78/298/EGKS: Beschikking van de Commissie van 1 maart 1978 tot goedkeuring van steun van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van kolenmijnondernemingen in het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
78/298/EGKS: Beschikking van de Commissie van 1 maart 1978 tot goedkeuring van steun van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van kolenmijnondernemingen in het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
++++
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 1 maart 1978
tot goedkeuring van steun van het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van kolenmijnondernemingen in het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978
( Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek )
( 78/298/EGKS )
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op Beschikking nr . 528/76/EGKS van de Commissie van 25 februari 1976 inzake de gemeenschappelijke regeling van maatregelen van de Lid-Staten ten behoeve van de kolenmijnbouw ( 1 ) ,
Gezien het advies van de Raad ,
Overwegende :
I
Dat de Britse Regering de Commissie overeenkomstig artikel 2 van de beschikking in kennis heeft gesteld van de financiële maatregelen die zij voornemens is in de loop van het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 ( 2 ) direct of indirect ten gunste van de kolenmijnbouw te treffen . Van deze maatregelen komen de hierna te noemen steunbedragen overeenkomstig bovengenoemde beschikking voor goedkeuring in aanmerking :
* miljoen Pond *
- steun voor de aantrekking en handhaving van gekwalificeerd personeel * 2,6 *
- steun in verband met voorraden * 10,8 *
- steun voor kolen bestemd voor centrales * 7,0 *
- steun ter dekking van mijnbouwexploitatieverliezen * 10,0 *
De hierboven vermelde steun is in overeenstemming met de criteria die volgens de beschikking inzake de toelaatbaarheid van dergelijke steunmaatregelen van de overheid als eis worden gesteld .
1 . Met de steun voor aantrekking en handhaving van gekwalificeerd personeel levert de Britse Regering een toelage voor de lasten die voor het National Coal Board ( NCB ) in 1977/1978 ontstaan door het feit dat in het kader van de rationalisering van de produktie hergroepering van personeel moet plaatsvinden . Ten einde de stabiliteit met betrekking tot gekwalificeerd personeel te garanderen moeten aan de door hergroepering getroffen mijnwerkers van de NCB de daaruit voortvloeiende kosten worden vergoed . Het betreft hier verhuiskosten , kosten van hernieuwde aanstelling , reiskosten en vergoedingen voor inkomensderving .
Van deze kosten ten laste van het NCB neemt de Britse Regering in 1977/1978 een bedrag van 2,6 miljoen Pond voor haar rekening .
Doel en vorm van de steun tonen aan dat het hier een maatregel betreft welke voldoet aan de criteria van artikel 8 van de beschikking .
2 . Bij de steun ter dekking van de kosten van kolen - en cokesvoorraden tot een bedrag van 10,8 miljoen Pond is ervan uitgegaan dat de totale voorraden bij de producenten , alsmede de aanvullende voorraden bij de verbruikers , die door de producent direct of indirect worden gefinancierd , circa 18 miljoen ton bedragen . Bij een maandproduktie van rond 10 miljoen ton belopen de voor steun in aanmerking komende voorraden volgens artikel 9 , punt 2 , 8 miljoen ton . Het steunbedrag per ton bedraagt derhalve 1,4 Pond . De werkelijke opslagkosten ( met inbegrip van afschrijvingen en rente ) liggen belangrijk hoger dan het steunbedrag .
Doel en vorm van de steun tonen aan dat het hier een steunmaatregel betreft die voldoet aan de criteria van artikel 9 van de beschikking .
3 . De steun voor kolen voor centrales ter hoogte van 7 miljoen Pond vormt een bedrag voor leveringen van centralekolen in Schotland . Als gevolg van de transportkosten is de Britse steenkool in Schotland duurder dan vergelijkbare concurrerende energievormen . De maatregel is erop gericht het afzetgebied van ketelkolen in dit bereik op lange termijn te handhaven en is daardoor in overeenstemming met artikel 11 van de beschikking .
4 . De steun ter dekking van mijnexploitatieverliezen ter hoogte van 10 miljoen Pond zal de verliezen in schachtinstallaties van bekkens met geringe produktie slechts gedeeltelijk kunnen dekken . Er mag worden verwacht dat in het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 verschillende schachten met geringe opbrengst zullen worden gesloten . Het National Coal Board ( NCB ) streeft er daarbij naar die sociale problemen die hieruit voortvloeien zo veel mogelijk te beperken . De produktiviteit van het NCB zal door sluiting van deze minder rendabele installaties worden verhoogd . Het NCB heeft maatregelen getroffen om de capaciteiten van bekkens met een grotere opbrengst op te voeren en om nieuwe bekkens te ontwikkelen . Hierdoor worden de capaciteitsverminderingen als gevolg van sluitingen weer gecompenseerd en wordt op lange termijn een stabilisatie van de kolenwinning mogelijk gemaakt .
