Home

77/715/EEG: Besluit van de Raad van 28 oktober 1977 betreffende de sluiting van de Europese overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering alsmede van het aanvullend Protocol bij deze overeenkomst

77/715/EEG: Besluit van de Raad van 28 oktober 1977 betreffende de sluiting van de Europese overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering alsmede van het aanvullend Protocol bij deze overeenkomst

++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 oktober 1977

betreffende de sluiting van de Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering alsmede van het Aanvullend Protocol bij deze Overeenkomst

( 77/715/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien de aanbeveling van de Commissie ,

Overwegende dat in artikel 5 , lid 1 , van de op initiatief van de Raad van Europa opgestelde Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering is bepaald dat de Overeenkomstsluitende Partijen alle nodige maatregelen treffen ten einde de hun door de andere Partijen ter beschikking gestelde testsera voor weefseltypering vrij te stellen van alle invoerrechten ;

Overwegende dat iedere afwijking van het gemeenschappelijk douanetarief , hetzij autonoom , hetzij conventioneel , onder de uitsluitende bevoegdheid van de Gemeenschap valt ;

Overwegende dat de toevoeging aan de betrokken Overeenkomst van een Aanvullend Protocol waardoor de Europese Economische Gemeenschap Partij bij genoemde Overeenkomst kan worden , haar in staat stelt deze bevoegdheid uit te oefenen ;

Overwegende dat het derhalve gewenst is deze Overeenkomst alsmede dit Aanvullend Protocol te sluiten ,

BESLUIT :

Artikel 1

De Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering alsmede het Aanvullend Protocol bij deze Overeenkomst worden namens de Gemeenschap goedgekeurd .

De teksten van de Overeenkomst en van het Aanvullend Protocol zijn als bijlage aan dit besluit gehecht .

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de Overeenkomst en het Aanvullend Protocol te ondertekenen , en hun de nodige bevoegdheden te verlenen ten einde de Gemeenschap te binden .

Gedaan te Luxemburg , 28 oktober 1977 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . SPITAELS

EUROPESE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE UITWISSELING VAN TESTSERA VOOR WEEFSELTYPERING

DE LID-STATEN VAN DE RAAD VAN EUROPA

die deze Overeenkomst hebben ondertekend ,

Overwegende dat testsera voor weefseltypering slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar zijn ;

Overwegende dat het in hoge mate wenselijk is dat de Lid-Staten , in een geest van Europese saamhorigheid , elkaar helpen door deze testsera voor weefseltypering te verschaffen , indien de noodzakelijkheid daartoe zich doet gevoelen ;

Overwegende dat een dergelijke onderlinge hulpverlening slechts mogelijk is indien de eigenschappen en het gebruik van deze testsera voor weefseltypering onderworpen zijn aan door de Lid-Staten gemeenschappelijk vast te stellen regelen en indien voor de invoer van deze testsera de nodige faciliteiten en vrijstellingen worden verleend ,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN :

Artikel 1

1 . Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder " testsera voor weefseltypering " verstaan sera van menselijke , dierlijke , plantaardige of andere oorsprong , bestemd voor weefselgroepenonderzoek .

2 . Het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 6 van deze Overeenkomst is ook van toepassing op cellen van bekende antigene samenstelling welke worden gebruikt voor het onderzoek van de bedoelde testsera .

Artikel 2

De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich , zo zij over een voldoende voorraad voor eigen behoeften beschikken , om testsera voor weefseltypering ter beschikking te stellen van andere Partijen die deze nodig hebben , en dat slechts tegen betaling van de kosten van het inzamelen , bereiden en verzenden van bedoelde stoffen , alsmede van de eventuele aankoopkosten .

