Verordening (EEG) nr. 2492/79 van de Commissie van 12 november 1979 houdende vierde wijziging van Verordening (EEG) nr. 557/79 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiesteunregeling voor olijfolie
Verordening (EEG) nr. 2492/79 van de Commissie van 12 november 1979 houdende vierde wijziging van Verordening (EEG) nr. 557/79 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiesteunregeling voor olijfolie
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 2492/79 VAN DE COMMISSIE
van 12 november 1979
houdende vierde wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 557/79 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiestcunregeling voor olijfolie
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 590/79 ( 2 ) , en met name op artikel 11 , lid 5 ,
Overwegende dat in artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 557/79 van de Commissie ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1980/79 ( 4 ) , bepaalde voorwaarden zijn vastgesteld voor de erkenning van bedrijven waar olijfolie wordt verpakt ; dat , gezien de opgedane ervaring , deze voorwaarden moeten worden versoepeld waarbij er toch voor wordt gezorgd dat de erkende bedrijven hun werkzaamheden op regelmatige wijze verrichten ; dat , uit billijkheidsoverwegingen , de nieuwe voorwaarden van toepassing moeten zijn voor de bedrijven die hun activiteiten hebben uitgevoerd tijdens het seizoen 1978/1979 ;
Overwegende dat krachtens artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 557/79 een waarborg moet worden gesteld voor alle invoer van olijfolie , uitgezonderd olijfolie voor menselijke consumptie van de eerste persing en de geraffineerde olie in kleine verpakkingen ;
Overwegende dat in sommige Lid-Staten een handelsstroom in olijfolie voor verlichting in kleine verpakkingen en voor direct verbruik is waargenomen ; dat de huidige regeling niet voorziet in het vrijgeven van de waarborg voor deze oliën ; dat het dienstig is voornoemde waarborg vrij te geven wanneer wordt aangetoond dat de betrokken olie als zodanig in het vrije verkeer is gebracht ; dat bij overlegging van dergelijk bewijs de gestelde waarborg volledig kan worden worden vrijgegeven ; dat het dienstig is bijzondere bepalingen inzake het vrijgeven van de waarborg vast te stellen voor olie die tijdens de maanden april en mei 1979 werd ingevoerd ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
Verordening ( EEG ) nr . 557/79 wordt als volgt gewijzigd :
1 . Artikel 2 wordt gelezen :
" Om voor erkenning in aanmerking te komen moet het verpakkingsbedrijf zich ertoe verbinden :
a ) om , behoudens overmacht , zijn verpakkingsactiviteit uit te oefenen gedurende ten minste 150 dagen per verkoopseizoen ;
b ) om in de onder a ) genoemde periode in totaal ten minste 60 ton olijfolie te verpakken .
Voor de bedrijven die in de loop van het verkoopseizoen hun activiteit aanvangen , worden de sub a ) en b ) bedoelde minima vastgesteld naar rata van het resterende aantal maanden tot het einde van het betrokken verkoopseizoen . " .
2 . In artikel 13 , lid 4 , wordt aan de eerste alinea de volgende zin toegevoegd :
" Voor in artikel 14 , lid 1 , sub d ) , bedoelde olie die in de periode van 1 april tot 31 mei 1979 in het vrije verkeer is gebracht wordt de waarborg evenwel vrijgegeven wanneer , behoudens overmacht , voor 1 december 1979 het origineel is overgelegd van het genoemde certificaat . " .
3 . In artikel 13 , lid 4 , wordt voor de laatste alinea de volgende alinea toegevoegd :
" Voor de in artikel 14 , lid 1 , sub d ) , bedoelde olie wordt de waarborg evenwel volledig vrijgegeven . " .
4 . Aan artikel 14 , lid 1 , wordt de volgende alinea toegevoegd :
" of
d ) wanneer ten genoegen van de betrokken Lid-Staat is aangetoond dat de in onmiddellijke verpakkingen met een netto-inhoud van ten hoogste 5 liter ingevoerde olie van post 15.07 A I b ) van het gemeenschappelijk douanetarief als zodanig in de Lid-Staat waarin de olie in het vrije verkeer is gebracht door de kleinhandel is overgenomen . " .
5 . In artikel 14 , lid 3 , wordt voor " a ) en c ) " gelezen " a ) , c ) en d ) " .
6 . In de bijlage worden onder " certificaat afgegeven door " de woorden : " verpakt/uitgevoerd / in conserven gebruikt " vervangen door : " verpakt/uitgevoerd / in conserven gebruikt / als zodanig door de kleinhandel overgenomen " .
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Zij is met ingang van 1 april 1979 van toepassing .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 12 november 1979 .
Voor de Commissie
Finn GUNDELACH
Vice-Voorzitter
( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .
( 2 ) PB nr . L 78 van 30 . 3 . 1979 , blz . 1 .
( 3 ) PB nr . L 73 van 24 . 3 . 1979 , blz . 13 .
( 4 ) PB nr . L 228 van 8 . 9 . 1979 , blz . 39 .