Verordening (EEG) nr. 338/80 van de Commissie van 13 februari 1980 tot vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 557/79 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiesteunregeling voor olijfolie
Verordening (EEG) nr. 338/80 van de Commissie van 13 februari 1980 tot vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 557/79 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiesteunregeling voor olijfolie
++++
( 1 ) PB NR . 172 VAN 30 . 9 . 1966 , BLZ . 3025/66 .
( 2 ) PB NR . L 78 VAN 30 . 3 . 1979 , BLZ . 1 .
( 3 ) PB NR . L 73 VAN 24 . 3 . 1979 , BLZ . 13 .
( 4 ) PB NR . L 284 VAN 13 . 11 . 1979 , BLZ . 11 .
VERORDENING ( EEG ) NR . 338/80 VAN DE COMMISSIE
VAN 13 FEBRUARI 1980
TOT VIJFDE WIJZIGING VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 557/79 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN VAN DE CONSUMPTIESTEUNREGELING VOOR OLIJFOLIE
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,
GELET OP VERORDENING NR . 136/66/EEG VAN DE RAAD VAN 22 SEPTEMBER 1966 HOUDENDE DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR OLIEN EN VETTEN ( 1 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 590/79 ( 2 ) , EN MET NAME OP ARTIKEL 11 , LID 5 ,
OVERWEGENDE DAT KRACHTENS ARTIKEL 13 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 557/79 VAN DE COMMISSIE ( 3 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 2492/79 ( 4 ) , VOOR ALLE INVOER VAN OLIJFOLIE , UITGEZONDERD OLIJFOLIE VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE VERKREGEN BIJ DE EERSTE PERSING EN GERAFFINEERDE OLIEN IN KLEINE VERPAKKINGEN , EEN WAARBORG MOET WORDEN GESTELD DIE GELIJK IS AAN 100 % VAN DE CONSUMPTIESTEUN DIE AAN DE RECHTHEBBENDEN WORDT UITGEKEERD ;
OVERWEGENDE DAT VOOR DE INVOER VAN OLIJFOLIE VAN POST 15.07 A I B ) VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF HET BEDRAG VAN DE TE STELLEN WAARBORG VERSCHILT NAAR GELANG VAN DE HERKOMST VAN DE OLIE OM REKENING TE HOUDEN MET DE BIJZONDERE KENMERKEN VAN DEZE OLIEN ; DAT DIT BEDRAG WORDT VASTGESTELD IN EEN PERCENTAGE VAN DE CONSUMPTIESTEUN ;
OVERWEGENDE DAT HET PERCENTAGE DAT IS AANGEHOUDEN VOOR LAMPOLIE VAN HERKOMST UIT TUNESIE NIET MEER IN OVEREENSTEMMING IS MET DE KENMERKEN VAN DE OLIJFOLIE DIE MOMENTEEL IN DAT LAND WORDT GEPRODUCEERD ; DAT HET PERCENTAGE DERHALVE MOET WORDEN GEWIJZIGD ;
OVERWEGENDE DAT DE IN DEZE VERORDENING VERVATTE MAATREGELEN IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET ADVIES VAN HET COMITE VAN BEHEER VOOR OLIEN EN VETTEN ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
ARTIKEL 1
IN ARTIKEL 13 , LID 2 , SUB A ) , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 557/79 WORDT VOOR : " TUNESIE : 93 % VAN DE CONSUMPTIESTEUN " GELEZEN : " TUNESIE : 86 % VAN DE CONSUMPTIESTEUN " .
ARTIKEL 2
DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .
ZIJ IS VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 18 FEBRUARI 1980 .
DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .
GEDAAN TE BRUSSEL , 13 FEBRUARI 1980 .
VOOR DE COMMISSIE
FINN GUNDELACH
VICE-VOORZITTER