Artikel 3

De testsera voor weefseltypering worden ter beschikking van de andere Overeenkomstsluitende Partijen gesteld onder voorwaarde dat er geen winst op wordt gemaakt , dat zij alleen voor geneeskundige en wetenschappelijke , d.w.z . niet-commerciële doeleinden worden gebruikt en dat zij slechts aan door de betrokken Regeringen overeenkomstig artikel 6 van deze Overeenkomst aangewezen laboratoria worden afgeleverd .

Artikel 4

1 . De Overeenkomstsluitende Partijen zien er op toe dat aan de bepalingen vervat in het Protocol bij deze Overeenkomst wordt voldaan .

2 . Zij houden zich bovendien aan de regelen die zij hebben aanvaard betreffende de internationale standaardisatie op dit gebied .

3 . Elke zending van testsera voor weefseltypering dient vergezeld te gaan van een verklaring dat zij zijn bereid overeenkomstig de voorschriften van het Protocol . Deze verklaring dient te zijn gebaseerd op het model vervat in de bijlage bij het Protocol .

4 . Het Protocol en de bijbehorende bijlage zijn bedoeld als een administratieve regeling en kunnen door de Regeringen van de Partijen bij deze Overeenkomst worden gewijzigd of aangevuld .

Artikel 5

1 . De Overeenkomstsluitende Partijen treffen alle nodige maatregelen ten einde de hun door de andere Partijen ter beschikking gestelde testsera voor weefseltypering vrij te stellen van alle invoerrechten .

2 . Zij treffen eveneens alle nodige maatregelen ten einde de snelle aflevering van deze stoffen , langs de meest rechtstreekse weg , aan de in artikel 3 van deze Overeenkomst bedoelde geadresseerden te bewerkstelligen .

Artikel 6

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen elkaar , door tussenkomst van de Secretaris-generaal van de Raad van Europa , een lijst doen toekomen van de nationale en/of regionale erkende laboratoria die bevoegd zijn tot het afgeven van de verklaringen als bedoeld in artikel 4 van deze Overeenkomst , en tot het distribueren van de ingevoerde testsera voor weefseltypering .

Artikel 7

1 . Deze Overeenkomst staat open voor ondertekening door de Lid-Staten van de Raad van Europa , die Partij bij de Overeenkomst kunnen worden door :

a ) ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging of van aanvaarding , of

b ) ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging of van aanvaarding , gevolgd door bekrachtiging of aanvaarding .

2 . De akten van bekrachtiging of van aanvaarding worden nedergelegd bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa .

Artikel 8

1 . Deze Overeenkomst treedt in werking een maand na de datum waarop drie Lid-Staten van de Raad , overeenkomstig het in artikel 7 bepaalde , Partij bij de Overeenkomst zijn geworden .

2 . Ten aanzien van iedere Lid-Staat die de Overeenkomst op een latere datum ondertekent zonder voorbehoud van bekrachtiging of van aanvaarding , of haar bekrachtigt of aanvaardt , treedt deze Overeenkomst in werking een maand na de datum van die ondertekening of van de nederlegging van de akte van bekrachtiging of van aanvaarding .

Artikel 9

1 . Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst kan het Comité van Ministers van de Raad van Europa iedere niet tot de Raad behorende Staat uitnodigen tot de Overeenkomst toe te treden .

2 . Een dergelijke toetreding geschiedt door nederlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-generaal van de Raad van Europa en wordt van kracht een maand na de datum van nederlegging van die akte .

Artikel 10

1 . Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan op het tijdstip van ondertekening , of van nederlegging van haar akte van bekrachtiging , aanvaarding of toetreding , nader aangeven voor welk geografisch gebied of voor welke geografische gebieden deze Overeenkomst van toepassing is .

2 . Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan , bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging , aanvaarding of toetreding of op een later tijdstip , door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring de toepassing van deze Overeenkomst uitbreiden tot andere in de verklaring genoemde geografische gebieden waarvan de internationale betrekkingen tot haar bevoegdheid behoren of waarvoor zij verbintenissen kan aangaan .

