Verordening (EEG) nr. 354/80 van de Commissie van 14 februari 1980 tot vaststelling van de voorwaarden voor het houden van een openbare inschrijving voor de verkoop van kool- en raapzaad in het bezit van het Belgische interventiebureau

++++

( 1 ) PB NR . 172 VAN 30 . 9 . 1966 , BLZ . 3025/66 .

( 2 ) PB NR . L 78 VAN 30 . 3 . 1979 , BLZ . 1 .

( 3 ) PB NR . L 43 VAN 17 . 2 . 1968 , BLZ . 7 .

( 4 ) PB NR . L 190 VAN 14 . 7 . 1976 , BLZ . 1 .

( 5 ) PB NR . L 222 VAN 2 . 10 . 1971 , BLZ . 2 .

( 6 ) PB NR . L 116 VAN 28 . 4 . 1978 , BLZ . 4 .

( 7 ) PB NR . L 133 VAN 10 . 6 . 1972 , BLZ . 1 .

( 8 ) PB NR . L 274 VAN 31 . 10 . 1979 , BLZ . 29 .

( 9 ) PB NR . L 151 VAN 13 . 7 . 1967 , BLZ . 1 .

( 10 ) PB NR . L 167 VAN 5 . 7 . 1979 , BLZ . 20 .

VERORDENING ( EEG ) NR . 354/80 VAN DE COMMISSIE

VAN 14 FEBRUARI 1980

TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET HOUDEN VAN EEN OPENBARE INSCHRIJVING VOOR DE VERKOOP VAN KOOL - EN RAAPZAAD IN HET BEZIT VAN HET BELGISCHE INTERVENTIEBUREAU

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

GELET OP VERORDENING NR . 136/66/EEG VAN DE RAAD VAN 22 SEPTEMBER 1966 HOUDENDE DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR OLIEN EN VETTEN ( 1 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 590/79 ( 2 ) , EN IN HET BIJZONDER OP ARTIKEL 26 , LID 3 ,

OVERWEGENDE DAT HET BELGISCHE INTERVENTIEBUREAU OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 26 VAN VERORDENING NR . 136/66/EEG TIJDENS DE VERKOOPSEIZOENEN 1978/1979 EN 1979/1980 BEPAALDE HOEVEELHEDEN KOOL - EN RAAPZAAD HEEFT AANGEKOCHT ;

OVERWEGENDE DAT BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 189/68 VAN DE COMMISSIE ( 3 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 1687/76 ( 4 ) , DE VOORWAARDEN WERDEN VASTGESTELD VOOR DE VERKOOP DOOR MIDDEL VAN EEN OPENBARE INSCHRIJVING OP DE MARKT VAN DE GEMEENSCHAP VAN ZADEN DIE IN HET BEZIT ZIJN VAN DE INTERVENTIEBUREAUS ; DAT , GEZIEN DE HUIDIGE SITUATIE OP DE MARKT VOOR ZADEN IN DE GEMEENSCHAP , HET NIET TE VERWACHTEN IS DAT DE HOEVEELHEDEN DIE IN HET BEZIT ZIJN VAN HET BELGISCHE INTERVENTIEBUREAU ZULLEN KUNNEN WORDEN AFGEZET TEGEN DE IN ARTIKEL 5 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 189/68 BEDOELDE PRIJZEN ; DAT DERHALVE VOOR DE AFZET VAN DEZE ZADEN SPECIALE MAATREGELEN DIENEN TE WORDEN GETROFFEN ;

OVERWEGENDE DAT KOOL - EN RAAPZAAD OP HET OGENBLIK OP DE MARKT VAN DE GEMEENSCHAP KAN WORDEN AFGEZET TEGEN EEN PRIJS DIE MET DE FEITELIJKE MARKTSITUATIE MEER IN OVEREENSTEMMING IS DAN EEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 5 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 189/68 VASTGESTELDE PRIJS ;

OVERWEGENDE DAT , OM DE NALEVING VAN DE VERPLICHTINGEN WELKE UIT DE DEELNEMING AAN DE INSCHRIJVING VOORTVLOEIEN TE VERZEKEREN , HET STELLEN VAN EEN WAARBORG DIENT TE WORDEN VOORGESCHREVEN ; DAT DOOR DEZE WAARBORG TEVENS MOET KUNNEN WORDEN VOORKOMEN DAT DE TOEGEWEZEN ZADEN OPNIEUW VOOR INTERVENTIE WORDEN AANGEBODEN , DAT DE WAARBORG BIJGEVOLG MET NAME WORDT VERBEURD INDIEN DE KOPER NIET HET BEWIJS LEVERT DAT DE ZADEN ZIJN GEPLAATST ONDER DE CONTROLE IN DE OLIESLAGERIJ ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 2114/71 VAN DE RAAD ( 5 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 851/78 ( 6 ) , OF ZIJN UITGEVOERD ;

OVERWEGENDE DAT DE MINIMUMVERKOOPPRIJS DIE HET BEST IN OVEREENSTEMMING IS MET DE FEITELIJKE MARKTSITUATIE KAN WORDEN VASTGESTELD AAN DE HAND VAN DE INGEKOMEN BIEDINGEN ;

OVERWEGENDE DAT DE IN DEZE VERORDENING VERVATTE MAATREGELEN IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET ADVIES VAN HET COMITE VAN BEHEER VOOR OLIEN EN VETTEN ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

1 . ER WORDT EEN OPENBARE INSCHRIJVING GEHOUDEN VOOR DE VERKOOP VAN DRIE PARTIJEN KOOL - EN RAAPZAAD TOT EEN TOTALE HOEVEELHEID VAN ONGEVEER 410 TON IN HET BEZIT VAN HET BELGISCHE INTERVENTIEBUREAU EN AFKOMSTIG VAN INTERVENTIE UIT HOOFDE VAN DE VERKOOPSEIZOENEN 1978/1979 EN 1979/1980 .

