Verordening (EEG) nr. 3055/78 van de Commissie van 22 december 1978 tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1978/1979 van de gemiddelde wereldmarktprijs en het indicatief rendement voor sojabonen
Verordening (EEG) nr. 3055/78 van de Commissie van 22 december 1978 tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1978/1979 van de gemiddelde wereldmarktprijs en het indicatief rendement voor sojabonen
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 3055/78 VAN DE COMMISSIE
van 22 december 1978
tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1978/1979 van de gemiddelde wereldmarktprijs en het indicatief rendement voor sojabonen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1900/74 van de Raad van 15 juli 1974 tot vaststelling van bijzondere maatregelen voor sojabonen ( 1 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2360/77 ( 2 ) , en met name op artikel 2 , lid 4 ,
Overwegende dat krachtens Verordening ( EEG ) nr . 1777/76 van de Raad van 20 juli 1976 betreffende de bijzondere maatregelen voor sojabonen ( 3 ) een gemiddelde wereldmarktprijs voor sojabonen en een indicatief rendement voor in de Gemeenschap geoogste sojabonen moeten worden vastgesteld volgens de criteria van die verordening ;
Overwegende dat in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1790/76 van de Commissie van 22 juli 1976 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor sojabonen ( 4 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2665/77 ( 5 ) , is bepaald dat de gemiddelde wereldmarktprijs gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van de in dat artikel bedoelde wekelijkse wereldmarktprijzen die gedurende een representatief tijdvak zijn geconstateerd ;
Overwegende dat het tijdvak van 1 november tot en met 13 december 1978 als het meest representatieve tijdvak voor de verkoop van sojabonen uit de Gemeenschap kan worden beschouwd ; dat dit tijdvak derhalve in aanmerking dient te worden genomen ;
Overwegende dat toepassing van bovengenoemde voorschriften ertoe leidt de gemiddelde wereldmarktprijs van sojabonen vast te stellen zoals hierna is vermeld ;
Overwegende dat de producerende Lid-Staten overeenkomstig artikel 10 van Verordening ( EEG ) nr . 1790/76 aan de Commissie de uitkomsten hebben medegedeeld van het onderzoek van de in artikel 3 bis van die verordening bedoelde steekproeven ; dat uit deze gegevens gebleken is dat het rendement voor geen enkele toegepaste teeltmethode en in geen enkel homogeen produktiegebied groter is dan het in artikel 2 , lid 2 , laatste alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 1900/74 bedoelde minimumrendement van 2 000 kilogram per hectare ; dat dit minimumrendement derhalve voor alle in de Gemeenschap geoogste sojabonen als indicatief rendement dient te gelden ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 1978/1979 wordt de gemiddelde wereldmarktprijs van sojabonen vastgesteld op 16,745 rekeneenheden per 100 kilogram .
Artikel 2
Voor het verkoopseizoen 1978/1979 wordt het indicatief rendement voor in de Gemeenschap geoogste sojabonen vastgesteld op 2 000 kilogram per hectare .
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 22 december 1978 .
Voor de Commissie
Finn GUNDELACH
Vice-Voorzitter
( 1 ) PB nr . L 201 van 23 . 7 . 1974 , blz . 5 .
( 2 ) PB nr . L 277 van 29 . 10 . 1977 , blz . 1 .
( 3 ) PB nr . L 199 van 24 . 7 . 1976 , blz . 5 .
( 4 ) PB nr . L 199 van 24 . 7 . 1976 , blz . 37 .
( 5 ) PB nr . L 309 van 2 . 12 . 1977 , blz . 8 .