3 . Iedere verklaring , afgelegd op grond van het bepaalde in het voorgaande lid , kan , met betrekking tot enig in die verklaring genoemd geografisch gebied , worden ingetrokken overeenkomstig de in artikel 11 van deze Overeenkomst neergelegde procedure .

Artikel 11

1 . Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan , wat haar betreft , deze Overeenkomst opzeggen door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving .

2 . Een dergelijke opzegging gaat in zes maanden na de datum van ontvangst van de daartoe strekkende kennisgeving ten kantore van de Secretaris-generaal .

Artikel 12

De Secretaris-generaal van de Raad van Europa geeft aan de Lid-Staten van de Raad van Europa en aan iedere tot deze Overeenkomst toegetreden Staat kennis van :

a ) elke ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging of van aanvaarding ;

b ) elke ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging of van aanvaarding ;

c ) de nederlegging van elke akte van bekrachtiging , van aanvaarding of van toetreding ;

d ) elke datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst ingevolge het bepaalde in artikel 8 daarvan ;

e ) elke ingekomen verklaring ingevolge het bepaalde in lid 2 en lid 3 van artikel 10 ;

f ) elke ingekomen kennisgeving ingevolge het bepaalde in artikel 11 , alsmede van de datum van inwerkingtreding van de opzegging ;

g ) elke wijziging of aanvulling van het Protocol en de bijbehorende bijlage overeenkomstig artikel 4 , lid 4 , van deze Overeenkomst .

Ten blijke waarvan de ondergetekenden , daartoe behoorlijk gemachtigd , deze Overeenkomst hebben ondertekend .

Gedaan te Straatsburg , de 17e september 1974 , in de Engelse en de Franse taal , zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek , in een enkel exemplaar dat wordt nedergelegd in het archief van de Raad van Europa . De Secretaris-generaal van de Raad van Europa doet gewaarmerkte afschriften toekomen aan elke ondertekenende of toetredende Staat .

PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST

ALGEMENE BEPALINGEN

1 . Specificiteit

A . Testsera voor weefseltypering voor gebruik bij cytotoxische proeven op lymfocyten

Deze testsera moeten , wanneer zij worden gebruikt volgens de door de producent aabevolen methode , reageren met alle lymfocyten waarvan bekend is dat zij het antigeen ( de antigenen ) bevatten , overeenkomende met de op het etiket vermelde specificiteit(en ) . Zij mogen niet reageren met cellen waarvan bekend is dat zij dit antigeen ( deze antigenen ) niet bevatten .

Wanneer deze sera worden gebruikt volgens de door de producent aanbevolen methode , mogen zich geen hinderlijke serologische verschijnselen voordoen , zoals :

a ) prozone-effect ;

b ) anticomplementariteit .

B . Testsera voor weefseltypering voor gebruik bij een proef met complementbinding op bloedplaatjes

Deze testsera moeten , wanneer zij worden gebruikt volgens de door de producent aanbevolen methode , complementbinding opleveren met alle bloedplaatjes waarvan bekend is dat zij het antigeen ( de antigenen ) bevatten , overeenkomende met de op het etiket vermelde specificiteit(en ) . Zij mogen geen complementbinding opleveren met bloedplaatjes waarvan bekend is dat zij dit antigeen ( deze antigenen ) niet bevatten .

Wanneer deze sera worden gebruikt volgens de door de producent aanbevolen methode , mogen zich geen hinderlijke serologische verschijnselen voordoen , zoals :

a ) prozone-effect ;

b ) anticomplementariteit .