2 . ONVERMINDERD HET BEPAALDE IN DEZE VERORDENING IS VERORDENING ( EEG ) NR . 189/68 VAN TOEPASSING .

ARTIKEL 2

HET BERICHT VAN OPENBARE INSCHRIJVING WORDT IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BEKENDGEMAAKT TEN MINSTE TIEN DAGEN V))R HET UITERSTE TIJDSTIP WAAROP DE BIEDINGEN KUNNEN WORDEN GEDAAN . ALS DIT TIJDSTIP WORDT VASTGESTELD 28 FEBRUARI 1980 , 14.00 UUR , PLAATSELIJKE TIJD .

ARTIKEL 3

1 . BIEDINGEN WORDEN SLECHTS IN AANMERKING GENOMEN INDIEN ZIJ TEGEN EEN PRIJS PER PARTIJ WORDEN UITGEBRACHT , GEBASEERD OP LEVERING AF-MAGAZIJN , PLAATS VAN OPSLAG .

DE KOSTEN VOOR WEGING , MONSTERNEMING EN ANALYSE ZIJN TEN LASTE VAN HET INTERVENTIEBUREAU . DE OVERIGE UITSLAGKOSTEN ZIJN TEN LASTE VAN DE KOPER .

2 . DE BIEDING IS SLECHTS GELDIG INDIEN GELIJKTIJDIG EEN WAARBORG WORDT GESTELD TEN BEDRAGE VAN 5 ECU/100 KG .

DEZE WAARBORG KAN WORDEN GESTELD HETZIJ IN CONTANTEN HETZIJ IN DE VORM VAN EEN GARANTIE WELKE VOLDOET AAN DE DOOR HET KONINKRIJK BELGIE VASTGESTELDE CRITERIA .

ARTIKEL 4

DE IN ARTIKEL 3 , LID 2 , BEDOELDE WAARBORG WORDT VRIJGEGEVEN INDIEN :

A ) DE INSCHRIJVERS HUN BIEDING V))R HET BESLUIT TOT TOEWIJZING NIET HEBBEN INGETROKKEN EN DE PARTIJ HUN NIET IS TOEGEWEZEN ,

B ) DE KOPER , BEHOUDENS OVERMACHT , HET BEDRAG DAT MET ZIJN BIEDING OVEREENKOMT AAN HET INTERVENTIEBUREAU HEEFT BETAALD , DE TOEGEWEZEN ZADEN HEEFT OVERGENOMEN EN HET BEWIJS HEEFT GELEVERD DAT DEZE ZADEN ONDER DE IN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 2114/71 BEDOELDE CONTROLE IN DE OLIESLAGERIJ ZIJN GEPLAATST OF ZIJN UITGEVOERD .

ARTIKEL 5

REKENING HOUDEND MET DE ONTVANGEN BIEDINGEN WORDT EEN MINIMUMVERKOOPPRIJS VASTGESTELD OVEREENKOMSTIG DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 38 VAN VERORDENING NR . 136/66/EEG .

DEZE PRIJS WORDT VASTGESTELD AF-MAGAZIJN , VOOR ZADEN VAN DE STANDAARDKWALITEIT WAARVOOR DE INTERVENTIEPRIJZEN WORDEN VASTGESTELD . INDIEN DE AANGEBODEN ZADEN NIET VAN DEZE STANDAARDKWALITEIT ZIJN WORDT HUN GEWICHT BEPAALD VOLGENS DE METHODE OMSCHREVEN IN DE BIJLAGE VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1204/72 VAN DE COMMISSIE ( 7 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 2393/79 ( 8 ) , EN WORDT OP DE VERKOOPPRIJS DE TOESLAG OF DE KORTING TOEGEPAST , VERMELD IN DE BIJLAGE VAN VERORDENING NR . 282/67/EEG VAN DE COMMISSIE ( 9 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 1392/79 ( 10 ) .

ARTIKEL 6

INGEVAL EEN OF MEER PARTIJEN NIET VERKOCHT WORDEN , WORDT EEN NIEUW BERICHT VAN OPENBARE INSCHRIJVING MET HET OOG OP DE VERKOOP VAN DIE PARTIJ ( EN ) BEKENDGEMAAKT IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEN MINSTE 10 DAGEN V))R EEN TWEEDE UITERSTE TIJDSTIP WAAROP DE BIEDINGEN KUNNEN WORDEN GEDAAN . ALS DIT LAATSTE TIJDSTIP WORDT VASTGESTELD 27 MAART 1980 , 14.00 UUR , PLAATSELIJKE TIJD .

ARTIKEL 7

MET INACHTNEMING VAN DE IN ARTIKEL 5 BEDOELDE MINIMUMPRIJS VINDT DE TOEWIJZING PLAATS AAN DEGENE DIE DE HOOGSTE PRIJS HEEFT GEBODEN .

INDIEN TWEE OF MEER INSCHRIJVERS DEZELFDE PRIJS HEBBEN GEBODEN VINDT DE TOEWIJZING PLAATS DOOR MIDDEL VAN LOTING .

ARTIKEL 8

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL , 14 FEBRUARI 1980 .

VOOR DE COMMISSIE

FINN GUNDELACH

VICE-VOORZITTER