Home

Verordening (EEG) nr. 1859/80 van de Commissie van 15 juli 1980 houdende negende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

Verordening (EEG) nr. 1859/80 van de Commissie van 15 juli 1980 houdende negende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

VERORDENING (EEG) Nr. 1859/80 VAN DE COMMISSIE van 15 juli 1980 houdende negende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1528/78 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor gedroogde voedergewassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1370/80 (2), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende dat in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1528/78 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 332/80 (4), de minimumkwaliteit is vastgesteld waaraan de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde gedroogde voedergewassen moeten voldoen om voor steun in aanmerking te komen, en met name het minimumgehalte aan totale ruwe eiwitten in de droge stof;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 114/80 bepaalde nieuwe produkten in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 zijn ingevoegd ; dat artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1528/78 derhalve moet worden aangevuld door voor de betrokken produkten het minimumgehalte aan totale ruwe eiwitten vast te stellen ; dat als gevolg van de toevoeging van deze nieuwe produkten ook sommige andere bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1528/78 moeten worden aangepast;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1528/78 wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 15, lid 3, wordt gelezen:

"3. Het in artikel 5, sub b), van Verordening (EEG) nr. 1417/78 bedoelde minimumgehalte aan totale ruwe eiwitten in de droge stof wordt met ingang van het verkoopseizoen 1979/1980 vastgesteld op: - 8 % voor de in artikel 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde produkten,

- 14 % voor de in artikel 1, sub b) en c), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde produkten,

- 45 % voor de in artikel 1, sub c), eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde produkten.".

2. Artikel 16, lid 1, laatste alinea, wordt gelezen:

"Er wordt een afzonderlijke voorraadboekhouding gevoerd voor de produkten van de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde posten ex 07.04 B, ex 11.05, ex 12.10 B, eerste streepje, ex 12.10 B, tweede streepje, ex 23.06 B, eerste streepje, en ex 23.06 B, tweede streepje, van het gemeenschappelijk douanetarief.".

3. Artikel 18 wordt gelezen:

"Artikel 18

Ingeval een verwerkend bedrijf enerzijds door kunstmatige droging verkregen produkten als bedoeld in artikel 1, sub b), eerste streepje, en/of sub c), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1117/78 en anderzijds op een andere manier gedroogde en gemalen produkten als bedoeld in artikel 1, sub b), tweede streepje, van genoemde verordening vervaardigt: - moeten de kunstmatig gedroogde produkten worden vervaardigd in andere lokalen of op andere plaatsen dan die waar de op een andere manier gedroogde en gemalen produkten worden vervaardigd;

- moeten de door de twee werkzaamheden verkregen produkten op aparte plaatsen worden opgeslagen;

- is het verboden om binnen het bedrijf een produkt van een van de betrokken groepen te mengen met een produkt van de andere groep.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1979. (1)PB nr. L 142 van 30.5.1978, blz. 1. (2)PB nr. L 140 van 5.6.1980, blz. 32. (3)PB nr. L 179 van 1.7.1978, blz. 10. (4)PB nr. L 37 van 14.2.1980, blz. 11.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 1980.

Voor de Commissie

Finn GUNDELACH

Vice-Voorzitter