2 . Sterkte

A . Testsera voor weefseltypering voor gebruik bij cytotoxische proeven op lymfocyten

De titer van deze testsera wordt gemeten door van het te onderzoeken serum een reeks tweevoudige verdunningen te maken in een geïnactiveerd AB-serum van een donor die negatief is voor het antigeen ( de antigenen ) overeenkomende met het antilichaam ( de antilichamen ) in het testserum en die voorts niet voor weefselantigenen geïmmuniseerd mag zijn door transfusie , zwangerschap of anderszins . Iedere verdunning wordt dan getest met lymfocyten waarvan bekend is dat zij het overeenkomstige antigeen ( de overeenkomstige antigenen ) in het testserum bevatten , volgens de door de producent aanbevolen methode . De titer is de reciprok van het getal dat de sterkste serumverdunning aangeeft waarbij een duidelijk positieve reactie wordt verkregen ; voor het bepalen van het verdunningsgetal wordt geen rekening gehouden met het volume van de cellulaire suspensie en van alle andere in het totale volume aanwezige additiva .

B . Testsera voor weefseltypering voor gebruik bij een proef met complementbinding op bloedplaatjes

De titer van deze testsera wordt gemeten door van het te onderzoeken serum een reeks tweevoudige verdunningen te maken in een 10 % afgezwakt AB-serum in Veronal-buffer . Ieder serum wordt vervolgens getest met bloedplaatjes waarvan bekend is dat zij de antigenen bevatten die homoloog zijn met de antilichamen in het testserum , volgens de door de producent aanbevolen methode . De titer is de reciprok van het getal dat de sterkste serumverdunning aangeeft waarbij een duidelijk positieve reactie wordt verkregen ; voor het bepalen van het verdunningsgetal wordt geen rekening gehouden met het volume van de cellulaire suspensie en van alle andere in het totale volume aanwezige additiva .

Verdere bepalingen , die betrekking hebben zowel op testsera voor weefseltypering voor gebruik bij cytotoxische proeven op lymfocyten als op testsera voor gebruik bij een proef met complementbinding op bloedplaatjes :

3 . Wijze van bewaren

Testsera voor weefseltypering kunnen in vloeibare of in gedroogde toestand worden bewaard . Vloeibare sera dienen te worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste - 70 * C , gedroogde sera bij een temperatuur van ten hoogste + 4 * C .

Laten ontdooien en opnieuw bevriezen van de testsera dient gedurende de opslagperiode zoveel mogelijk te worden vermeden .

Gedroogde testsera dienen te worden bewaard onder inert gas of in vacuo , in de houder waarin zij zijn gedroogd en die zodanig moet worden afgesloten dat geen vocht kan binnendringen . Een gedroogd serum mag , wanneer het boven fosforpentoxyde bij ten hoogste 0,02 mm kwikdruk gedurende 24 uren verder wordt gedroogd , niet meer dan 0,5 percent van zijn gewicht verliezen .

De testsera moeten onder aseptische voorzorgen worden bereid en mogen niet met bacteriën zijn besmet . Ter bestrijding van bacteriën kan de producent beslissen dat aan het serum een antisepticum en/of een antibioticum dient te worden toegevoegd . In dat geval moet het serum echter ook met deze toevoeging blijven voldoen aan de normen van specificiteit en sterkte .

Dit laatste geldt eveneens voor alle andere additiva , zoals antistollingsmiddelen . Testsera moeten na ontdooiing of oplossing helder zijn en mogen geen neerslag , gel of zichtbare deeltjes bevatten .

4 . Stabiliteit en vervaldatum

Ieder serum dat onder de geschikte omstandigheden is opgeslagen , moet de vereiste eigenschappen ten minste een jaar behouden .

Voor sera in vloeibare toestand mag de op het etiket aangegeven vervaldatum niet meer dan een jaar later zijn dan de datum waarop bij de laatste controle een voldoende werkzaamheid werd bevonden . Na volgende controles op de werkzaamheid kan de vervaldatum telkens een jaar worden opgeschoven .

Ten aanzien van sera in gedroogde toestand dient de op het etiket vermelde vervaldatum in overeenstemming te zijn met het resultaat van de stabiliteitsproeven .

