Verordening ( EEG ) nr. 2017/76 van de Raad van 27 juli 1976 houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr. 1298/76 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de levering van magere-melkpoeder aan bepaalde ontwikkelingslanden en bepaalde internationale instellingen in het kader van het voedselhulpprogramma voor 1976
Verordening ( EEG ) nr. 2017/76 van de Raad van 27 juli 1976 houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr. 1298/76 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de levering van magere-melkpoeder aan bepaalde ontwikkelingslanden en bepaalde internationale instellingen in het kader van het voedselhulpprogramma voor 1976
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 2017/76 VAN DE RAAD
van 27 juli 1976
houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1298/76 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de levering van magere-melkpoeder aan bepaalde ontwikkelingslande en bepaalde internationale instellingen in het kader van het voedselhulpprogramma voor 1976
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 559/76 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 7 , lid 4 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 3 ) ,
Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 1298/76 van de Raad van 1 juni 1976 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de levering van magere-melkpoeder aan bepaalde ontwikkelingslanden en bepaalde internationale instellingen in het kader van het voedselhulpprogramma voor 1976 ( 4 ) de omvang van de hulp op 55 000 ton is bepaald ;
Overwegende dat , blijkens een nieuwe schatting van de in bepaalde ontwikkelingslanden , bij bepaalde internationale instellingen en bij bepaalde niet-gouvernementele organisaties bestaande behoeften aan melkeiwit , het wenselijk is deze hulp op te voeren ;
Overwegende dat het mogelijk is met de in de Gemeenschap aanwezige magere-melkpoedervoorraden de bijstand te verhogen tot 150 000 ton ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
Artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1298/76 komt als volgt te luiden :
" Artikel 1
Aan bepaalde ontwikkelingslanden , bepaalde internationale instellingen en bepaalde niet-gouvernementele organisaties wordt in het kader van het voedselhulpprogramma voor 1976 150 000 ton magere-melkpoeder ter beschikking gesteld . " .
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 27 juli 1976 .
Voor de Raad
De Voorzitter
M . van der STOEL
( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .
( 2 ) PB nr . L 67 van 15 . 3 . 1976 , blz . 9 .
( 3 ) PB nr . C 178 van 2 . 8 . 1976 , blz . 59 .
( 4 ) PB nr . L 146 van 4 . 6 . 1976 , blz . 3 .