Home

79/534/EEG: Advies van de Commissie van 23 mei 1979 betreffende de regionale ontwikkelingsprogramma's

79/534/EEG: Advies van de Commissie van 23 mei 1979 betreffende de regionale ontwikkelingsprogramma's

79/534/EEG: Advies van de Commissie van 23 mei 1979 betreffende de regionale ontwikkelingsprogramma's

Publicatieblad Nr. L 143 van 12/06/1979 blz. 0007 - 0008
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0016
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0016


++++

ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 23 mei 1979

betreffende de regionale ontwikkelingsprogramma's

( 79/534/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 155 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 724/75 van de Raad van 18 maart 1975 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling ( 1 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 214/79 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 6 ,

Gezien de regionale ontwikkelingsprogramma's die de Lid-Staten krachtens dit artikel 6 aan de Commissie hebben medegedeeld ,

Gezien het advies van het Comité voor regionaal beleid van 16 juni en 26 oktober 1978 over deze programma's ,

Overwegende dat het door het Comité voor regionaal beleid uitgewerkte gemeenschappelijke schema slechts een indicatief karakter heeft , doch dat het bepaalt welke gegevens in deze programma's moeten voorkomen overeenkomstig de vijf hoofdstukken " sociaal-economische analyse " , " doeleinden van het ontwikkelingsprogramma " , " te nemen maatregelen " , " financiële middelen " en " uitvoering van het programma " ;

Overwegende dat het onderzoek van de regionale ontwikkelingsprogramma's ( 3 ) , dat in nauw overleg met de nationale overheidsinstanties , alsmede in het Comité voor regionaal beleid heeft plaatsgevonden , verscheidene Lid-Staten genoopt heeft , op verzoek van de Commissie , hetzij tot het aanvullen van de programma's , hetzij tot het leveren van belangrijke aanvullende gegevens ,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT :

1 . Sociaal-economische analyse

Dit hoofdstuk is over het algemeen het best uitgewerkt . In alle programma's worden de voornaamste kenmerken van de economische en sociale ontwikkeling in de regio's , de belangrijkste onevenwichtigheden waaronder de regio's lijden en de invloed van vroegere maatregelen vermeld . Tussen de Lid-Staten kunnen evenwel verschillen in de wijze van de presentatie van de analyses worden vastgesteld . Vrij dikwijls worden de mogelijkheden en voorwaarden tot ontwikkeling van de regio's , met inbegrip van knelpunten , vrij summier behandeld .

Over het algemeen wordt de regionale analyse geplaatst in het economische kader van de Lid-Staat , doch er is onvoldoende rekening gehouden met de economische context van de Gemeenschap . Over het geheel genomen is weinig aandacht geschonken aan de regionale effecten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beleid inzake buitenlandse betrekkingen van de Gemeenschap , met inbegrip van de uitbreiding van de Gemeenschap .

Voor de grensregio's zou de analyse meer rekening moeten houden met hun specifieke situatie , in het bijzonder in relatie tot de regio of de regio's aan de overzijde van de grens .

In sommige gevallen wordt in de sociaal-economische analyse melding gemaakt van algemene gegevens voor een gehele regio , terwijl slechts een kleine zone binnen deze regio nationale regionale steun krijgt en de redenen voor het uitverkiezen van deze zone niet worden aangegeven .

2 . Doeleinden van het ontwikkelingsprogramma

De verschillende programma's bestrijken een min of meer grote variëteit aan doelstellingen volgens de voorstelling die de Lid-Staten zich van het regionaal beleid vormen . Bij het bepalen van de verschillende doelstellingen per regio in een gekwantificeerde vorm doen zich moelijkheden van diverse aard voor .

Sommige Lid-Staten kwantificeren de doelstelling van het scheppen van werkgelegenheid over een bepaalde periode , andere maken ramingen van het tekort aan arbeidsplaatsen per regio voor een bepaald jaar ( bij voorbeeld 1980 ) , terwijl nog andere alleen globale ramingen voor een geheel van regio's verstrekken of zich beperken tot het aanbod van arbeidskrachten . Ten einde het hoofd te bieden aan de technische moeilijkheden terzake zal de Commissie voorrang geven aan haar studies betreffende het opmaken van regionale arbeidsmarktbalansen , alsmede aan de geleidelijke uitwerking van gemeenschapscriteria op dit gebied .