5 . Verstrekking en hoeveelheid

De testsera voor weefseltypering dienen op dusdanige wijze en in dusdanige hoeveelheden te worden verstrekt , dat het serum uit één houder voldoende is voor het uitvoeren van controletests met positieve en negatieve cellen , evenals voor tests met de onbekende cellen .

De hoeveelheid in iedere houder moet zodanig zijn dat men bovendien , indien nodig , de geschikte proeven ter bepaling van de sterkte kan uitvoeren , als omschreven in dit Protocol .

6 . Registers en specimens

Het laboratorium waar de sera worden bereid dient schriftelijk het verloop van de produktie en van de controle van de sera bij te houden . Er dienen van alle verstrekte sera voldoende specimens door het laboratorium te worden bewaard , totdat aangenomen mag worden dat de desbetreffende partij niet langer in gebruik is .

7 . Verzending

Testsera in bevroren toestand dienen in zodanige omstandigheden te worden verzonden , dat zij tot op de plaats van bestemming bevroren blijven . Voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen om de testsera te beveiligen tegen afzwakking door binnendringen van CO2 . Gedroogde testsera mogen worden verzonden zonder speciale temperatuurvoorzieningen .

8 . Etikettering , bijsluiter , verklaring

Twee witte etiketten met zwarte opdruk , een in het Engels en een in het Frans , dienen te worden bevestigd op iedere definitieve houder en dienen de navolgende gegevens te vermelden :

a ) naam en adres van de producent ;

b ) naam van het serum zoals aangegeven in de titel van de desbetreffende bijsluiter ;

c ) naam en hoeveelheid van antisepticum en/of antibioticum indien aanwezig , of aanduiding dat deze stoffen niet zijn toegevoegd ;

d ) volume of , indien het een gedroogd serum betreft , volume en samenstelling van de voor de oplossing er van benodigde vloeistof ;

e ) vervaldatum ;

f ) nummer van de partij ;

g ) wijze van bewaring ;

h ) resultaten van de HB-Ag-proef .

Verder dienen deze etiketten , of de etiketten op de doos waarin zich verschillende definitieve houders bevinden , of de bijsluiter bij de houders de navolgende gegevens te bevatten :

a ) naam en adres van de producent voluit ;

b ) naam van het serum zoals aangegeven in de titel van de desbetreffende bijsluiter ;

c ) volume of , indien het een gedroogd serum betreft , volume en samenstelling van de voor de oplossing er van benodigde vloeistof ;

d ) datum waarop voor het laatst de werkzaamheid is gecontroleerd ;

e ) vervaldatum ( eventueel ) ;

f ) nummer van de partij ;

g ) nauwkeurige omschrijving van de door de producent aanbevolen gebruikswijze ;

h ) omstandigheden waarin ongeopende ampullen dienen te worden opgeslagen , alsmede na opening er van te nemen voorzorgsmaatregelen ;

i ) juiste samenstelling , alsmede antiseptica en/of antibiotica indien aanwezig ;

j ) aanduiding betreffende de aan - of afwezigheid van stoffen van menselijke oorsprong .

Iedere zending moet vergezeld gaan van een verklaring overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Overeenkomst en in de bijlage bij dit Protocol . Modellen van de etiketten en van de bijsluiter zijn aan dit Protocol gehecht .

BIJZONDERE BEPALINGEN ( 1 )

( 1 ) Te completeren overeenkomstig artikel 4 , lid 4 , van de Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering .

MODEL VAN HET ETIKET

RAAD VAN EUROPA

Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering

1 . Naam en adres van de producent

2 . Testserum voor wesfseltypering anti HL-A

3 . 1 ml

of Op te lossen in 1 ml gedistilleerd water

4 . Datum waarop de werkzaamheid het laatst is gecontroleerd

5 . Vervaldatum

6 . Nummer van de partij

7 . Te volgen methode : NIH lymfocytotoxiciteit

8 . Bewaren bij ... ( temp . , enz . )

9 . Samenstelling

10 . Dit produkt bevat serum van menselijke oorsprong

Dit etiket moet worden bevestigd op de dozen waarin zich verschillende definitieve houders bevinden .

