Home

76/784/EEG: Besluit van de Commissie van 17 september 1976 tot instelling van een Raadgevend Comité voor het landbouwstructuurbeleid

76/784/EEG: Besluit van de Commissie van 17 september 1976 tot instelling van een Raadgevend Comité voor het landbouwstructuurbeleid

76/784/EEG: Besluit van de Commissie van 17 september 1976 tot instelling van een Raadgevend Comité voor het landbouwstructuurbeleid

Publicatieblad Nr. L 273 van 06/10/1976 blz. 0020 - 0021
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0052
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0052


++++

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 september 1976

tot instelling van een Raadgevend Comité voor het landbouwstructuurbeleid

( 76/784/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Overwegende dat bij besluit van de Commissie van 29 juli 1964 ( 1 ) , gewijzigd bij besluit van 8 juli 1965 ( 2 ) , een Raadgevend Comité voor de problemen van het landbouwstructuurbeleid is ingesteld ;

Overwegende dat de bepalingen inzake het aantal leden en de zetelverdeling in dit Comité moeten worden aangepast wegens de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap ;

Overwegende dat de tekst van het bovengenoemde besluit bovendien op enkele minder belangrijke punten moet worden aangepast ; dat het duidelijkheidshalve evenwel de voorkeur verdient de tekst volledig te herzien en het bovengenoemde besluit in te trekken ,

BESLUIT :

Artikel 1

1 . Bij de Commissie wordt een raadgevend comité voor het landbouwstructuurbeleid ingesteld , hierna het " Comité " te noemen .

2 . In het Comité zijn vertegenwoordigd : de eigenaars van landbouwbedrijven , de landbouwers , de landbouwcooperaties , de landarbeiders , de landbouwbanken , de landbouwersgezinnen , de handel , de industrie en de werknemers in andere sectoren dan de landbouw .

Artikel 2

1 . Het Comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende de omschrijving en de tenuitvoerlegging , op het vlak van de Gemeenschap , van het beleid ter verbetering van de landbouwstructuur , waarbij zowel de specifieke aspecten van al deze aangelegenheden kunnen worden behandeld als de invloed daarvan op de landbouw als geheel .

2 . Op verzoek van één van de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde groepen kan het Comité ook op eigen initiatief en voor aangelegenheden waarvoor het bevoegd is , de Commissie adviezen of verslagen doen toekomen .

Artikel 3

1 . Het Comité bestaat uit vierenveertig leden .

2 . De zetels worden als volgt toegewezen :

- dertien zetels aan de vertegenwoordigers van de landbouwers , waarvan vier aan vertegenwoordigers van de jonge landbouwers

- zeven aan vertegenwoordigers van de landbouwcooperaties

- twee aan de vertegenwoordigers van de eigenaars van landbouwbedrijven

- twee aan de vertegenwoordigers van de landbouwersgezinnen

- drie aan de landbouwbanken

- zeven aan de vertegenwoordigers van de landarbeiders

- drie aan de vertegenwoordigers van de industrie

- drie aan de vertegenwoordigers van de handel

- vier aan de vertegenwoordigers van de werknemer in andere sectoren dan de landbouw .

Artikel 4

1 . De leden van het Comité worden door de Commissie benoemd op voordracht van de beroepsorganisaties die op het vlak van de Gemeenschap zijn opgericht en die het meest representatief zijn ten aanzien van de activiteiten welke verband houden met de verbetering van de landbouwstructuur .

Voor elk van de te bezetten zetels stellen deze organisaties twee kandidaten van verschillende nationaliteit voor .

2 . De leden van het Comité worden benoemd voor een periode van drie jaar . Zij zijn herbenoembaar . Voor het vervullen van deze mandaten wordt geen bezoldiging toegekend .

Na afloop van de periode van drie jaar blijven de leden van het Comité in functie totdat zij worden vervangen of hun mandaat wordt verlengd .

Het mandaat van een lid eindigt tussentijds bij ontslag of overlijden .

Een mandaat kan ook worden beëindigd wanneer de organisatie die het betrokken lid heeft voorgedragen , om zijn vervanging verzoekt .

De vervanging voor de resterende periode van het mandaat geschiedt volgens de procedure van lid 1 .

3 . De lijst van de leden wordt door de Commissie ter informatie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 5

Het Comité kiest voor een periode van drie jaar een bureau bestaande uit een voorzitter en twee vice-voorzitters . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden .

Het bureau is belast met de voorbereiding en de organisatie van de werkzaamheden van het Comité .

Artikel 6

Op verzoek van één der vertegenwoordigde groepen , kan de voorzitter een afgevaardigde van deze groep uitnodigen om de vergaderingen van het Comité bij te wonen . Hij kan onder dezelfde voorwaarden iedere persoon die ten aanzien van één van de agendapunten speciaal bevoegd is , als deskundige aan de werkzaamheden laten deelnemen ; de deskundigen mogen alleen voor de kwestie waarvoor zij zijn uitgenodigd aan de bespreking deelnemen .

Artikel 7

Het Comité kan werkgroepen vormen om de werkzaamheden te vergemakkelijken .

Artikel 8

1 . Het Comité wordt door de Commissie in vergadering bijeengeroepen en vergadert in de gebouwen van de zetel van de Commissie . Het bureau wordt in overleg met de Commissie door de voorzitter in vergadering bijeengeroepen .

2 . De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie wonen de vergaderingen van het Comité , van het bureau en van de werkgroepen bij .

3 . De diensten van de Commissie nemen het secretariaat van het Comité en van de werkgroepen waar .

Artikel 9

De werkzaamheden en de besprekingen in het Comité worden niet afgesloten met een stemming .

De Commissie mag , wanneer zij het Comité om advies verzoekt , bepalen binnen welke termijn het advies moet worden uitgebracht .

De standpunten van de in het Comité vertegenwoordigde groepen worden vermeld in de notulen die aan de Commissie worden toegezonden .

Indien er met betrekking tot het gevraagde advies in het Comité eenstemmigheid bestaat , stelt het Comité gemeenschappelijke conclusies op , welke bij de notulen worden gevoegd .

Artikel 10

Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag , mogen de leden van het Comité de inlichtingen welke hun in verband met de werkzaamheden of van de werkgroepen zijn verstrekt , niet openbaar maken , indien de Commissie mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid welke een vertrouwelijk karakter draagt .

In dit geval nemen alleen de leden van het Comité en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aan de vergaderingen deel .

Artikel 11

Het besluit van de Commissie van 29 juli 1964 , gewijzigd bij besluit van 8 juli 1965 , wordt ingetrokken .

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op 17 september 1976 .

Gedaan te Brussel , 17 september 1976 .

Voor de Commissie

P . J . LARDINOIS

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . 134 van 20 . 8 . 1964 , blz . 2256/64 .

( 2 ) PB nr . 132 van 20 . 7 . 1965 , blz . 2209/65 .