Doel en vorm van deze steun tonen aan dat het hier een maatregel betreft die in overeenstemming is met artikel 12 , punt 1 , sub 2 , van de beschikking .
II
Het onderzoek naar de verenigbaarheid van de voorgenomen steun met de goede werking van de gemeenschappelijke markt vereist , overeenkomstig artikel 3 , punt 2 , van de beschikking , tevens het in aanmerking nemen van alle overige maatregelen ten gunste van de lopende produktie in het jaar 1977 .
De steunbedragen voor de lopende produktie in Groot-Brittannië zullen in het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 59,1 miljoen ERE ( = 0,48 ERE/ton ) bedragen . De Britse steenkoolmijnbouw ontvangt derhalve de laagste steunbedragen in vergelijking met de andere kolenproducerende landen van de Gemeenschap .
Het onderzoek naar de verenigbaarheid van de voorgenomen steun met de goede werking van de gemeenschappelijke markt vereist geen gedetailleerde gegevens of onderzoekingen :
- voorzieningsmoeilijkheden hebben zich in 1977 op de Britse markt niet voorgedaan ;
- door vooruitgang op het gebied van de rationalisatie en de tenuitvoerlegging van nieuwe investeringsprojecten konden in 1977 de produktiekosten worden verlaagd en de winning op peil worden gehouden ;
- concurrentieverstoringen hebben zich , als gevolg van de Britse steun , in 1977 op de gemeenschappelijke markt niet voorgedaan .
Bijgevolg kan worden vastgesteld dat de voor het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 voorgenomen steun ten behoeve van de lopende produktie van de Britse steenkoolmijnbouw verenigbaar is met de goede werking van de gemeenschappelijke markt .
Deze beoordeling geldt tevens indien de steunbedragen die de kolenmijnondernemingen overeenkomstig Beschikking 73/287/EGKS ontvangen , hierbij in aanmerking worden genomen .
III
Overeenkomstig artikel 14 , punt 1 , van de beschikking dient de Commissie zich ervan te vergewissen of de goedgekeurde steun uitsluitend in overeenstemming is met de in de artikelen 7 tot 12 van deze beschikking genoemde doelstellingen . Daarom dient zij in het bijzonder op de hoogte te worden gebracht van de omvang en de verdeling der betaalde bedragen .
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :
Artikel 1
De Regering van het Verenigd Koninkrijk wordt toestemming verleend voor het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 steun aan de Britse steenkolenmijnbouw te verlenen tot een totaalbedrag van 30 400 000 Pond .
Het voor het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 uitgetrokken bedrag is onderverdeeld in de volgende steunbedragen :
1 . een bijdrage ter dekking van de kosten die voor het National Coal Board ontstaan door het feit dat in het kader van de rationalisering van de produktie hergroeperingen van personeel moeten plaatsvinden . Het betreft hier een bedrag van maximaal 2 600 000 Pond ;
2 . verlening van steun ter dekking van de kosten voor opgeslagen kolen en cokes tot een bedrag van 10 800 000 Pond ;
3 . toekenning van steun tot een bedrag van 7 000 000 Pond voor levering van ketelkolen ten behoeve van centrales in Schotland ;
4 . verlening van een steun tot een bedrag van 10 000 000 Pond ter dekking van mijnexploitatieverliezen .
Deze steunbedragen mogen de werkelijk ontstane verliezen niet overschrijden .
Artikel 2
De Britse Regering verstrekt de Commissie uiterlijk op 30 juni 1978 bijzonderheden over de op grond van deze beschikking verleende steunbedragen en in het bijzonder over de hoogte en de verdeling van de verrichte betalingen .
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk .
Gedaan te Brussel , 1 maart 1978 .
Voor de Commissie
Guido BRUNNER
Lid van de Commissie
( 1 ) PB nr . L 63 van 11 . 3 . 1976 , blz . 1 .
( 2 ) Het mijnbouwbedrijfsjaar 1977/1978 loopt van begin april 1977 tot eind maart 1978 .