Home

Beschikking nr. 715/78/EGKS van de Commissie van 6 april 1978 inzake de verjaring van het recht van vervolging en van tenuitvoerlegging op het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Beschikking nr. 715/78/EGKS van de Commissie van 6 april 1978 inzake de verjaring van het recht van vervolging en van tenuitvoerlegging op het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

++++

BESCHIKKING Nr . 715/78/EGKS VAN DE COMMISSIE

van 6 april 1978

inzake de verjaring van het recht van vervolging en van tenuitvoerlegging op het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , inzonderheid op de artikelen 2 tot en met 5 en 95 , eerste lid ,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité ,

Met instemming van de Raad , bij eenstemmingheid bepaald ( 1 ) ,

Overwegende dat de artikelen 47 , 54 , 58 , 59 , 64 , 65 , 66 en 68 van het Verdrag de Commissie bevoegdheid verlenen , ondernemingen en natuurlijke of rechtspersonen geldboeten en dwangsommen op te leggen wanneer zij zich onttrekken aan of handelen in strijd met hun verplichtingen op het terrein van inlichtingen en verificaties , investeringen , produktie , prijzen , kartels en concentraties of lonen ;

Overwegende dat aanbevelingen en beschikkingen , die op grond van artikel 95 , eerste en tweede lid , ter regeling van de niet in het Verdrag voorziene gevallen gedaan of gegeven worden , de Commissie overeenkomstige bevoegdheden verlenen ;

Overwegende dat de bovengenoemde artikelen van het Verdrag en de tot dusverre ter uitvoering van deze artikelen vastgestelde voorschriften geen bepalingen over de verjaring inhouden ;

Overwegende dat het om de in de artikelen 2 , 3 en 4 van het Verdrag omschreven doelstellingen van de Gemeenschap , overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag , te bereiken en tevens omwille van de rechtszekerheid nodig is het beginsel van de verjaring in te voeren en de wijze van toepassing daarvan te regelen ; dat een desbetreffende regeling , wil zij volledig zijn , zowel van toepassing moet zijn op de bevoegdheid geldboeten op te leggen als op de bevoegdheid de beschikkingen waarbij geldboeten of dwangsommen worden opgelegd ten uitvoer te leggen ; dat in zulk een regeling de verjaringstermijnen , het tijdstip waarop de verjaring begint te lopen en de handelingen waardoor zij wordt gestuit of geschorst , moeten worden vastgelegd ; dat daarbij enerzijds rekening moet worden gehouden met de belangen van de betrokken partijen en anderzijds met de vereisten van de administratie ;

Overwegende dat de onderhavige regeling moet gelden ten aanzien van alle bepalingen betreffende geldboeten of dwangsommen die in het Verdrag en in de tot dusverre ter uitvoering van het Verdrag vastgestelde voorschriften neergelegd zijn ; dat zij eveneens moet gelden ten aanzien van de desbetreffende bepalingen van de in de toekomst vast te stellen uitvoeringsvoorschriften ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1

Verjaring van het recht van vervolging

1 . De bevoegdheid van de Commissie om geldboeten op te leggen wegens inbreuken op de voorschriften van het Verdrag of op de ter uitvoering van het Verdrag vastgestelde voorschriften verjaart :

a ) na drie jaar bij inbreuken op de voorschriften betreffende de door de betrokken partijen in te dienen verzoeken of verklaringen , het inwinnen van inlichtingen of het verrichten van verificaties ;

b ) na vijf jaar bij de overige inbreuken .

2 . De verjaring vangt aan op de dag waarop de inbreuk is gepleegd . Bij voortdurende of voortgezette inbreuken vangt de verjaring echter eerst aan op de dag waarop de inbreuk is beëindigd .

Artikel 2

Stuiting van de verjaring van het recht van vervolging

1 . De verjaring van het recht van vervolging wordt gestuit door iedere handeling die door de Commissie tot onderzoek of vervolging van de inbreuk wordt verricht . De stuiting van de verjaring treedt in op de dag waarop van de handeling wordt kennis gegeven aan ten minste één partij die heeft deelgenomen aan de inbreuk .

Handelingen die de verjaring stuiten zijn met name :

a ) schriftelijke verzoeken om inlichtingen van de Commissie alsmede beschikkingen van de Commissie waarbij de gevraagde inlichtingen worden verlangd ;

b ) door de Commissie aan haar personeelsleden verstrekte schriftelijke opdrachten om verificaties te verrichten alsmede beschikkingen van de Commissie waarbij verificaties worden gelast ;

c ) de inleiding van een procedure door de Commissie ;

d ) schriftelijke mededelingen van de Commissie aan de betrokken partijen , waardoor deze overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag in staat worden gesteld opmerkingen te maken .

2 . De stuiting van de verjaring geldt ten aanzien van alle partijen die aan de inbreuk hebben deelgenomen .

3 . Na iedere stuiting vangt de verjaring opnieuw aan . De verjaring treedt echter ten laatste in op de dag waarop een termijn gelijk aan tweemaal de verjaringstermijn is verstreken zonder dat de Commissie een gelboete heeft opgelegd ; deze termijn wordt verlengd met de periode waarin de verjaring ingevolge artikel 3 wordt geschorst .

Artikel 3

Schorsing van de verjaring van het recht van vervolging

De verjaring van het recht van vervolging wordt geschorst zolang de beschikking van de Commissie het onderwerp vormt van een procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 4

Verjaring van het recht van tenuitvoerlegging

1 . De bevoegdheid van de Commissie tot tenuitvoerlegging van beschikkingen waarbij wegens inbreuken op de voorschriften van het Verdrag of op ter uitvoering van het Verdrag vastgestelde voorschriften geldboeten of dwangsommen zijn opgelegd , verjaart na vijf jaar .

2 . De verjaring vangt aan op de dag waarop de beschikking niet meer kan worden aangevochten .

Artikel 5

Stuiting van de verjaring van het recht van tenuitvoerlegging

1 . De verjaring van het recht van tenuitvoerlegging wordt gestuit :

a ) door de kennisgeving van een beschikking waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete of de dwangsom wordt gewijzigd of een daartoe strekkend verzoek wordt afgewezen ;

b ) door iedere handeling van de Commissie of van een Lid-Staat op verzoek van de Commissie , die de inning van de geldboete of de dwangsom met dwangmiddelen beoogt .

2 . Na iedere stuiting vangt de verjaring opnieuw aan .

Artikel 6

Schorsing van de verjaring van het recht van tenuitvoerlegging

De verjaring van het recht van tenuitvoerlegging wordt geschorst :

a ) zolang er betalingsfaciliteiten zijn toegestaan ;

b ) zolang de tenuitvoerlegging krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is geschorst .

Artikel 7

Toepassing in de tijd

De onderhavige beschikking is ook van toepassing op inbreuken die voor de inwerkingtreding van deze beschikking zijn gepleegd .

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 6 april 1978 .

Voor de Commissie

Raymond VOUEL

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . C 316 van 31 . 12 . 1977 , blz . 3 .