Home

Verordening (EEG) nr. 1661/80 van de Raad van 27 juni 1980 betreffende de vrijwaringsmaatregelen voorzien bij de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende het handelsverkeer en de commerciële samenwerking

Verordening (EEG) nr. 1661/80 van de Raad van 27 juni 1980 betreffende de vrijwaringsmaatregelen voorzien bij de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende het handelsverkeer en de commerciële samenwerking

Verordening (EEG) nr. 1661/80 van de Raad van 27 juni 1980 betreffende de vrijwaringsmaatregelen voorzien bij de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende het handelsverkeer en de commerciële samenwerking

Publicatieblad Nr. L 164 van 30/06/1980 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 13 blz. 0015
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 13 blz. 0015


VERORDENING (EEG) Nr. 1661/80 VAN DE RAAD van 27 juni 1980 betreffende de vrijwaringsmaatregelen voorzien bij de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende het handelsverkeer en de commerciële samenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat op 2 april 1980 een Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, hierna genoemd "Samenwerkingsovereenkomst", is ondertekend, en dat een Interimovereenkomst betreffende het handelsverkeer en de commerciële samenwerking, hierna genoemd "Interimovereenkomst", is gesloten op 30 mei 1980;

Overwegende dat voor de tenuitvoerlegging van de in de artikelen 35 tot en met 38 en artikel 55 van de Samenwerkingsovereenkomst en in de artikelen 22 tot en met 25 en artikel 36 van de Interimovereenkomst bedoelde vrijwaringsclausule en conservatoire maatregelen nadere regels moeten worden vastgesteld voor de toepassing van de communautaire voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 926/79 van de Raad van 8 mei 1979 inzake de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (2), alsmede van Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (3),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In geval van dumping of subsidies op grond waarvan door de Gemeenschap de in artikel 35 van de Samenwerkingsovereenkomst en in artikel 22 van de Interimovereenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast, wordt volgens de in Verordening (EEG) nr. 3017/79 vastgestelde procedure en regels besloten tot de instelling van anti-dumpingrechten of compenserende rechten.

Artikel 2

In de gevallen waarin door de Gemeenschap de in de artikelen 36 en 55 van de Samenwerkingsovereenkomst en in de artikelen 23 en 36 van de Interimovereenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast, kan de Raad onder de in die artikelen vastgestelde voorwaarden passende vrijwaringsmaatregelen nemen volgens de in Verordening (EEG) nr. 926/79, inzonderheid in artikel 13 daarvan, vastgestelde procedure en regels.

In dringende gevallen en onder de in artikel 36 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 23 van de Interimovereenkomst vastgestelde voorwaarden: - kan de Commissie volgens de in Verordening (EEG) nr. 926/79, inzonderheid in artikel 12 daarvan, vastgestelde procedure en regels, passende vrijwaringsmaatregelen nemen;

- kan elke Lid-Staat bij wijze van conservatoire maatregel vrijwaringsmaatregelen nemen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 926/79.

Artikel 3

1. Deze verordening laat onverlet de toepassing van de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en van de daaruit voortvloeiende communautaire of nationale administratieve bepalingen, alsmede van de specifieke regelingen vastgesteld krachtens artikel 235 van het Verdrag, die van toepassing zijn op de goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten. Deze verordening heeft een aanvullend karakter. (1)Advies uitgebracht op 20.6.1980 (nog niet verschenen in het Publikatieblad). (2)PB nr. L 131 van 29.5.1979, blz. 15. (3)PB nr. L 339 van 31.12.1979, blz. 1.

2. Artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, is als zodanig niet van toepassing op de onder vorenbedoelde verordeningen vallende produkten.

Artikel 4

De Commissie verricht de in artikel 38 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 25 van de Interimovereenkomst voorgeschreven kennisgevingen van de Gemeenschap aan de Samenwerkingsraad en de Gemengde Commissie.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1980.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

A. SARTI