Home

77/149/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 december 1976 tot machtiging van de Franse Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

77/149/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 december 1976 tot machtiging van de Franse Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

77/149/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 december 1976 tot machtiging van de Franse Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 047 van 18/02/1977 blz. 0070 - 0071


++++

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 29 december 1976

tot machtiging van de Franse Republiek om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen te beperken

( Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek )

( 77/149/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende een gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 73/438/EEG van de Raad van 11 december 1973 ( 2 ) , en met name op artikel 15 , lid 2 en lid 3 ,

Gezien het door de Franse Republiek gedane verzoek ,

Overwegende dat overeenkomstig artikel 15 , lid 1 , van voorgenoemde richtlijn zaaizaad en pootgoed van rassen en landbouwgewassen die in de loop van 1974 in ten minste één Lid-Staat officieel zijn toegelaten en tevens aan de in dezelfde richtlijn vastgestelde voorwaarden voldoen , vanaf 31 december 1976 binnen de Gemeenschap aan geen enkele handelsbeperking ten aanzien van het ras meer zijn onderworpen ;

Overwegende dat artikel 15 , lid 2 , van voornoemde richtlijn echter inhoudt dat een Lid-Staat op zijn verzoek kan worden gemachtigd de handel in zaaizaad en pootgoed van bepaalde rassen te verbieden ;

Overwegende dat de Franse Republiek voor een aantal rassen van verschillende gewassen om een dergelijke machtiging heeft verzocht ;

Overwegende dat de betrokken rassen van kleine timothee en van maïs in de Franse Republiek niet aan een officieel onderzoek te velde zijn onderworpen met het oog op het Franse verzoek ;

Overwegende dat kleine timothee nog niet in de Franse Republiek wordt verbouwd en dat de betrokken maïsrassen een FAO-rijpheidsklasse-index van 700 of meer hebben ;

Overwegende dat algemeen bekend is dat kleine timothee als voedergewas en de maïsrassen met een FAO-rijpheidsklasse-index van 700 of meer momenteel nog niet geschikt zijn om in de Franse Republiek te worden verbouwd ( artikel 15 , lid 3 , sub c ) , tweede geval , van voornoemde richtlijn ) ;

Overwegende dat derhalve volkomen moet worden voldaan aan het verzoek van de Franse Republiek betreffende al deze rassen ;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land - , tuin - en bosbouw ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1

1 . De Franse Republiek wordt gemachtigd om op haar gehele grondgebied de handel te verbieden in zaaizaad van de volgende in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen van 1977 vermelde rassen :

I . Groenvoedergewassen

Phleum Bertolonii D.C .

Aberystwyth S . 50

II . Granen

Zea maïs L .

Dekalb XL 373

Funk's G 68244

Hybridor 703

Hybridor 743

Isouzo

Jaguar UC 8700

Peruviano

Regina

RX 82

RX 84

RX 86

Tritone

2 . Voor het ras Aberystwyth S . 50 is deze machtiging slechts geldig voor zover het zaaizaad daarvan wordt gebruikt voor de teelt van het groenvoedergewas .

Artikel 2

De in artikel 1 verleende machtiging zal worden geannuleerd zodra wordt geconstateerd dat aan de voorwaarden voor de verlening ervan niet meer is voldaan .

Artikel 3

De Franse Republiek deelt de Commissie mede met ingang van welke datum en op welke wijze zij van de in artikel 1 verleende machtiging gebruik maakt .

De Commissie stelt de andere Lid-Staten hiervan in kennis .

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek .

Gedaan te Brussel , 29 december 1976 .

Voor de Commissie

P . J . LARDINOIS

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 356 van 27 . 12 . 1973 , blz . 79 .