Verordening (EEG) nr. 488/78 van de Commissie van 8 maart 1978 betreffende de indeling van goederen onder post 39.02 C V van het gemeenschappelijk douanetarief
Verordening (EEG) nr. 488/78 van de Commissie van 8 maart 1978 betreffende de indeling van goederen onder post 39.02 C V van het gemeenschappelijk douanetarief
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 488/78 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 1978
betreffende de indeling van goederen onder post 39.02 C V van het gemeenschappelijk douanetarief
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 280/77 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 3 ,
Overwegende dat bepalingen nodig zijn om een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te verzekeren met betrekking tot vloeibaar polyisobutyleen , met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 ( overeenkomend met een gemiddelde polymerisatiegraad van ongeveer 8 ) ;
Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief dat als bijlage is gevoegd bij Verordening ( EEG ) nr . 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2560/77 ( 4 ) , is bepaald dat onder post 27.10 aardoliën en oliën uit bitumineuze mineralen , andere dan ruwe , en onder post 39.02 polymerisatieprodukten worden ingedeeld ;
Overwegende dat vloeibaar polyisobutyleen , al naar gelang zijn kenmerken , beschouwd kan worden als " aardolie " in de zin van post 27.10 en van Aantekening 3 op Hoofdstuk 27 , alsmede als " polymerisatieprodukt " in de zin van post 39.02 en van Aantekening 2 op Hoofdstuk 39 ;
Overwegende dat de kenmerken van vloeibaar polyisobutyleen met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 meer overeenkomen met de kenmerken van een polymerisatieprodukt van post 39.02 dan met die van een aardolieprodukt van post 27.10 ;
Overwegende dat post 39.02 C V het meest voor dit produkt in aanmerking komt ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
Vloeibaar polyisobutyleen met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 440 ( overeenkomend met een polymerisatiegraad van ongeveer 8 ) valt in het gemeenschappelijk douanetarief onder onderverdeling
39.02 Polymerisatieprodukten en copolymerisatieprodukten ( polyethyleen , polytetrahaloëthyleen , polyisobutyleen , polystyreen , polyvinylchloride , polyvinylacetaat , polyvinylchloroacetaat en andere polyvinylderivaten , polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten , cumaronindeenharsen , enz . ) :
C . andere :
V . Polyisobutyleen
Artikel 2
Deze verordening treedt in werkin op de eenentwintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 8 maart 1978 .
Voor de Commissie
Etienne DAVIGNON
Lid van de Commissie
( 1 ) PB nr . L 14 van 21 . 1 . 1969 , blz . 1 .
( 2 ) PB nr . L 40 van 11 . 2 . 1977 , blz . 1 .
( 3 ) PB nr . L 172 van 22 . 7 . 1968 , blz . 1 .
( 4 ) PB nr . L 303 van 28 . 11 . 1977 , blz . 1 .