Ten aanzien van het programma inzake de regionale infrastructuren worden in vrijwel alle gevallen vrij preciese aanduidingen verstrekt . De infrastructuurvoorzieningen op nationaal niveau die van grote betekenis voor de regionale ontwikkeling zijn , zijn er evenwel niet altijd in opgenomen . Niet alle Lid-Staten zijn reeds toe aan een meerjarenprogramma inzake infrastructuurinvesteringen .

In de meeste programma's wordt expliciet of impliciet melding gemaakt van de beoogde resultaten voor de verschillende economische bedrijvigheden van de regio . Daarentegen worden de resultaten voor het inkomen van de regio buiten beschouwing gelaten , hoewel daarvan sprake is in het gemeenschappelijke schema .

3 . Te nemen maatregelen

In dit hoofdstuk van de programma's wordt , dikwijls op gedetailleerde wijze , een analyse gegeven van de rechtstreekse maatregelen van regionaal beleid , zoals de steunregelingen met regionale strekking en over het algemeen , van de belangrijkste investeringen in infrastructuurvoorzieningen ten behoeve van de regionale ontwikkeling .

Doorgaans bevatten de programma's echter weinig informatie over de maatregelen , die vallen onder het op andere deelgebieden door de Lid-Staten of de Gemeenschap gevoerde beleid en die indirect van grote invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van de regio's zoals de maatregelen in verband met het industriebeleid en het landbouwbeleid , de maatregelen in verband met het sociaal beleid , met inbegrip van de beroepsopleiding , en de maatregelen inzake het milieu en ruimtelijke ordening en sociaal-culturele voorzieningen van de regio's . Over het algemeen zijn de begrotingen voor de voorzieningen niet per regio opgesplitst .

In het licht van de resultaten van de studies betreffende de evaluatie van de regionale invloed , zal de Commissie er nauwkeuriger op toezien dat de regionale effecten van het communautair beleid , in het bijzonder van het landbouwbeleid en het handelsbeleid , beter worden in acht genomen .

4 . Financiële middelen

De programma's bevatten min of meer gedetailleerde gegevens over de financiële verplichtingen van de centrale overheid voor de regionale ontwikkeling in de komende jaren , maar de prioriteiten zijn niet met de gewenste duidelijkheid aangegeven .

Over het algemeen wordt geen melding gemaakt van financiële transfers tussen verschillende overheidsniveaus , van financieringen door de regio's of sub-regio's , van maatregelen en , evenmin , van investeringen die tijdens de programmaperiode door overheidsbedrijven en grote particuliere ondernemingen zullen worden verricht in het raam van programmaovereenkomsten . Voorts laat de nauwkeurigheid van de gegevens over de maatregelen van de Lid-Staten met betrekking tot de latere aanwending van de bijstand uit het EFRO , of de middelen van andere financieringsinstrumenten van de Gemeenschap over het algemeen te wensen over .

5 . Uitvoering van het programma

In de regel bevatten de ingediende programma's gedetailleerde gegevens over de instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het regionaal beleid in de Lid-Staten . Het tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen wordt evenwel slechts door enkele landen vermeld .

Concluderend is de Commissie van oordeel dat de regionale ontwikkelingsprogramma's haar een duidelijker inzicht geven in de investeringsprojecten die in aanmerking komen voor bijstand uit het EFRO , maar dat deze programma's in een later stadium verder moeten worden uitgewerkt om beschouwd te kunnen worden als een met voldoende duidelijkheid afgelijnd referentiekader voor de beoordeling van deze projecten . Dit advies van de Commissie over de regionale ontwikkelingsprogramma's laat de toepassing van de artikelen 92 tot 94 van het EEG-Verdrag onverlet .

Gedaan te Brussel , 23 mei 1979 .

Voor de Commissie

Antonio GIOLITTI

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 73 van 21 . 3 . 1975 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 35 van 9 . 2 . 1979 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . C 69 van 24 . 3 . 1976 , blz . 2 .