looptijd van de lening mag niet minder zijn dan 5 jaar .

Artikel 3

De Raad beslist over het beginsel en de voorwaarden van de aan één of meer Lid-Staten te verstrekken lening en over de door de begunstigde Lid-Staat of Lid-Staten in acht te nemen voorwaarden inzake de economische politiek die herstel van de betalingsbalans kunnen waarborgen .

De middelen worden enkel bij de Centrale Banken gestort en uitsluitend voor het in artikel 1 genoemde doel .

Artikel 4

De transacties tot het aangaan van leningen en de overeenkomstige transacties tot het verstrekken van leningen , zoals bedoeld in artikel 1 , luiden in dezelfde geldeenheid en worden verricht op dezelfde voorwaarden voor terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de interesten . De door de Gemeenschap voor de sluiting en uitvoering van elke transactie gemaakte kosten worden gedragen door de begunstigde Lid-Staat of Lid-Staten .

Artikel 5

De transacties tot het aangaan van leningen waartoe deze verordening machtigt , zijn beperkt tot het equivalent , in Europese monetaire rekeneenheden , van 3 miljard US dollar ; dit bedrag omvat hoofdsom en interesten .

Artikel 6

De garanties welke ertoe strekken dat de dienst van de in artikel 1 bedoelde leningen onder alle omstandigheden is verzekerd , kunnen het volgende percentage , dat wordt toegepast op het totale bedrag van de lening in hoofdsom en interesten , niet overschrijden :

* in % *

Duitsland * 44,04 *

Verenigd Koninkrijk * 44,04 *

Frankrijk * 44,04 *

Italië * 29,36 *

België/Luxemburg * 14,68 *

Nederland * 14,68 *

Denemarken * 6,60 *

Ierland * 2,56 *

Artikel 7

De Raad stelt de uitvoeringsbepalingen van deze verordening vast .

Artikel 8

De in de artikelen 2 , 3 en 7 bedoelde besluiten worden door de Raad vastgesteld met eenparigheid van stemmen , op voorstel van de Commissie , die daartoe het Monetair Comité raadpleegt .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 17 februari 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . RYAN