MODEL VAN BIJSLUITER

RAAD VAN EUROPA

Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering

1 . Nationaal erkend laboratorium voor weefseltypering . Hoofdstraat 1 , Nieuwstad , Westland

2 . Testserum voor weefseltypering anti HL-A I

3 . N3Na 0,1 g % oplossing is toegevoegd

4 . 1 ml

of Op te lossen in 1 ml gedistilleerd water

5 . Vervaldatum : 5 december 1975

6 . Partij nr . 7257

7 . Bewaren bij - 70 * C

8 . Resultaat van het onderzoek naar HB-Ag : negatief

Deze bijsluiter dient aan iedere definitieve houder te worden bevestigd .

BIJLAGE BIJ HET PROTOCOL

RAAD VAN EUROPA

Europese Overeenkomst betreffende de uitwisseling van testsera voor weefseltypering

VERKLARING

( Artikel 4 )

NIET VAN DE ZENDING VERWIJDEREN

... ( plaats ) , ... ( datum ) 19 ...

Aantal pakketten ...

Gemerkt ...

Partij nr . ...

Ondergetekende verklaart dat de zending gespecificeerd in de marge ... bereid onder verantwoordelijkheid van ... instelling als bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst , in overeenstemming is met de voorschriften van het Protocol behorend bij de Overeenkomst en dat deze zending onmiddellijk kan worden afgeleverd aan de geadresseerde

( naam en plaats ) ...

... ( stempel ) ... ( handtekening ) ... ( functie )

AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE EUROPESE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE UITWISSELING VAN TESTSERA VOOR WEEFSELTYPERING

DE ONDERTEKENENDE STATEN VAN DE EUROPESE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE UITWISSELING VAN TESTSERA VOOR WEEFSELTYPERING ,

hierna " Overeenkomst " genoemd ,

Herinnerend aan de bepalingen van artikel 5 , lid 1 , van de Overeenkomst , behelzende dat de Overeenkomstsluitende Partijen alle nodige maatregelen zullen treffen ten einde de hun door de andere Partijen ter beschikking gestelde testsera voor weefseltypering vrij te stellen van alle invoerrechten ;

Overwegende dat , wat de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap betreft , het aangaan van de verbintenis tot het verlenen van deze vrijstelling onder de bevoegdheid van genoemde Gemeenschap valt , die op grond van het Verdrag waarbij zij werd opgericht over de hiertoe vereiste bevoegdheden beschikt ;

Overwegende dat het dientengevolge voor de toepassing van artikel 5 , lid 1 , van de Overeenkomst van belang is dat de Europese Economische Gemeenschap Partij bij de Overeenkomst kan worden ,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN :

Artikel 1

De Europese Economische Gemeenschap kan Partij bij de Overeenkomst worden door deze te ondertekenen .

Artikel 2

Dit Aanvullend Protocol ligt ter ondertekening open voor de ondertekenende Staten van de Overeenkomst , die middels de in artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde procedure Partij bij het Aanvullend Protocol kunnen worden .

Artikel 3

Geen enkele Staat kan Partij bij de Overeenkomst worden zonder tegelijkertijd Partij te worden bij dit Aanvullend Protocol , dat een integrerend bestanddeel van de Overeenkomst uitmaakt .

Artikel 4

Dit Aanvullend Protocol treedt tegelijk met de Overeenkomst in werking .

Artikel 5

De Secretaris-generaal van de Raad van Europa stelt de Lid-Staten van de Raad en de Europese Economische Gemeenschap in kennis van :

a ) elke ondertekening van dit Aanvullend Protocol ,

b ) de nederlegging van elke akte van bekrachtiging of aanvaarding ,

c ) de datum van inwerkingtreding van dit Aanvullend Protocol .